Ze hebben een antilichaam gevonden dat de door het nieuwe coronavirus veroorzaakte infectie mogelijk kan stoppen.
Dat meldt het Erasmus Magazine. Dat magazine plaatst overigens direct een belangrijke kanttekening bij de ontdekking: het antilichaam moet nog op mensen getest worden. En dus kan het nog wel even duren voor de behandeling – als deze ook effectief blijkt – kan worden ingezet. Toch is het goed nieuws. Want onderzoekers zijn er nog niet eerder in geslaagd om een antilichaam te vinden dat reageert op het nieuwe coronavirus.
Een antilichaam is een eiwit dat reageert op lichaamsvreemde stoffen, zoals een virus. Antilichamen hechten zich aan de lichaamsvreemde stof, waarna het immuunsysteem deze onschadelijk kan maken. Mensen kunnen antilichamen zelf aanmaken. Dat gebeurt bijvoorbeeld als je gevaccineerd wordt tegen een virus. Daarbij wordt een stukje van dat virus of een dood virus ingebracht, waarop je lichaam antilichamen aanmaakt die direct in actie kunnen komen als ze dit virus later daadwerkelijk tegenkomen. Het antilichaam dat de onderzoekers nu gevonden hebben, werkt iets anders, zo is in het Erasmus Magazine te lezen. Het zou dienst kunnen doen als medicijn en blijft daarbij een paar weken in het lichaam aanwezig. Het helpt de patiënt – waarschijnlijk – om te herstellen, maar kan niet voorkomen dat deze patiënt als deze jaren later opnieuw met het virus in aanraking komt, ziek wordt.
Het antilichaam is opgespoord door onderzoekers aan het Erasmus MC in Rotterdam en de Universiteit Utrecht. Hun paper dat de route naar het antilichaam en de eigenschappen ervan beschrijft, staat inmiddels online, maar heeft nog geen peer-review ondergaan. Dat betekent dat het nog niet door vakgenoten beoordeeld is.
Behandeling en diagnose
Het antilichaam kan op twee manieren worden ingezet om het nieuwe coronavirus te bestrijden. Enerzijds kan het – wanneer het daadwerkelijk de infectie blijkt te blokkeren – gebruikt worden om mensen die het virus oplopen, te behandelen en genezen. Daarnaast kan het antilichaam ook een belangrijke rol gaan spelen in het diagnosticeren van een infectie.
Geduld
Zover is het echter allemaal nog niet. Want het antilichaam heeft nog een lange weg te gaan voor het daadwerkelijk ingezet kan worden in de bestrijding van het virus. De komende tijd zullen belangrijke vragen over dit antilichaam beantwoord moeten worden. Zo zal uit onderzoeken moeten blijken of het daadwerkelijk in staat is om een door het COVID-19-virus veroorzaakte infectie te stoppen. En ook niet onbelangrijk; men moet aantonen dat het veilig – dus zonder al te nadelige bijwerkingen – kan worden ingezet. Deze onderzoeken kosten vanzelfsprekend een hoop tijd.
SARS en MERS
Dat het onderzoekers gelukt is om in korte tijd een antilichaam te vinden, is te danken aan het feit dat coronavirussen in de afgelopen jaren al vaker voor beroering hebben gezorgd. De onderzoekers waren namelijk al bezig met het ontwikkelen van antilichamen tegen onder meer MERS en SARS. En daartussen bleek dus ook een antilichaam te zitten dat reageert op het virus dat nu voor zoveel paniek zorgt.
De onderzoekers hopen dat hun studie binnenkort in het blad Nature wordt gepubliceerd. Maar nu reeds kan hun werk op veel belangstelling rekenen van mensen wereldwijd. Of de behandeling die de onderzoekers voor ogen hebben op tijd klaar is om nog een rol van betekenis te kunnen spelen in de pandemie, is afwachten.