Onderzoekers hebben bewijs gevonden dat het leger van Napoleon tijdens de terugtocht van Moskou niet leed aan één, maar twee verschrikkelijke ziekten.
Een nieuw onderzoek laat zien dat Napoleons Grande Armée tijdens de dramatische terugtocht uit Rusland in 1812 niet leed aan vlektyfus, dat wordt veroorzaakt door de bacterie Rickettsia prowazekii. In plaats daarvan vonden ze restanten van Salmonella enterica, veroorzaker van buiktyfus, en Borrelia recurrentis, dat leidt tot Louse borne relapsing fever (LBRF). De resultaten zijn te vinden in Current Biology.
Catastrofe
Al meer dan twee eeuwen discussiëren historici over de precieze oorzaken van de catastrofe. Verslagen van legerartsen en officieren wezen destijds richting vlektyfus, een ziekte die veel voorkwam onder legers. De vondst van lichaamsluizen, een belangrijke aanwijzing voor de aanwezigheid van vlektyfus, op resten van Napoleons soldaten versterkten dat beeld. De nieuwe studie trekt die aanname in twijfel. “Het is ontzettend spannend dat we met hedendaagse technologie iets kunnen opsporen en diagnosticeren dat al 200 jaar begraven ligt”, zegt hoofdonderzoeker Nicolás Rascovan.
De onderzoekers benaderden de vraag met de nieuwste DNA-technieken in de hand. Ze haalden hiervoor DNA uit de tanden van 13 soldaten die begraven lagen langs de route van de Franse terugtocht. Vervolgens werd via een speciale techniek alle omgevingsverontreiniging verwijderd, zodat overblijvende DNA-fragmenten van ziekteverwekkers betrouwbaar konden worden geïdentificeerd. In tegenstelling tot eerdere analyses werkt deze aanpak ook voor hele kleine gefragmenteerde stukjes DNA.
Dat is belangrijk: heel oud materiaal is vaak in die vorm te vinden. Rascovan: “Oud DNA is vaak te klein en afgebroken om goed de kunnen vinden met oudere analysetechnieken. Met onze methode kunnen we als het ware een breder net uitwerpen en daarbij een groter bereik aan DNA-bronnen ‘vangen’.”
Aanvulling door nieuwe technieken
Opvallend genoeg was er geen spoor te bekennen van de bacteriën die eerder zijn gevonden, zoals R. prowazekii of Bartonella quintana. Volgens het team heeft dit mogelijk te maken doordat andere analysetechnologieën zijn gebruikt. Deze technieken richten zich bijvoorbeeld op het kopiëren van een bekend DNA-doelwit.
De nieuwe techniek werkt anders: deze leest willekeurig veel korte fragmenten uit en kan zo onverwachte ziektemakers aan het licht brengen. In de huidige studie doken zo twee andere ziektes op die blijkbaar dus ook in legers konden woekeren: buiktyfus en LBRF, die net als vlektyfus via lichaamsluizen kan worden overgedragen.
De resultaten laten zien dat de martelgang die het Franse leger moest ondergaan niet mede veroorzaakt werd door één, maar twee verschrikkelijke ziekten. Daarnaast blijkt nu dus ook dat vlektyfus niet altijd als grote boosdoener aangewezen kan worden: soms wordt die rol ingenomen door buiktyfus of LBRF. Daarmee is de klassieke verklaring dus niet ontkracht, maar vooral aangevuld; honger en kou blijven onomstreden factoren.
Ook elke dag vers het laatste wetenschapsnieuws in je inbox? Of elke week?
Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief!
Luister ook naar de Scientias Podcast:


