Daarmee is het aantal snelle radioflitsen dat sinds 2007 gedetecteerd is, in één klap bijna vervijfvoudigd!
De snelle radioflitsen zijn waargenomen door het Canadian Hydrogen Intensity Mapping Experiment (kortweg CHIME). De radiotelescoop werd in 2017 opgeleverd en ging in 2018 officieel aan de slag. En nu blijkt deze een zeer productief eerste jaar achter de rug te hebben. Tussen 2018 en 2019 zijn namelijk 535 snelle radioflitsen gespot. Dat hebben onderzoekers vandaag bekend gemaakt tijdens een bijeenkomst van de American Astronomical Society (AAS).
Snelle radioflitsen zijn mysterieuze uitbarstingen in de ruimte die slechts heel kort – enkele milliseconden – aanhouden. Hoe ze ontstaan, is onduidelijk. Ook is niet te voorspellen waar ze acte de présence geven. Dat maakt het detecteren ervan niet gemakkelijk. De eerste snelle radioflits werd in 2007 ontdekt. In de jaren die volgden, werden er nog eens zo’n 140 snelle radioflitsen waargenomen. Sommige van deze flitsen werden slechts één keer gespot. Andere gaven herhaaldelijk acte de présence.
Belangrijk
Met de ontdekking van 535 snelle radioflitsen is het totale aantal snelle radioflitsen dat is waargenomen in één keer bijna vervijfvoudigd. Het lijkt misschien niet zo spannend – hetzelfde astronomische fenomeen honderden keren waarnemen – maar voor astronomen is het heel belangrijk. Dankzij de waarnemingen kan namelijk een beter beeld worden verkregen van wat snelle radioflitsen nu precies zijn en hoe ze ontstaan.
Eenmalig en repeterend
De onderzoekers hebben aan de hand van de waarnemingen van CHIME een heuse catalogus samengesteld met daarin alle informatie over de 535 snelle radioflitsen. De catalogus onthult onder meer dat de door CHIME ontdekte snelle radioflitsen – net als eerdere observaties – eigenlijk in twee groepen onder te verdelen zijn: eenmalige en repeterende snelle radioflitsen. Van de 535 snelle radioflitsen die CHIME gespot heeft, zijn er 18 die herhaaldelijk acte de présence gaven. De overige snelle radioflitsen lijken eenmalige gebeurtenissen te zijn geweest.
Vergelijken
Dankzij de nu al behoorlijk omvangrijke catalogus kunnen onderzoekers de snelle radioflitsen ook met elkaar gaan vergelijken, om zo meer inzicht te krijgen in hun ontstaan. Zo blijken de repeterende snelle radioflitsen die door CHIME zijn gespot er iets anders uit te zien dan de eenmalige snelle radioflitsen. De repeterende snelle radioflitsen duren bijvoorbeeld net ietsje langer. Het wijst er sterk op dat de repeterende snelle radioflitsen op een andere manier ontstaan dan de eenmalige exemplaren. De onderzoekers hopen daar in de nabije toekomst – gewapend met nog meer observaties – meer over te kunnen zeggen. “Voor CHIME waren ons in totaal minder dan 100 snelle radioflitsen bekend,” stelt onderzoeker Kaitlyn Shin. “Nu, na één jaar observeren, hebben we er honderden ontdekt. We kunnen nu echt een beeld beginnen te krijgen van hoe snelle radioflitsen eruit zien en wat de drijvende kracht erachter is.”
Doordat snelle radioflitsen zo heel kort aanhouden, is het heel lastig om nauwkeurig aan te wijzen waar ze ontstaan. En dat maakt het dus ook weer lastig om vast te stellen hoe ze ontstaan. Vorig jaar leek er sprake te zijn van een kleine doorbraak; voor het eerst werd een snelle radioflits ontdekt die in onze eigen Melkweg was ontstaan. Deze snelle radioflits bleek bovendien geproduceerd te zijn door een magnetar: het redelijk exotische restant van een zware ster. Mysterie opgelost? Nog niet. Onderzoekers zitten namelijk nog met een hoop vragen. Lees er hier alles over!
Afgelegen bron
Voor nu lijkt het erop dat de meeste snelle radioflitsen die door CHIME zijn gespot, afkomstig zijn uit afgelegen sterrenstelsels. De onderzoekers trekken die conclusie nadat ze voor elk van de radioflitsen nagingen in hoeverre deze vervormd was. Radiogolven die door de ruimte reizen, veranderen namelijk onderweg door ontmoetingen met het interstellaire gas of plasma. De mate waarin een radiogolf is aangetast kan dan ook meer inzicht geven in de afstand die deze heeft afgelegd. Dat de radioflitsen op grote afstand ontstonden, maar toch helder genoeg waren om door CHIME te worden gespot, wijst erop dat ze het resultaat moeten zijn van een zeer energetische gebeurtenis. Maar opnieuw zijn meer waarnemingen nodig om vast te stellen om wat voor gebeurtenis het gaat.
Toekomstige ontdekkingen
Dat er nog veel meer snelle radioflitsen op ontdekking wachten, staat vast. De onderzoekers verwachten dat er elke dag zeker 9000 snelle radioflitsen ontstaan die helder genoeg zijn om door telescopen zoals CHIME te worden opgemerkt. “Dat is het mooie ervan – snelle radioflitsen zijn niet zo gemakkelijk te detecteren, maar ze zijn niet zeldzaam,” merkt onderzoeker Kiyoshi Masui op.
De waarnemingen van CHIME kunnen niet alleen maar inzicht geven in het ontstaan van snelle radioflitsen, maar ook gebruikt worden om een beter beeld te krijgen van het universum. “Elke snelle radioflits kan meer vertellen over de afstand die deze heeft afgelegd en door hoeveel gas deze heen is bewogen,” stelt Shin. “Aan de hand van grote hoeveelheden snelle radioflitsen kunnen we hopelijk achterhalen hoe gas en materie over het universum verdeeld zijn.”