Waarom hebben landen met veel olie, gas of mineralen vaak economische problemen in plaats van voorspoed? Een nieuwe studie biedt een antwoord: natuurlijke rijkdommen kunnen een springplank naar welvaart zijn, maar alleen als ze zorgvuldig worden beheerd en geïnvesteerd in de toekomst van het land.
Promovendus Charan van Krevel onderzocht waarom het toch nog vaak fout gaat. Hij richt zich in zijn onderzoek vooral op natuurlijke hulpbronnenconversie. Natuurlijke hulpbronnenconversie is het proces waarbij de inkomsten uit natuurlijke rijkdommen, zoals olie of kolen, worden geïnvesteerd in duurzame projecten. Denk hierbij aan onderwijs, infrastructuur, gezondheidszorg en zelfs het herstellen van natuurlijke hulpbronnen, zoals bossen of landbouwgrond.
In zijn onderzoek doorbreekt hij de mythe dat landen met veel hulpbronnen vanzelf rijk worden. Integendeel, veel van deze landen zien hun Inclusive Wealth (een combinatie van menselijk kapitaal, geproduceerd kapitaal en natuurlijk kapitaal) op de lange termijn afnemen. In totaal gebruikte Van KRevel data uit meer dan 140 landen om inzicht te krijgen in de bestedingen van het natuurlijk kapitaal.
Snelle groei, langetermijnrisico
Het onderzoek legt een groot probleem bloot: hoewel veel ontwikkelingslanden snelle economische groei boeken door het winnen van natuurlijke hulpbronnen, gaat dit vaak ten koste van hun toekomst. Natuurlijke rijkdommen worden uitgeput, maar de opbrengsten worden niet altijd effectief geïnvesteerd in nieuwe vormen van kapitaal.
Bijvoorbeeld, landen die sterk afhankelijk zijn van olie-export slagen er vaak niet in om zich te ontwikkelen tot welvarende economieën. Zonder slimme investeringen lopen ze het risico op dalende levensstandaarden zodra de hulpbronnen opraken.
De rol van sterke instellingen
De studie benadrukt dat de kwaliteit van wetten, beleidsmaatregelen en (bestuurlijke) instellingen, bepalen of natuurlijke rijkdommen een zegen of een vloek zijn.
Van Krevel ziet Noorwegen en Botswana als goede voorbeelden waar verstandig met de inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen is omgesprongen.
Landen met sterke instellingen investeren de inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen in onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur. Deze investeringen dragen bij aan duurzame ontwikkeling, waardoor toekomstige generaties meer bezitten dan de huidige generatie gebruikt.
In landen met zwakke instellingen gaan de inkomsten vaak verloren door corruptie of slecht beleid. Hierdoor slagen ze er niet in om menselijk en geproduceerd kapitaal op te bouwen, wat leidt tot gemiste kansen en toenemende ongelijkheid.
Belangrijk is te weten dat corruptie niet alleen op overheidsniveau plaatsvindt, maar ook in de deals met het bedrijfsleven, zowel op nationaal als internationaal niveau.
Leren van Indonesië
Een positief voorbeeld van goed beheer van natuurlijke hulpbronnen is te vinden in Indonesië als lokale overheden het voor het zeggen hebben. In die regio’s waar lokale overheden aanzienlijke extra inkomsten uit grondstoffenbelastingen ontvingen, werd een groot deel van het geld geïnvesteerd in onderwijs.
Lokale politici kozen voor langetermijninvesteringen in scholen en publieke voorzieningen, wat van groot belang is voor duurzame ontwikkeling. Dit laat zien dat inkomsten uit natuurlijke rijkdommen, mits goed beheerd, de levenskwaliteit aanzienlijk kunnen verbeteren.
Van Krevel zegt wel dat het interessant is om te zien dat de lokale overheden in het land het een stuk beter voor elkaar hebben dan de nationale overheid. Hij vergelijkt het met Groningen en het gas: de investeringskeuzes waren ‘waarschijnlijk duurzamer geweest als de provincie het geld had uitgegeven en niet Den Haag’.
De risico’s van hulpbronnenexport
Een andere belangrijke bevinding is dat het exporteren van natuurlijke hulpbronnen vaak een negatief effect heeft op duurzame ontwikkeling, vooral in landen met zwakke bestuurssystemen. Hoewel export snelle inkomsten oplevert, leidt het niet altijd tot investeringen die het land op de lange termijn ten goede komen.
In plaats van te focussen op export, kunnen landen hun natuurlijke rijkdommen gebruiken om binnenlandse projecten te verbeteren, zoals onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur. Dit levert langdurige voordelen op in plaats van kortetermijnwinsten.
Een duidelijke route voorwaarts
De boodschap van het onderzoek is duidelijk: natuurlijke hulpbronnen zijn geen garantie voor welvaart. Landen moeten hun rijkdom zorgvuldig beheren door te investeren in nieuwe vormen van kapitaal—zoals onderwijs, infrastructuur en natuurbehoud—om de toekomst veilig te stellen.
De conclusie lijkt zo simpel: verstandig beheer van natuurlijke hulpbronnen vandaag zorgt voor welvaart morgen. Als landen hun rijkdom goed benutten, kunnen ze duurzame groei realiseren en toekomstige generaties een wereld vol kansen nalaten en niet alleen lege olievelden en uitgeputte mijnen.
Het onderzoek wordt vrijdag 21 december 2024 gepubliceerd.