Mysterieus en nog altijd onleesbaar Voynichmanuscript lijkt in ieder geval deels over ‘de geheimen van vrouwen’ te gaan

Een mysterieus, middeleeuws manuscript dat onderzoekers al decennialang proberen te lezen, maar nog altijd niet ontcijferd is, lijkt eindelijk een geheimpje prijs te geven. In een nieuw onderzoek suggereren onderzoekers dat het in ieder geval deels over de (seksuele) geheimen van vrouwen gaat.

In 1912 ontdekt boekhandelaar Wilfred Voynich tussen een aantal oude documenten van Jezuïeten een manuscript. Voynich probeert het manuscript – dat vol staat met tekeningen en teksten – te lezen. Maar dat lukt hem niet. Een mysterie is geboren. In navolging van Voynich proberen ook ontelbare cryptologen, taalwetenschappers, astronomen, computerprogramma’s en zelfs geheime diensten het manuscript te ontcijferen. Maar zonder resultaat.

Over het manuscript
Waar het manuscript precies over gaat, is dus onduidelijk. Het lukt onderzoekers maar niet om de tekst te ontcijferen. En ook de vele tekeningen in het manuscript – van onder meer planten of delen van planten, vrouwen en astronomische of astrologische diagrammen – geven weinig duidelijkheid over de inhoud van de tekst. Maar de laatste decennia zijn we door onderzoek wel andere dingen over het manuscript te weten gekomen. Zo weten we inmiddels vrijwel zeker dat het perkament waarop het genoteerd is, uit het begin van de vijftiende eeuw stamt. En tekeningen in het manuscript – waaronder een afbeelding van de dierenriem – hinten erop dat het in het noorden van Italië of zuiden van Duitsland werd opgetekend.

De inhoud
Heel interessant natuurlijk allemaal. Maar hoofdvraag blijft wat er nu in het manuscript staat. In een nieuw onderzoek, verschenen in het blad Social History of Medicine denken wetenschappers nu een tipje van de sluier op te kunnen lichten. Het manuscript gaat volgens hen in ieder geval deels over…seks.

Het onderzoek
De onderzoekers trekken die conclusie nadat ze zich bogen over een deel van het manuscript waar nog niet heel veel onderzoek naar is gedaan. Het gaat om het deel met honderden afbeeldingen van vrouwen. Die vrouwen staan vrijwel allemaal naakt of topless afgebeeld. “Zulke beelden lijken een beetje misplaatst als het manuscript voornamelijk over astrologie, alchemie of kruidenleer zou gaan,” zo schrijven de onderzoekers. “Deze beelden, die grotendeels genegeerd of gebagatelliseerd zijn, vereisen nieuw onderzoek van het manuscript, door de lens van de laat-middeleeuwse wetenschap omtrent seks en gynaecologie, waarnaar (in die tijd, red.) ook wel verwezen werd als ‘de geheimen van vrouwen’.”

Johannes Hartlieb
Om dat te kunnen doen, grijpen de onderzoekers naar het werk van dokter Johannes Hartlieb. Hij was in de vijftiende eeuw de huisarts van de hertog van Beieren-München en leefde dus niet alleen in de tijd dat het Voynichmanuscript werd opgetekend, maar ook in de regio waarin dat waarschijnlijk gebeurde. Tegelijkertijd kan hij de auteur niet zijn, zo benadrukken de onderzoekers. Dat Hartlieb ons toch kan helpen om het manuscript beter te begrijpen, heeft alles te maken met zijn vakgebied en werk. De huisarts schreef namelijk graag, en met name ook over planten, vrouwen, magie en astrologie: onderwerpen waar ook het Voynichmanuscript – afgaand op de tekeningen die erin staan – over lijkt te handelen. En door na te gaan hoe hij tegen die onderwerpen – en dan met name vrouwen – aankeek, kunnen we het Voynichmanuscript – of in ieder geval het deel dat vol staat met afbeeldingen van (vrijwel) naakte vrouwen, wellicht beter begrijpen, zo redeneren de onderzoekers.

Pleidooi voor geheimschrift
En als we dan naar het werk van Hartlieb kijken, zien we allereerst dat de geheimen van vrouwen – een term waarmee in die tijd dus verwezen werd naar de seksuele en reproductieve functies van vrouwen – hem angst aanjoegen. Hartlieb was daarbij vooral bang dat hij door erover te schrijven, bijdroeg aan de verspreiding ervan en daar vervolgens door God voor gestraft zou worden. In één van zijn werken merkte hij dan ook op dat schrijven over de geheimen van vrouwen – denk dan ook aan zaken als abortus en anticonceptie – eigenlijk altijd in geheimschrift moest plaatsvinden. Of hij dat vervolgens ook echt ontwikkeld en gebruikt heeft, is overigens onduidelijk. Maar als het er ooit van gekomen is, kan hij dat pas decennia nadat het Voynichmanuscript het levenslicht zag, in gebruik hebben genomen. Vandaar dat de onderzoekers vrij stellig opmerken dat hij niet de Voynich-auteur kan zijn.

Geheim moet geheim blijven
Maar het werk van Hartlieb kan ons wel helpen begrijpen hoe de laat-middeleeuwer naar ‘de geheimen van vrouwen’ keek. En wat daarbij dus vooral opvalt, is dat Hartlieb er nogal op gebrand leek om die geheimen ook geheim te houden. En hij was niet de enige in die tijd; de onderzoekers bogen zich over nog veel meer teksten uit de late middeleeuwen waarin schrijvers zichzelf als het ware leken te censureren en teksten over het seksleven van vrouwen, de vrouwelijke geslachtsdelen en het functioneren ervan vaak vroegtijdig afbraken. Zo halen de onderzoekers bijvoorbeeld een tekst aan waarin uitgebreid gesproken wordt over de ontwikkeling van een embryo en de bevalling, maar de auteur er naar eigen zeggen bewust voor kiest om de vrouwelijke geslachtsdelen niet te beschrijven, “omdat dat zo gênant is”. En schrijvers die wel openlijk over ‘geheimen van vrouwen’ schreven, werden niet zelden achteraf door hun lezers of redacteur gecensureerd. Als voorbeeld halen de onderzoekers een medisch manuscript uit de veertiende eeuw aan waarin een recept staat voor een anticonceptiemiddel en een recept voor een middel dat de kans op conceptie juist zou vergroten. Het laatstgenoemde recept is onaangeroerd gebleven, maar in het eerste recept is het belangrijkste ingrediënt doorgestreept.

Als we met dat in het achterhoofd naar het Voynichmanuscript kijken, kunnen we wellicht al iets beter begrijpen waarom de auteur ervan – in ieder geval in het deel dat vol staat met (vrijwel) naakte vrouwen – kiest voor geheimschrift. “We denken dat de makers van het manuscript – net als Hartlieb – een mix van gepassioneerde fascinatie en verschrikkelijke gruwel voelden als het gaat om taboe-onderwerpen die vallen onder de noemer van ‘geheimen van vrouwen’,” zo stellen de onderzoekers.

De afbeeldingen
Dat het deel van het Voynichmanuscript dat vol staat met afbeeldingen van (vrijwel) naakte vrouwen echt over de geheimen van vrouwen gaat, leiden de onderzoekers af uit een uitgebreide analyse van de – nog weinig onderzochte – afbeeldingen. “Er zijn illustraties van vrouwen die objecten naast of richting hun geslachtsdelen houden, ogenschijnlijk met de bedoeling deze in hun lichaam in te brengen,” vertelt onderzoeker Keagan Brewer aan Scientias.nl. ”En één vrouw houdt een object vast dat een breed uitlopend handvat heeft, iets wat bedoeld lijkt te zijn om te voorkomen dat het object vast komt te zitten in haar lichaam.”

Rosettes
Maar dergelijk erotische getinte afbeeldingen zijn niet de enige aanwijzing dat de Voynich-auteur zich in dit deel van het manuscript voorzichtig waagt aan het optekenen van de geheimen der vrouwen. Zo hebben de onderzoekers ook uitgebreid gekeken naar één van de grootste afbeeldingen die het manuscript rijk is: de Rosettes. Het is een enorme afbeelding die zo’n 46 centimeter hoog en 48 centimeter breed is en uit negen met elkaar verbonden cirkels bestaat. In het verleden lukte het onderzoekers maar niet om de Rosettes te begrijpen; hypotheses omtrent de betekenis van de afbeelding lopen uiteen van een kaart van Noord-Italië of Centraal-Mexico, tot een levensboom die de totstandkoming van het universum beschrijft of mogelijk zelfs een ontsnappingsroute tijdens een vulkaanuitbarsting. Brewer en collega’s hebben nu nog eens naar de afbeelding gekeken en stellen dat het een soort verkapte weergave van geslachtsgemeenschap en conceptie is. Ze baseren die conclusie op een nauwgezette analyse van de afbeelding én middeleeuwse teksten waarin auteurs hun ideeën omtrent de vrouwelijke geslachtsdelen wél openlijk durfden op te tekenen. Uit die teksten blijkt onder meer dat men in de middeleeuwen dacht dat de baarmoeder zeven kamers telde en de vagina twee openingen had. De Rosettes-illustratie – die dus uit negen grote cirkels is opgebouwd – zou daar een schematische weergave van zijn. Dat wordt verder onderschreven door vijf buisjes die uit één van de Rosettes-cirkels steken; die zouden verwijzen naar de vijf kleine aderen die volgens middeleeuwse artsen in de vagina van maagden te vinden zouden zijn. Ook het idee dat de baarmoeder twee stekels had, zien we in de Rosettes terugkomen; de cirkels rechtsboven en rechtsonder hebben zo’n stekel.

De Rosettes. Afbeelding: via Wikimedia Commons.

Bovendien is ook de middeleeuwse overtuiging dat baby’s voortkwamen uit twee spermacellen – eentje afkomstig van de vader en eentje afkomstig van de moeder – in de tekening verwerkt. Die spermacellen zijn weergegeven in blauw (afkomstig van de moeder) en geel (afkomstig van de vader). Daarnaast zou ook het idee dat zonlicht het sperma helpt om uit te groeien tot een embryo in de afbeelding een plek hebben gekregen; linksboven en rechtsonder is een zonnetje getekend.

Woordgrapje
En op de bomvolle afbeelding is dan ook nog eens plaats ingeruimd voor een woordgrapje, wellicht bedoeld als een aanwijzing die de onwetende lezer/kijker moest helpen de verkapte uitleg omtrent seks en conceptie te ontcijferen. Zo is in de Rosettes ook een ommuurd kasteel getekend. “De aanwezigheid van een kasteel en stadsmuur vereist wel wat uitleg,” zo realiseren de onderzoekers zich in hun studie. “Wat doen kastelen in een wetenschappelijke weergave van geslachtsgemeenschap en conceptie?” De onderzoekers denken het wel te weten; het is een woordspeling omtrent de Duitse term ‘schloss’, een woord dat kasteel of slot betekende, maar ook wel gebruikt werd om de vrouwelijke geslachtsdelen aan te duiden.

De rest van het manuscript
En zo lijkt het Voynichmanuscript dus in ieder geval ten dele over de geheimen van vrouwen te handelen. Of andere delen van het manuscript hierdoor ook in een ander licht komen te staan, is nog onduidelijk. “We denken niet dat het gehele manuscript over de geheimen van vrouwen gaat,” stelt Brewer. “Het lijkt bijvoorbeeld onwaarschijnlijk dat de vele planten die in het manuscript staan, daar allemaal aan gelieerd zijn. Maar we hebben nog geen onderzoek gedaan naar hoeveel planten er precies beschikbaar waren voor gebruik ten behoeve van de voortplanting en de gezondheid van de geslachtsdelen.”

Opmaat naar meer
Brewer en collega’s zien hun studie dan ook vooral als de opmaat naar meer. Zo pleiten ze voor meer onderzoek naar het werk van artsen en apothekers die in de eerste helft van de vijftiende eeuw in zuid-Duitsland of het noorden van Italië actief waren. Een beter begrip van hun overtuigingen kan ons wellicht helpen om het manuscript beter te begrijpen en uiteindelijk misschien zelfs te ontcijferen.

Brewer hoopt bovendien dat het nieuwe en uiterst serieuze onderzoek naar het Voynichmanuscript onze kijk op het werk voorgoed verandert. “Ik hoop vooral dat onze studie een breed scala aan theorieën die geen hout snijden en mensen veel meer bezig houden dan eigenlijk zou moeten, voorgoed onderuit schoffelt. Denk dan aan de theorie dat het manuscript een hoax is, de theorie dat het afkomstig is van aliens of zijn oorsprong vindt in Mexico, etc. Het is tijd om die ideeën los te laten.” En in plaats daarvan de serieuzere hypothesen omtrent het manuscript – zoals Brewer en collega’s die nu bijvoorbeeld in hun studie presenteren – verder te verkennen. Een hoofdrol is daarin weggelegd voor historici, zo benadrukt Brewer. Maar die zijn vaak wat huiverig als het om het Voynichmanuscript gaat. “Juist omdat het onverdiend de reputatie heeft dat het een document voor ‘gekken’ is,” weet Brewer. “En dat is oneerlijk naar het manuscript toe en naar de vele intelligente en gepassioneerde niet-historici die het al decennialang onderzoeken.” En dat niet alleen; het brengt ons bovendien in een soort vicieuze cirkel, waarbij het gebrek aan specialistisch onderzoek naar het Voynichmanuscript tot nog meer wilde ideeën leidt of die in ieder geval in stand helpt houden, waardoor de kans dat wetenschappers er serieus naar gaan kijken, nog verder afneemt. “En die negatieve vicieuze cirkel hopen we nu te doorbreken.”

Bronmateriaal

"The Voynich Manuscript, Dr Johannes Hartlieb and the Encipherment of Women’s Secrets" - Social History of Medicine
Interview met Keagan Brewer
Afbeelding bovenaan dit artikel: via Wikimedia Commons

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd