Een vaccin tegen het nieuwe coronavirus is er (nog) niet. Maar wist je dat bestaande vaccins mogelijk ook een verschil kunnen maken?
Het is tijd om het gele boekje op te snorren en te kijken waarvoor je bent ingeënt. Jouw immuunsysteem heeft namelijk een prima geheugen en kan door middel van vaccinaties geboost worden. En zo is het geheugen van ons immuunsysteem dé grote kanshebber als held in de strijd tegen het nieuwe coronavirus.
Afrika
Om te begrijpen hoe dat zit, moeten we even terug naar de jaren ’80 van de vorige eeuw. De arts dr. Peter Aaby merkte tijdens zijn werk in Afrika dat kinderen die ingeënt werden tegen mazelen, ook een grotere weerstand tegen andere infectieziekten ontwikkelden. Bovendien bleek de ene vaccinatie dit effect sterker teweeg te brengen dan het andere. Als een kind als laatste vaccinatie een inenting tegen mazelen of tuberculose kreeg, bleken de overlevingskansen van het kind veel groter dan wanneer de vaccinatiereeks eindigde met een DTP-prik, in welk geval de sterftekans groter werd.
Neveneffecten van vaccins
Dit zette de wetenschap op zijn kop, want in principe kón dit helemaal niet. Tot die tijd leefde er een sterke één medicijn-één weerstand-ideologie binnen de medische wetenschap. Dat een vaccin ingezet tegen een bepaalde ziekte, vervolgens ook bescherming biedt tegen een andere ziekte, daar waren we niet mee bekend. We hadden er geen verklaring voor en de bevindingen van Aaby werden gewantrouwd.
Omstreden
In de praktijk bleef Aaby onderzoeken en vastleggen hoe vaccins onverwachte neveneffecten opleverden, de positieve zijnde de verhoogde immuniteit tegen andere infectieziekten, de negatieve bestonden uit hogere algemene sterftecijfers onder de ingeënte kinderen. Aaby kwam onder druk te staan en werd al snel omstreden en controversieel genoemd, vooral door de WHO die de vaccinatieprogramma’s onder vuur zag komen te liggen, door Aaby’s bevindingen.
Getrainde weerstand
Maar een jonge Roemeense arts in Nederland was geïntrigeerd en borduurde verder op Aaby’s ideeën. Daar mogen we met zijn allen heel blij om zijn, want de arts is inmiddels professor experimenteel interne geneeskunde aan het Radboudumc in Nijmegen. Mihai Netea heeft deze week een goede oplossing kunnen bieden voor medisch personeel dat werkt met COVID-19-patiënten: te weten een BCG-vaccinatie tegen tuberculose. Dit drukt de kans op ziek worden en vooral ernstig ziek worden van het COVID-19-virus aanzienlijk.
Netea noemt het getrainde weerstand. “De mogelijkheid dat er kruising reactiviteit ontstaat tussen een bestaand vaccin en de gevoeligheid voor COVID-19, is zeer zeker aanwezig.” En van deze mogelijkheid maakt Netea nu gebruik door zorgpersoneel van BCG-vaccinaties te voorzien. Uit eerder onderzoek van Netea bleek namelijk al dat BCG niet alleen beschermt tegen tuberculose maar het geheugen van het immuunsysteem ook traint tegen andere infecties. Voor die ‘training’ van het immuunsysteem maakt Netea gebruik van het geheugen van het immuunsysteem. Dat geheugen is het resultaat van immuuncellen die maanden na een infectie nog alert zijn. Op die manier kunnen de cellen bij de eerstvolgende dreiging, sneller in actie komen tegen een nieuwe infectie. Het immuunsysteem blijkt dus een soort memory foam dat eerdere dreigingen herkent en omzet in actie tegen nog onbekende dreigingen.
Griepprikken
De bevindingen van Aaby en Netea zouden mogelijk ook kunnen verklaren waarom kinderen nagenoeg immuun blijken te zijn voor Corona. Immers, in 2009 werden kinderen massaal ingeënt tegen het nieuwe Influenza A, oftewel de Mexicaanse griep. Ook krijgen baby’s en kinderen prikken tegen onder meer difterie, kinkhoest, tetanus, polio, hepatitis B en pneumokokkenziekte. Kinderen vormen daarmee de groep die het vaakst en meest recent zijn ingeënt. Dit zou goed kunnen betekenen dat het immuun-geheugen van deze groep verser is dan van andere groepen. “Dat is zeer goed mogelijk, ja”, aldus Netea. “De kruis-reactiviteit kan inderdaad ook gelden voor griepprikken, maar ook voor andere vaccins. Het is in ieder geval een onderwerp waar we nu zeker met interesse naar kijken.”
Terwijl Nederland hamstert, handjes wast en zich sociaal onthoudt, kijken we in spanning toe wat er in het Radboudumc gebeurt aan onderzoek. En vooral ook wanneer we daar de resultaten van zien. Dat is voor Netea op dit moment nog moeilijk in te schatten. “We zijn behalve met onderzoek, natuurlijk ook heel druk met onze patiënten. Ik hoop dat we in staat zijn dit thema verder te onderzoeken en snel met bevindingen te komen.” Tot die tijd is in ieder geval het medisch personeel een stuk veiliger met de BCG-prik en kunnen zij met een geruster hart hun belangrijke werk doen.