Nee, het is geen typefout. We bedoelen echt ‘noctalgie’, een spiksplinternieuwe term die verwijst naar de pijn en het verdriet dat gepaard gaat met de teloorgang van onze nachthemel. En de kans is groot dat jij ook wel iets van dat verdriet meekrijgt.
Wat zie jij wanneer je ‘s avonds laat vanuit je achtertuin of balkon naar boven kijkt? Waarschijnlijk aanzienlijk minder dan je opa en oma 50 jaar geleden. Want de nachthemel is in enkele decennia tijd onherkenbaar veranderd én nog altijd aan verandering onderhevig. “Als het zo doorgaat kan een kind dat geboren wordt op een plek waar nu 250 sterren zichtbaar zijn, daar op zijn 18e mogelijk nog maar 100 sterren zien,” zo stelde onderzoeker Christopher Kyba begin dit jaar nadat hij met behulp van burgerwetenschappers onderzocht hoe de nachthemel tussen 2011 en 2022 veranderd was.
Kunstlicht
Het onderzoek van Kyba wees uit dat sterren aan onze nachthemel – zeker in steden – schrikbarend snel verdwijnen. Het is allemaal te herleiden naar de moderne mens die zich klaarblijkelijk nogal onbehaaglijk voelt in het donker en daarom ‘s avonds en ‘s nachts het kunstlicht omarmt. We verlichten onze huizen, de straten en gebouwen en met name steden baden – soms zelfs de hele nacht door – in het licht. Maar dat licht – en de weerkaatsing ervan (beter bekend als skyglow) – verlicht niet alleen onze directe leefomgeving, maar ook de hemel en onttrekt zo steeds meer sterren aan het zicht.
…een derde van de wereldbevolking de Melkweg door lichtvervuiling niet kan zien?
Verlies
Het onderzoek van Kyba is slechts één van de vele studies die de laatste jaren hebben aangetoond dat onze nachthemel in enkele decennia tijd enorm heeft ingeboet. Zodanig zelfs dat de nachthemel eigenlijk de nachthemel niet meer is, zo stellen astronomen in dit korte epistel. En dat doet een beetje pijn. En in hun epistel komen de astronomen zelfs met een benaming voor die pijn: noctalgie. De term verwijst naar de pijn die samenhangt met het verlies van onze nachthemel. Nog een emotie dus die mensen in de 21e eeuw – naast bijvoorbeeld klimaatstress of -angst – te verwerken kunnen krijgen.
Satellieten
Waar wij die emotie wellicht enkel ervaren als we op een heldere avond vanuit onze achtertuin omhoog kijken, ligt dat voor astronomen nog een beetje anders. Zij voelen die pijn ook op de werkvloer. Wanneer ze met krachtige telescopen antwoord proberen te vinden op grote vragen, stuiten ze namelijk in toenemende mate op een nog iets andere bron van lichtvervuiling: (commerciële) satellieten. De lichtsporen daarvan hinderen de observaties van astronomen. En terwijl satellietconstellaties groeien, groeit dat probleem ook. Dat merken ze bijvoorbeeld bij het Zwicky Transient Facility (ZTF) dat ontworpen is om een groot deel van de nachthemel in de gaten te houden en daarbij te zoeken naar objecten met een aan verandering onderhevige helderheid, zoals supernovae en gammaflitsen en bewegende objecten zoals kometen en planetoïden. In 2019 werd nog zo’n 0,5 procent van de beelden van ZTF door lichtsporen van satellieten aangetast. Maar eind 2021 was dat al 18 procent. De strepen hinderen de observaties in het geval van ZTF gelukkig minimaal. “Er is een heel kleine kans dat we een planetoïde of een gebeurtenis die precies achter de satellietstreep schuilgaat, missen,” stelde onderzoeker Tom Prince eerder. Maar voor andere observatoria lijken de gevolgen groter. Zo voorspellen onderzoekers dat het in aanbouw zijnde Vera C. Rubin Observatory – dat onder meer donkere energie en materie gaat onderzoeken en de jacht opent op aardscheerders – er behoorlijk wat hinder van gaat ondervinden.
Actie
De noctalgie van astronomen lijkt dan ook gedoemd om verder toe te nemen. Maar astronomen zijn niet van plan zich daarbij neer te leggen. In hun korte verhandeling, introduceren ze niet alleen de term noctalgie, maar pleiten ze ook voor actie. Zo is het relatief eenvoudig om de lichtvervuiling op het aardoppervlak terug te dringen; we moeten gewoon – waar dat veilig kan – het licht uitdoen. Aanzienlijk gecompliceerder ligt de lichtvervuiling veroorzaakt door satellieten. Er zijn op dit moment geen regels die bedrijven verbieden om de hemel met hun satellieten te verlichten en de ongerepte nachthemel (of wat daar nog van over is) beschermen. Die moeten er wel komen, vinden de schrijvers van de brief. Sterker nog, ze pleiten ervoor om de nachthemel als cultureel erfgoed te bestempelen en vervolgens ook als zodanig te gaan behandelen en beschermen.
Dat is niet zo vergezocht als op het eerste gezicht misschien lijkt. De nachthemel heeft al millennia een enorme impact op het denken, geloven en handelen van mensen. De nachthemel heeft mensen geïnspireerd tot het maken van kunstwerken, verhalen, muziek en mythes. En aan de hand van sterren – die wij nu nog steeds kunnen zien – navigeerden mensen eeuwen geleden naar nieuwe oorden. De nachthemel speelt dan ook een cruciale rol in culturen wereldwijd en de geschiedenis van de mens. En het is één van de weinige stukjes natuur die alle mensen – ongeacht hun woonplaats – kunnen ervaren en met elkaar delen. Al met al genoeg reden om die nachthemel te koesteren, zo schrijven de astronomen. “(De, red.) nachthemel verdient het om beschermd te worden als een erfgoed dat mensen wereldwijd delen, een erfgoed waarvan we hopen dat we het ook voor degenen die lang na ons leven, kunnen behouden.”
…het behoud van de ongerepte nachthemel niet alleen ons mensen goeddoet? Ook dieren die helemaal aangepast zijn aan een leven dat zich (deels) in het donker afspeelt, kunnen ernstige hinder ondervinden van lichtvervuiling. Zo heeft onderzoek uitgewezen dat het vogels, amfibieën en insecten in de war brengt.