Nanoplastics worden op de gekste plekken teruggevonden, ook op plaatsen waar nauwelijks een mens komt, zoals op Antarctica. Nu hebben wetenschappers van de Universiteit Leiden ontdekt dat het plastic zich zelfs ophoopt in harten die nog in ontwikkeling zijn. En dat vormt vermoedelijk een gevaar voor onze gezondheid.
Nanoplastics komen voornamelijk via eten en drinken in ons bloed terecht en dus ook in embryo’s. De Leidse onderzoekers vonden de plasticdeeltjes terug in kippenembryo’s, die ze voor het onderzoek gebruikt hebben. Eerder toonden ze al aan hoe slecht dat is voor de gezondheid van de kip. “Tijdens een eerder onderzoek ontdekten we al dat een hoge concentratie nanoplastic in kippenembryo’s kan leiden tot misvormingen van het hart, de ogen en het zenuwstelsel. Maar om echt te begrijpen hoe giftig nanoplastics zijn, hebben we eerst meer informatie nodig over hoe ze zich vanuit het bloed door de rest van het lichaam verspreiden”, vertelt bioloog Meiru Wang in het persbericht van de universiteit.
Eerder keek Wang naar de impact van nanodeeltjes uit piepschuim op kippenembryo’s. Ze zag misvormingen in het hart, het zenuwstelsel en aan de ogen en andere delen van het gezicht. Ze gebruikte toen wel een extreem hoge dosis piepschuim waar normaal gesproken een embryo nooit aan wordt blootgesteld. “Maar het laat zien wat nanoplastics kunnen doen in extreme gevallen bij erg jonge embryo’s. En dat geeft ons richtlijnen voor wat kan gebeuren in minder ernstige gevallen in de ontwikkelingsfase in het echt”, zei Wang daar toen over. Het lijkt erop dat de nanodeeltjes een bepaald type stamcel als doelwit hebben, die zich uiteindelijk ontwikkelen tot delen van het zenuwstelsel, maar ook het hart en gezicht.
Zo groot als een virus
De onderzoeker bracht samen met collega’s nanodeeltjes van het plastic polystyreen in de bloedbaan van de kippenembryo’s. Dit is een veelgebruikt plastic dat je onder meer terugvindt in verpakkingen, speelgoed, kleding en piepschuim. En waarom kippen? “We gebruiken vaak kippenembryo’s als model voor onderzoek naar groei en ontwikkeling. Bij zoogdieren is het veel moeilijker om stoffen toe te dienen of metingen te doen, omdat embryo’s in de baarmoeder van hun moeder zitten”, legt Wang uit.
Normaal gesproken hebben we het over microplastics. Die zijn kleiner dan een halve centimeter. Nanoplastics zijn hooguit 100 nanometer, net zo groot als een virus en dus niet met het blote oog te zien. Zelfs met normale microscopen lukt het nauwelijks, maar daar hebben de onderzoekers iets op gevonden: ze labelden de nanodeeltjes met fluorescentie of europium. Dit zijn zeldzame metalen die niet in ons lichaam voorkomen. “We hebben ontdekt dat de nanoplastics de wanden van bloedvaten kunnen passeren en zich in relatief hoge hoeveelheden ophopen in het hart, de lever en de nieren. De nieren scheidden ook wat van de nanoplastics uit”, vertelt Wang.
Plastic in de hartkussens
Nu hadden ze misschien nog wel verwacht plastic aan te treffen in hartweefsel met bloedvaten, maar ze vonden het ook in de hartkussens, waar helemaal geen bloedvaten zitten. “We denken dat de nanoplastics het hart kunnen binnendringen via de fenestraties. Dit zijn kleine gaatjes binnenin ontwikkelend hartweefsel. Ze spelen gedurende de ontwikkeling een rol bij de vorming en aanpassing van de hartstructuur”, legt Wang uit. Die gaatjes verdwijnen weer als het hart volgroeid is.
Slecht voor het hart
Zo is dus duidelijk geworden hoe de nanoplastics zich verspreiden. De volgende vraag is: hoe schadelijk is dat? Het antwoord is waarschijnlijk niet positief. “Er is bijvoorbeeld al onderzoek dat nanodeeltjes in verband brengt met een hoger risico op een hartaanval of beroerte. Zeker voor een hart in ontwikkeling zouden nanodeeltjes dus best gevaarlijk kunnen zijn”, vertelt Wang, die nog zegt dat zwangere vrouwen niet zomaar nanomedicijnen moeten nemen, omdat de kans bestaat dat de nanodeeltjes in de foetus terechtkomen.
Het is lang niet het eerste onderzoek dat aantoont dat micro- en nanoplastics vermoedelijk slecht zijn voor je gezondheid. Nog geen week geleden schreven we over dat microplastics nu ook in zaadballen zijn teruggevonden en dat heeft mogelijk gevolgen voor de vruchtbaarheid. De zaadballen die meer plasticdeeltjes bevatten, hadden namelijk minder spermacellen.