Het zou zo uit een actiefilm kunnen komen: wetenschappers hebben in een verafgelegen Afrikaans bos nieuwe miljoenpoten ontdekt die wel heel erg op Star Wars-monsters lijken.
Bij het onderzoek is er zelfs een nieuw geslacht ontdekt: Udzungwastreptus. In totaal zijn er vijf nieuwe soorten gespot en verzameld: Lophostreptus magombera, Attemsostreptus cataractae, A. leptoptilos, A. julostriatus en de spiksplinternieuwe Udzungwastreptus marianae – waarvan het hoofd ook te zien is als bovenstaande achtergrondafbeelding. Wetenschapper Andy Marshall heeft meegewerkt aan het onderzoek. “Het is ongelofelijk dat deze miljoenpootsoorten niet eerder zijn ontdekt,” vertelt hij. “We onderzoeken al een tijd in dit gebied en natuurlijk hopen we altijd om iets nieuws te vinden. We beseften eerst niet hoe significant deze soorten waren – tot het moment dat onze myriapodoloog er onderzoek naar deed. De vondst van deze nieuwe soorten, waaronder een heel nieuw geslacht, laat zien hoeveel we nog te ontdekken hebben in tropische bossen.” Het onderzoek is gepubliceerd in het blad European Journal of Taxonomy.
Tweehonderdpoot
Het team van Marshall heeft de nieuwe miljoenpootsoorten dus gevonden in een verafgelegen Afrikaans bos. Om specifieker te zijn: in het Magombera natuurreservaat in Tanzania. In deze uithoek van de wereld kunnen sommige miljoenpootsoorten wel 35 centimeter lang worden. De onderzoekers laten echter weten dat de gevonden exemplaren vrij klein waren, en (maar) ongeveer 200 pootjes hadden. “We hebben de exemplaren gevonden terwijl we onderzoek deden naar lianen- en bomengroei in het afgelegen Udzungwa-gebergte van Tanzania.” De beestjes zijn inmiddels verhuisd naar Denemarken, waar ze opgeslagen liggen bij de universiteit van Kopenhagen.
Vriend of vijand?
De vondst is belangrijk, omdat deze meer inzicht kan geven over het eeuwige gevecht tussen lianen en bomen in Afrikaanse bossen. Wetenschappers zijn al een flinke tijd bezig met het onderzoeken naar de onderlinge relatie tussen deze twee groepen en lopen al een tijd rond met twee mogelijke theorieën. Volgens de ene theorie kunnen lianen verstikkend werken voor bomen, omdat ze veel bladeren kunnen groeien waardoor bomen zonlicht mislopen. De andere theorie beweert juist het omgekeerde: lianen kunnen bomen erg helpen, omdat hun bladeren erg snel naar beneden vallen. Hierdoor voorkomen ze dat onkruid op kan schieten, wat uiteindelijk betekent dat de boom meer grondstoffen tot zich kan nemen. Marshall legt uit: “De miljoenpoten kunnen ons helpen om twee verschillende theorieën te testen. Volgens de ene theorie werken lianen als een pleister op een wond, volgens de andere theorie verstikken ze juist het bos.”
Fotosynthese
Miljoenpoten zijn belangrijk, omdat ze over de grond kruipen en de blaadjes opeten die naar beneden vallen. Ze zijn dus als het ware de vuilnismannen van het Afrikaanse bos. Echter blijft het daar niet bij: “We verzamelen heel regelmatig miljoenpoten van verschillende groottes. We doen dit om te meten hoe het bos zich herstelt, omdat we aan de miljoenpoten kunnen zien hoe gezond het bos zelf is.” Dit is omdat, door het eten van de bladeren, de miljoenpoten uiteindelijk ook dus de grond- en voedingstoffen verwerken van de boom – waaronder de koolstoffen die erin zitten. Misschien ken je het nog van de middelbare school: bij fotosynthese wordt er energie uit zonlicht gehaald om CO2 om te zetten in glucose en zuurstof. Als de boombladeren dus heel veel CO2 bevatten, maar minder zuurstof en glucose, is dat een teken dat er iets ontbreekt: energie van zonlicht.
Door dus de miljoenpoten te onderzoeken in een lab kan uiteindelijk bepaald worden hoe het zonlicht verdeeld wordt tussen de lianen en de bomen – en dus kan vastgesteld worden hoe het met het bos als geheel gaat en wat de invloed van de lianen nu precies is. Wetenschappers maken zich namelijk al een tijd zorgen wat betreft lianen: recent onderzoek wijst uit dat lianen harder zijn gaan groeien door de opwarming van de aarde. De hamvraag is natuurlijk: is dat een goede ontwikkeling, of juist niet? Dat is dus nog grotendeels onbekend. Hopelijk kunnen de miljoenpoten ons dan ook een pootje helpen om het antwoord op die vraag definitief te vinden.