Artsen geven patiënten dringende adviezen als: stop met roken, eet gezond en wandel elke dag een uur stevig door. De optimale bewegingsintensiteit is echter per patiënt verschillend. Hier is nu een betere methode voor bedacht.
Met behulp van het ‘optimale vermogen’ – oftewel het hoogste niveau waarop je aan cardiotraining kunt doen, zonder uitgeput te raken – is een team van bewegingswetenschappers van de Amerikaanse Brigham Young University er in geslaagd om voor elke deelnemer aan het onderzoek een gepersonaliseerd bewegingsprogramma samen te stellen. Dit is volgens hen een effectievere manier om de intensiteit te bepalen waarmee elke persoon moet trainen om de beste resultaten te behalen.
Verschillend resultaat
Het is een veelvoorkomend fenomeen bij mensen die samen met anderen trainen voor een gemeenschappelijk doel: twee personen met een vergelijkbaar fitheidsniveau behalen totaal verschillende resultaten. Het kan frustrerend zijn om te merken dat je conditie en prestaties nauwelijks verbeteren, hoewel je je uiterste best doet.
Bewegingswetenschapper Jayson Gifford kent het gevoel en heeft z’n best gedaan om dit probleem samen met zijn team op te lossen. En met succes: ze denken de code te hebben gekraakt door een formule voor optimaal vermogen op te stellen die voor ieder mens geldt, ongeacht de gezondheidstoestand of de fitheid van de desbetreffende persoon. Daar wordt dan het trainingsprogramma op gebaseerd.
Sport als medicijn
“Op een dag zullen we een specifiek cardioprogramma als medicijn voorschrijven”, zegt professor Gifford. “Om medicijnen voor te kunnen schrijven, moet je voor elke dosis voorspelbare resultaten hebben. We hebben ontdekt dat precies hetzelfde geldt voor lichaamsbeweging.” Hij legt uit dat wanneer patiënten gepersonaliseerde bewegingstraining voorgeschreven krijgen op basis van hun optimale vermogen, de resultaten voorspelbaar en meetbaar zijn. Door de persoonlijke training verbeteren het uithoudingsvermogen en de gezondheid op de langere termijn. Het team definieert optimaal vermogen als het hoogste niveau van onze comfortzone. “Het is het hoogste niveau waarop we lange tijd kunnen presteren, net voordat het ongemakkelijk begint te worden”, zegt hoofdauteur Jessica Collins.
Wanneer de inspanning onder het kritieke vermogen van een persoon ligt, kan het lichaam de energie-inspanning compenseren en een comfortabel, gecontroleerd evenwicht bereiken. Als de inspanning echter boven iemands optimale vermogen ligt, dan kan het lichaam de energiebehoefte niet volledig compenseren, met uitputting tot gevolg.
Teleurstellende ervaringen
Normaal gesproken wordt een individueel trainingsprogramma opgesteld op basis van iemands maximale zuurstofverbruik (VO2 Max) of maximale hartslag. Maar de onderzoekers geven aan dat het optimale vermogen een betere manier is om de conditie te trainen. Niet alleen atleten halen zo betere resultaten, maar ook oudere mensen, zieken en mensen die een meer zittende levensstijl hebben. “Dit soort onderzoek helpt iedereen, ongeacht hoe actief je momenteel bent”, verduidelijkt Collins.
“Een van de belangrijkste redenen waarom mensen niet zoveel sporten als ze zouden moeten, is omdat ze in het verleden een sportief doel stelden en een pad ernaartoe uitstippelden, maar tijdens het trainen de progressie jammerlijk tegenviel. Ze hebben geen vertrouwen in hun eigen kunnen of zijn gefrustreerd vanwege eerdere ervaringen”, zegt Collins. “Het mooie van oefeningen baseren op optimaal vermogen is dat we bijna altijd het resultaat nauwkeurig kunnen voorspellen en garanderen, waardoor we mensen kunnen helpen hun fitnessdoelen te bereiken.”
Optimaal vermogensgetal
Om het optimale vermogen te berekenen, moesten de deelnemers zo hard mogelijk verschillende afstanden hardlopen en fietsen. De gemiddelde snelheid van al deze korte en langere sprintjes werd ingevoerd in een formule die de relatie tussen trainingsafstand en trainingstijd bepaalt, om zo tot een optimaal vermogensgetal te komen. De onderzoekers ontdekten dat het optimale vermogen van een persoon aanzienlijk kan toenemen door gerichte lichaamsbeweging. Dit maakt fysieke training die eerder zwaar of onmogelijk was, een stuk minder uitdagend en vermoeiend.
“Lichaamsbeweging is zo goed voor je dat je altijd wel een beetje vooruitgang zult zien, wat je ook doet”, aldus Gifford. “Door dit onderzoek kunnen mensen hun bewegingsroutine of trainingsprogramma een flink stuk efficiënter maken, zodat ze er meer uit halen. We zijn blij dat we een steentje kunnen bijdragen aan het verbeteren van de conditie van iedereen die daar voor openstaat.”