In 1918 woedde een pandemie die wereldwijd naar schatting 50 miljoen levens eiste. En verhalen uit die tijd suggereerden keer op keer dat vooral gezonde jongvolwassene ziek werden en stierven. Maar dat klopt niet, zo blijkt uit nieuw onderzoek.
Wetenschappers trekken die conclusie nadat ze zich bogen over de skeletten van 369 mensen die in de vorige eeuw overleden waren. De stoffelijke resten werden voor het onderzoek in twee groepen ingedeeld: de ene groep bestond uit de stoffelijke resten van mensen die vóór de pandemie waren overleden en de andere groep uit stoffelijke resten van mensen die tijdens de pandemie waren gestorven.
Laesies
De onderzoekers gingen vervolgens specifiek op zoek naar laesies in het scheenbeen van de overledenen. Laesies zijn beschadigingen of veranderingen in het weefsel die bijvoorbeeld ontstaan door ziekte, een ongeluk of ondervoeding. Denk bijvoorbeeld aan nieuwe botvorming in reactie op een ontsteking of botbreuk. Door laesies te bestuderen, kunnen onderzoekers vaststellen of deze op het moment van overlijden nog actief waren (oftewel nog niet helende) of dat deze aan het helen waren of zelfs al geheeld waren. Die drie scenario’s hinten stuk voor stuk op onderliggend lijden (in verschillende stadia). “Door te kijken wie er laesies had en of die laesies actief of helende waren op het moment van overlijden, krijgen we een beeld van hoe kwetsbaar deze mensen waren, oftewel wie een grotere kans had om te overlijden,” legt onderzoeker Sharon DeWitte uit. “De resultaten suggereren dat kwetsbare of ongezonde individuen tijdens de pandemie een grotere kans hadden om te overlijden dan mensen die niet kwetsbaar waren,” zo concluderen de onderzoekers in hun studie, verschenen in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences.
Niet verrassend
Het staat haaks op wat verhalen en historische documenten uit die tijd ons willen doen geloven, namelijk dat vooral jonge, gezonde mensen aan de Spaanse Griep ten prooi vielen. Het heeft hoofdauteur Amanda Wissler niet echt verrast, zo vertelt ze aan Scientias.nl. “‘Gezonde mensen’ horen niet te sterven. Talloze studies hebben uitgewezen dat bepaalde mensen in allerlei contexten een grotere kans hebben om te overlijden, waaronder ook in andere pandemieën zoals de Zwarte Dood, maar ook tijdens natuurrampen bijvoorbeeld. Het zou me pas verrast hebben als mensen die gezond waren in 1918 een grotere kans hadden gehad om te overlijden.”
Jong, maar niet gezond
De Spaanse Griep had het dus niet vooral op gezonde jongvolwassenen voorzien, zo moeten wetenschappers concluderen. Wel is het zo dat tijdens deze pandemie opvallend veel jonge mensen kwamen te overlijden. “Jongvolwassenen tussen de 20 en 40 hadden een veel grotere sterftekans tijdens de pandemie van 1918 dan tijdens het gewone griepseizoen of zelfs in vergelijking met andere griepepidemieën,” vertelt Wissler. En daar doet het nieuwe onderzoek niets aan af. Maar wat de studie wel suggereert, is dat de meeste jongvolwassenen die door toedoen van de Spaanse Griep overleden voorafgaand aan de infectie reeds kwetsbaar waren, oftewel niet zo gezond waren als de overlevering ons wil doen geloven.
Tuberculose?
Als ook tijdens de Spaanse Griep met name kwetsbare mensen overleden, roept het feit dat opvallend veel jongvolwassenen door toedoen van de Spaanse Griep bezweken, natuurlijk een interessante vraag op. Namelijk: waarom wat maakte die jongvolwassenen dan zo kwetsbaar? Daar kan Wissler voor nu alleen over speculeren. “Er zijn veel theorieën over waarom jongvolwassenen een grotere kans hadden om te overlijden, waaronder een co-infectie met tuberculose.” Tuberculose kwam in die tijd – vooral onder jongeren – veel voor en kan de jongvolwassenen net genoeg verzwakt hebben om een besmetting met de Spaanse Griep een fatale afloop te geven.
Vervolgonderzoek
Zoals tijdens elke epidemie, zijn er ook tijdens de Spaanse Griep gezonde, jonge mensen bezweken. Maar, zo suggereert dit onderzoek, in de meeste gevallen was er toch sprake van een (nog niet nader gedefinieerde) kwetsbaarheid. Meer onderzoek is echter hard nodig. “Er zijn heel veel mogelijke oorzaken voor kwetsbaarheid tijdens de Spaanse Griep: van ondervoeding tot een lage sociaal-economische status en van niet in staat zijn om in quarantaine te gaan tot een slechter immuunsysteem bezitten. Sommige van die dingen kunnen we gaan testen aan de hand van de skeletten die ook in deze studie zijn gebruikt, andere niet.” Voor nu richt Wissler zich echter eerst op een andere interessante vraag. Zo onderzoekt ze op dit moment aan de hand van dezelfde skeletten of mannen tijdens de pandemie van 1918 een grotere sterftekans hadden dan vrouwen. “Mannen hadden een grotere kans om ernstige COVID-19 te ontwikkelen, dus het is interessant om te achterhalen of we iets soortgelijks gaan zien (onder slachtoffers van de Spaanse Griep, red.).”
En zo is het laatste woord over deze skeletten en de Spaanse Griep dus nog niet gezegd. Dat wetenschappers zoveel tijd en energie stoppen in een pandemie die meer dan een eeuw geleden woedde, is overigens goed te verklaren. Pandemieën zijn namelijk van alle tijden. En daarmee is onderzoek naar wat mensen tijdens zo’n pandemie nu met name kwetsbaar maakt, ook zeer relevant. “Vaak zien we dat de risicofactoren voor ziekten die vandaag de dag voorkomen, hetzelfde zijn als in het verleden,” merkt Wissler op. “Ik kan me nog herinneren dat het nieuws in de VS tijdens de coronapandemie druk berichtte dat mensen die tot een minderheid behoorden of verminderde toegang tot maatschappelijke dienstverlening hadden een grotere kans hadden om ernstig ziek te worden of te overlijden. In het nieuws werd het gepresenteerd alsof dat iets nieuws was. Maar eerdere studies naar de Spaanse Griep hebben al aangetoond dat mensen met een lage sociaal-economische status een grotere kans hadden om ziek te worden en te sterven. En zelfs onderzoeken naar de middeleeuwse Zwarte Dood hebben uitgewezen dat mensen die minder gezond of kwetsbaarder waren, een grotere sterftekans hadden.” Ook hier geldt dus: niets nieuws onder de zon. En daar kunnen we in voorbereiding op toekomstige pandemieën mogelijk ons voordeel mee doen.