Neanderthaler maakte ‘lijm’ in een oventje op wat nu de bodem van ‘onze’ Noordzee is

Zo’n 50.000 jaar geleden maakte een Neanderthaler in wat nu de Noordzee is, een werktuig dat bestond uit steen en berkenpek. En dat is indrukwekkend.

Zo op het eerste gezicht leek het niet eens zo bijzonder: het stukje steen dat een amateur-archeoloog op de Zandmotor – een kunstmatige zandbank voor de Nederlandse kust – aantrof. Maar vervolgonderzoek wijst nu uit dat het om een wetenschappelijke topvondst gaat. Het stukje steen blijkt namelijk een 50.000 jaar oud, door een Neanderthaler gemaakt, werktuig te zijn. En daar blijft het niet bij. Het werktuig is namelijk ook nog eens uit twee materialen opgebouwd: een stukje vuursteen én berkenpek. Het laatstgenoemde goedje kan twee functies hebben vervuld: of het werd gebruikt om het stukje vuursteen aan een ander object vast te plakken of het hielp de Neanderthaler om het stukje vuursteen beter vast te kunnen houden. Hoe het ook zit: de vondst is bijzonder en onthult opnieuw dat de Neanderthaler veel kundiger en vaardiger was dan lang werd gedacht.

Over de vindplaats
Hoewel het stukje vuursteen op de Zandmotor werd teruggevonden, is het oorspronkelijk afkomstig van de bodem van de Noordzee. De Zandmotor – zoals gezegd een kunstmatig aangelegde zandbank – is namelijk opgespoten met behulp van zand dat een tiental kilometers vanuit de kust is verzameld. De bodem aldaar is nu met behoorlijk wat water bedekt, maar dat was zo’n 50.000 jaar geleden – toen een Neanderthaler hier aan het knutselen sloeg met berkenpek en vuursteen – wel anders. Toen lag hier geen zee, maar een bewoonbaar landschap dat ook wel Doggerland wordt genoemd. Pas vanaf zo’n 10.000 jaar geleden begon het landschap – doordat de IJstijd ten einde liep en de zeespiegel ten gevolge daarvan steeg – plaats te maken voor een zee.

Waardevol en bijzonder
Dat Neanderthalers berkenpek gebruikten, is niet nieuw. Maar het bewijs ervoor is schaars. Tot voor kort waren ons in Europa slechts twee vindplaatsen van werktuigen met berkenteer bekend. Namelijk: Campitello in Italië en Königsaue in Duitsland. De werktuigen met berkenpek die op laatstgenoemde locatie zijn aangetroffen, zijn het oudst; datering wijst uit dat ze zo’n 200.000 jaar geleden werden vervaardigd. Juist het feit dat de vindplaatsen van werktuigen met berkenpek zo schaars zijn, maakt de vondst voor de Nederlandse kust zo waardevol en bijzonder.

Het werktuig is voor ongeveer een derde met berkenteer bedekt. Mogelijk gaf de pek de Neanderthaler wat meer grip op het werktuig. Afbeelding: RMO.

Wat bovendien opvalt, is dat de berkenteer op alledrie de plekken op een vergelijkbare manier geproduceerd is. En dat vertelt ons veel meer over de Neanderthaler, zo betogen de onderzoekers in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences. Zo wijst het erop dat Neanderthalers structureel aanzienlijk wat tijd en energie investeerden in het maken van samengestelde werktuigen.

Scheikundige kennis
Dat daarbij berkenpek werd gebruikt, is alleen nog maar indrukwekkender. Berkenpek wordt verkregen uit de bast van de berk. Er zijn verschillende methoden voor, zo bleek uit eerder onderzoek van wetenschappers van de Universiteit Leiden, en de ene methode is net wat ingewikkelder dan de andere. Maar elke methode vereist een zekere mate van planning en een soort basale kennis van ‘scheikunde’ die ertoe leidt dat men de te ondernemen stappen in de juiste volgorde uitvoert. Een analyse van het berkenpek op het werktuig dat voor de Nederlandse kust is aangetroffen, wijst uit dat de Neanderthaler die dit werktuig maakte, het berkenpek op de meest ingewikkelde en tijdrovende manier verkreeg, namelijk door de berkenbast in een soort zelfgemaakt oventje te verhitten.

Hier zie je de drie verschillende zijden van het werktuig. Wie het werktuig graag met eigen ogen aanschouwt, kan nog tot 12 januari 2020 in het Rijksmuseum van Oudheden terecht; het werktuig heeft een plekje gekregen in de centrale hal van het museum. Afbeelding: Frans de Vries.

Dat er nu juist aan de rand van het leefgebied van Neanderthalers – in een bar en uitdagend en aan veranderingen onderhevig landschap – bewijs is gevonden voor de evolutie van complexe technologieën, zoals het verkrijgen en benutten van berkenteer, is veelzeggend. In hun paper leggen de onderzoekers uit dat over het algemeen wordt aangenomen dat complexe technologieën alleen kunnen ontstaan in grote groepen die zich niet of nauwelijks verplaatsen. Wat deze vondst laat zien, is dat complexe technologieën ook in kleine groepen mensachtigen die zich wel door het landschap verplaatsen, zijn ontstaan. En juist de uitdagingen waar deze mensachtigen gedurende hun leven voor kwamen te staan, lijken de drijvende kracht achter het bedenken van innovatieve oplossingen, zoals samengestelde werktuigen, te zijn. “In die zin heeft de ontdekking op de Zandmotor (…) implicaties voor ons begrip van de gehele geschiedenis van technologie en de veelzijdigheid en de toepassing van complexe technologieën door Neanderthalers in het bijzonder,” zo concluderen de onderzoekers.

Bronmateriaal

"Middle Paleolithic complex technology and a Neandertal tar-backed tool from the Dutch North Sea" - PNAS
"Neanderthalerlijm uit de Noordzee" - Rijksmuseum van Oudheden
Afbeelding bovenaan dit artikel: Rijksmuseum van Oudheden

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd