Het blijft een mysterie hoe het Kuipergordelobject waar New Horizons 1 januari rakelings langs zal scheren, eruitziet.
In de afgelopen dagen heeft NASA enkele nieuwe beelden vrijgegeven van Ultima Thule. En hoewel de afstand tussen het Kuipergordelobject en New Horizons gestaag kleiner wordt, blijft de vorm van Ultima Thule in nevelen gehuld.
TALLY HO ULTIMA THULE!! An ancient relic of solar system formation, 4+ billion miles away, as dark as dirt, & shining only in the faint sunlight of the Kuiper Belt. Here it is, in a New Horizons imaging sequence. SEE IT MOVE, AGAINST THE STARS? TALLY HO! We'll be there on Monday! pic.twitter.com/EExUpK6wLt
— Alan Stern (@AlanStern) 26 december 2018
De beelden hierboven laten mooi zien hoe het Kuipergordelobject geleidelijk aan – naarmate New Horizons dichter bij het object in de buurt komt – groeit en helderder wordt. Maar ook op beelden die op de dag voor kerst zijn gemaakt, blijft het object een schimmige vlek.
Hogere resolutie
En op de foto hieronder is dat niet veel anders. Deze foto werd eveneens op de dag voor kerst gemaakt en gisteren vrijgegeven. De foto is bijzonder, omdat het de eerste foto is die gemaakt is met behulp van de Long Range Reconnaissance Imager (kortweg LORRI), terwijl deze in de hoge resolutie-modus stond. Eerdere beelden die met dit instrument werden gemaakt, hadden een veel lagere resolutie.
Nog 5,8 miljoen kilometer te gaan
Dat er op de beelden nog zo weinig te zien is, is ergens niet verwonderlijk. Op het moment dat New Horizons deze foto’s maakte, was deze nog altijd 10 miljoen kilometer van het Kuipergordelobject verwijderd. Die afstand wordt echter rap kleiner. Inmiddels is de sonde nog zo’n 5,8 miljoen kilometer van Ultima Thule verwijderd en ligt deze nog altijd op koers om over 4 dagen en iets meer dan 18 uur op slechts 3500 kilometer afstand langs het Kuipergordelobject te scheren.
Betere beelden
De komende dagen worden nog betere beelden van Ultima Thule verwacht. En hopelijk komen we dan eindelijk te weten hoe het mysterieuze object eruitziet. Waarnemingen vanaf de aarde suggereerden eerder dat Ultima Thule wel eens uit twee delen kon bestaan die al dan niet aan elkaar vast zaten. Ook bestond het vermoeden dat het Kuipergordelobject wel eens een maantje kon bezitten. Eerder deze maand meldde NASA echter dat er zo op het eerste gezicht op enige afstand van Ultima Thule geen ringen of maantjes te vinden zijn. De zoektocht naar maantjes of ringen die zich zeer dicht bij het Kuipergordelobject bevinden, gaat echter nog door.
Wat weten we wel?
Het blijft dus nog even gissen naar de vorm van Ultima Thule. Maar wat weten we inmiddels wel? Eerdere waarnemingen suggereren dat het object rood van kleur is. En daarnaast zou het ongeveer 30 kilometer groot zijn. Verder hebben onderzoekers berekend dat het object zeer weinig licht reflecteert en dus vrij donker is. Verder weten we eigenlijk niets. “Dat alles gaat dramatisch veranderen op oudejaarsavond en nieuwjaarsdag,” aldus onderzoeker Alan Stern. “New Horizons zal Ultima in kaart brengen, de samenstelling van het oppervlak vaststellen, bepalen hoeveel manen het object heeft en uitvogelen of het ringen of zelfs een atmosfeer bezit. Maar het zal nog meer onderzoek doen en bijvoorbeeld de temperatuur van Ultima meten en misschien ook de massa vaststellen. In een tijdsbestek van 72 uur zal Ultima transformeren van een klein lichtje – een stip op afstand – naar een volledig verkende wereld. Het zal adembenemend zijn!”
Naar verwachting geeft de scheervlucht niet alleen meer inzicht in hoe Ultima Thule in elkaar steekt, maar onthult deze ook veel meer over de jonge jaren van ons zonnestelsel. Aangenomen wordt dat het Kuipergordelobject een soort tijdcapsule is: het object zou sinds de totstandkoming van het zonnestelsel nauwelijks veranderd zijn. Ook kunnen we veel meer te weten komen over de Kuipergordel zelf. Bijvoorbeeld door kraters op Ultima Thule te bestuderen. “Door het aantal inslagen te tellen, kunnen we meer te weten komen over het aantal kleine objecten in de buitenste regionen van het zonnestelsel,” legt onderzoeker Cathy Olkin uit.