Nieuw onderzoek zet het idee dat de mysterieuze snelle radioflits in twee smaakjes komt, op losse schroeven

Een internationaal team van onderzoekers – waaronder ook een Nederlandse wetenschapper – heeft de trilingsrichting van licht van niet-herhalende snelle radioflitsen vergeleken met die van herhalende snelle radioflitsen. En dat levert een grote verrassing op.

Dat is te lezen in het blad The Astrophysical Journal. Voor de studie bestudeerden astronomen de polarisatie – oftewel de trillingsrichting – van het licht van 128 zich niet herhalende snelle radioflitsen (zie kader). De polarisatie van het licht is lastig te meten, maar kan wel inzicht bieden in de oorsprong van de flitsen én bevat een afdruk van alle magneetvelden die de flits onderweg is tegengekomen.

Snelle radioflits
Snelle radioflitsen behoren tot de helderste explosies in het universum, die voornamelijk radiogolven uitzenden. Eén enkele flits bevat zelfs tien biljoen keer het jaarlijkse energieverbruik van de hele wereldbevolking. Snelle radioflitsen zijn maar van korte duur. Zo duurt elke flits slechts een duizendste van een seconde. Snelle radioflitsen zijn er in twee ‘smaakjes’: er zijn eenmalige en repeterende radioflitsen. Hoe deze snelle radioflitsen precies ontstaan, is – hoewel de eerste radioflits reeds in 2007 werd ontdekt – nog altijd onduidelijk. Wel zijn er sinds kort sterke aanwijzingen dat magnetars – neutronensterren met een extreem krachtig magnetisch veld – er iets mee te maken hebben.

Om meer inzicht te krijgen in de oorsprong van snelle radioflitsen, bogen wetenschappers zich nu dus over de trillingsrichting van licht van 128 snelle radioflitsers die slechts eenmalig acte de présence hadden gegeven. Ze maakten daarbij gebruik van data verzameld door CHIME, een Canadese radiotelescoop.

De resultaten
Het onderzoek onthult allereerst dat van de 128 bestudeerde snelle radioflitsers er 89 duidelijk lineair gepolariseerd licht hadden uitgezonden. Bij 29 andere snelle radioflitsen was er waarschijnlijk geen of weinig gepolariseerd licht uitgezonden. En over de polarisatie van het licht van de overige 10 bronnen konden de onderzoekers – door een verstoord signaal – geen uitspraken doen.

Vergelijking
Omdat in een eerder onderzoek al gekeken was naar de polarisatie van repeterende snelle radioflitsen konden de onderzoekers de polarisatie van het licht van ‘hun’ 128 eenmalige flitsers gelijk vergelijken met de polarisatie van het licht van eerder onderzochte snelle radioflitsers die herhaaldelijk acte de présence hadden gegeven. En dat leverde een grote verrassing op, zo vertelt onderzoeker Ziggy Pleunis. “Tot onze verrassing bleken er geen duidelijk waarneembare verschillen in de polarisatie tussen de non-repeaters en de repeaters. Dat is verrassend, want eerder onderzoek toonde verschillen aan qua duur en bandbreedte tussen non-repeaters en repeaters, dus ik dacht dat we ook een duidelijk verschil in polarisatie zouden vinden.”

Twee smaakjes, of toch één?
Dat dat er niet blijkt te zijn, hint er voorzichtig op dat herhalende en niet herhalende snelle radioflitsen veel meer op elkaar lijken dan gedacht. “Het zou zomaar kunnen, maar nu ben ik aan het speculeren, dat herhalende flitsers en niet-herhalende flitsers dezelfde oorsprong hebben,” vertelt Pleunis.

Niet herhalende flitser is herhalende flitser in ruste?
In dat geval zou het bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat niet herhalende flitsers vroeger wel herhalende flitsers waren, maar het nu gewoon wat rustiger aan doen. Een andere optie is dat niet-herhalende flitsers zich in een minder extreme omgeving bevinden en daarom wat minder vaak flitsen. Meer onderzoek is echter nodig om dat helemaal helder te krijgen.

Het onderzoek van Pleunis en collega’s licht trouwens ook een tipje van de sluier op als het gaat over de oorsprong van niet herhalende flitsers. Zo zijn er sterke aanwijzingen dat deze zich in sterrenstelsels bevinden met een geringe dichtheid en bescheiden magnetische velden. “Die sterrenstelsels lijken veel op onze eigen Melkweg,” vertelt onderzoeker Ayush Pandhi.

Bronmateriaal

"Oorsprong van snelle radioflitsers beter in beeld dankzij gepolariseerd licht" - Astronomie.nl
Afbeelding bovenaan dit artikel: CHIME / Dunlap Institute

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd