Hoe gezond is jouw stad eigenlijk? Die vraag krijgt nu een wetenschappelijk onderbouwd antwoord dankzij een nieuwe tool uit Spanje. De Healthy Urban Design Index (HUDI) vergelijkt de leefkwaliteit van maar liefst 917 Europese steden. De uitkomsten op het gebied van gezondheid en welzijn zijn erg verrassend.
De HUDI, ontwikkeld door het Barcelona Institute for Global Health (ISGlobal) beoordeelt steden op basis van 13 gezondheidsindicatoren. Denk hierbij aan luchtkwaliteit, hittebestendigheid, toegankelijkheid van groen, woningdichtheid en infrastructuur voor wandelen, fietsen en openbaar vervoer. Deze indicatoren zijn onderverdeeld in vier domeinen: stedelijk ontwerp, duurzame mobiliteit, milieukwaliteit en toegang tot groen. Elke stad krijgt per indicator een score van 0 tot 10. Hier rolt een gemiddelde uit dat het uiteindelijke HUDI-cijfer vormt. De steden zijn ingedeeld op grootte: van kleine steden (50.000 tot 200.000 inwoners) tot grote metropolen.
Klein maar fijn
Uit de resultaten blijkt: kleinere steden presteren het best. De top drie van alle steden wordt gevormd door Pamplona (6,8), Genève (6,65) en Harlow (6,64). “De HUDI-scoreverschillen zijn vaak klein. Toch laat de index duidelijke trends zien en geen enkele stad scoort hoger dan een 7 op 10”, zegt hoofdonderzoeker Federica Montana van ISGlobal tegen Scientias.nl.
Als we kijken naar Nederlandse steden, dan komt er een verrassende top 4 uitrollen: Purmerend (5,96; plek 61 van 917), Hoorn (5,91; plek 75), Gouda (5,77; plek 116) en Zoetermeer (5,77; plek 117) staan landelijk bovenaan. Amsterdam (4,92; plek 651), Rotterdam (4,68; plek 768), Oss (4,55; plek 814), Sittard-Geleen (4,53; plek 821) en Ede (4,52; plek 824) doen het ronduit slecht.
Volgens onderzoeker Natalie Mueller is vooral het evenwicht tussen domeinen de sleutel tot succes. “Kleinere steden behalen iets hogere HUDI-scores dan grotere steden. Ze scoren vooral beter op het gebied van milieu, waaronder luchtkwaliteit, groenvoorzieningen en de aanwezigheid van natuurlijke begroeiing. Ook hebben ze minder last van hitte-eilandeffecten”, legt ze uit. “Grotere steden presteren juist beter op stedelijk ontwerp en duurzame mobiliteit, zoals dichtheid, compactheid, middelhoogbouw en infrastructuur voor wandelen, fietsen en openbaar vervoer.”
Grote steden missen balans
Wat gaat er dan mis bij de metropolen? Volgens Montana ligt het probleem bij een eenzijdige ontwikkeling. “De reden dat deze voordelen zich niet vertalen in betere algemene gezondheidsuitkomsten, is dat grote steden erg slecht scoren op milieukwaliteit. Ze hebben vaak extreem lage scores op indicatoren zoals luchtvervuiling, een gebrek aan groen en sterke hitte-eilandeffecten, wat hun totale HUDI-score flink verlaagt”, zegt ze.
“Kleinere steden presteren juist gelijkmatiger over alle domeinen, inclusief milieukwaliteit. Dat zorgt ervoor dat ze iets hoger eindigen. Die balans is cruciaal voor een gezonde stedelijke omgeving.” Het is duidelijk dat het leefmilieu te wensen overlaat in grotere steden. “Grotere steden moeten zich focussen op de milieukwaliteit, luchtvervuiling terugdringen, meer stedelijk groen aanleggen en hitte-eilandeffecten beperken”, adviseert Mueller.
Go West
Een andere opvallende trend: Oost-Europese steden zoals die in Roemenië, Bulgarije en Polen staan onderaan de ranglijst, terwijl steden in het westen, met name in het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Zweden, veelal in het linkerrijtje eindigen. “De geografische verschillen zijn opvallend. We zien structurele achterstanden in het oosten, die samenhangen met zowel beleid als de beschikbare infrastructuur”, zegt Mueller.
De onderzoekers benadrukken dat de HUDI geen definitieve ranglijst is. “Het is een eerste benadering met alleen openbare data. We willen steden helpen en beleidsmakers laten inzien hoe gezond en leefbaar hun ontwerp is en waar ze kunnen verbeteren”, zegt Mark Nieuwenhuijsen, directeur van ISGlobals programma voor klimaat, luchtvervuiling en stedelijke gezondheid.
Waar zit de meeste ruimte voor verbetering?
Geen enkele stad scoort boven de 7 en dat is volgens Mueller een belangrijk signaal. “Dit toont het enorme potentieel dat steden hebben om gezondheid en welzijn te verbeteren via beter stedelijk ontwerp.” Maar waar zitten dan de grootste blinde vlekken in het beleid? “Kleinere steden kunnen veel winnen met een beter stedelijk ontwerp: meer dichtheid, compactheid en middelhoogbouw. Ook kunnen ze meer duurzame vervoersopties stimuleren zoals fietsen en openbaar vervoer. Grotere steden hebben vaak al een compact ontwerp, maar zullen juist harder moeten inzetten op milieukwaliteit: luchtvervuiling verminderen, meer stedelijk groen aanleggen en de effecten van hittestress beperken”, aldus Mueller.
Een ander opvallend punt: hoewel kleinere steden vaak omgeven zijn door natuur, is die natuur lang niet altijd te voet bereikbaar vanuit woonwijken. “Dat geeft te denken. We moeten groenzones beter integreren in het stedelijk weefsel”, benadrukt ze.
Op buurtniveau kijken
De kracht van HUDI zit ook in de hoge resolutie van de data. Alle gegevens zijn beschikbaar op een schaal van 250 bij 250 meter. Dat helpt steden ongelijkheden binnen wijken te signaleren. “Dit is een belangrijke tool om het beleid rechtvaardiger te maken, want er kunnen grote verschillen bestaan tussen buurten. Lokale context en ruimtelijke analyse zijn onmisbaar om effectief in te grijpen waar het echt nodig is”, besluit Mueller.
Bekijk de volledige ranking van de 917 steden op de website van de Healthy Urban Design Index.