Taalkundige Wilbert Heeringa bezocht de afgelopen drie jaar 80 plaatsen in Nederland en Vlaanderen om dialectverandering in kaart te brengen. “Deze week heb ik nummer 80 kunnen afstrepen”, zegt Heeringa. Met speciale software onderzoekt hij hoe taal de afgelopen jaren is veranderd. Wat blijkt: steeds meer Nederlanders spreken geen dialect, maar regiolect.
Voor het onderzoek interviewde Heeringa twee mannen van boven de 60 en twee vrouwen tussen de 20 en 40 jaar. Zij moesten een Charlie Chaplin-film mondeling overbrengen op een andere dialectspreker, teksten schriftelijk vertalen en vervolgens teksten vergelijken van verschillende delnemers en tot een compromis komen.
WIST U DAT…
Op basis van twintig dialecten is Heeringa in staat om een prognose te doen. “Daaruit blijkt dat het klanksysteem het meest resistent is tegen dialectverandering. Op woordniveau gaat het juist heel snel. Neem het Groningse woord scheuveln voor schaatsen. Dat wordt door Groningse jongeren niet meer gebruikt. Die zeggen nu schoatsen. Ze gebruiken dus een Nederlands woord met een Groningse uitspraak.” En zo lijkt het met de meeste dialecten te gaan. “Jongeren spreken over het algemeen geen dialect meer, maar eerder een regionaal gekleurd Nederlands. Dat zie je met name in de Randstad, maar ook daarbuiten.”
Toch geldt dit niet voor alle plaatsen. “In Roodeschool (Groningen) spraken de jonge vrouwen veel authentieker dialect dan de oude mannen. Dat soort afwijkende resultaten is natuurlijk ontzettend interessant”, zegt de taalkundige.