Mysterie opgelost: zo wurmt die slimme kolibrie zich door een gaatje dat veel te klein voor hem is

Van een muis weten we wel dat hij door een gat zo smal als een potlood past, maar ook kolibries weten zich door de nauwste gaatjes te wringen in hun zoektocht naar voedsel. Nu is eindelijk duidelijk hoe ze dat doen.

Kolibries staan bekend om twee eigenschappen: met een lengte van 7 tot 13 centimeter zijn ze piepklein. Een flink insect is groter. En daarnaast kunnen ze heel goed vliegen. Ze klapperen snel met hun vleugeltjes en zijn zo in staat om op één plek te blijven hangen, razendsnel om te keren en zelfs achteruit te vliegen. Ze kunnen echter minder goed dan veel andere vogels hun vleugels inklappen. “Tenzij kolibries een andere strategie gebruiken om zich door nauwe openingen te manoeuvreren, lukt het ze niet om door gaten heen te vliegen van minder dan een spanwijdte breed”, zegt onderzoeker Marc Badger van de University of California, Berkeley.

Op zoek naar suiker
Maar aangezien ze dat wel kunnen, was de vraag lange tijd: hoe dan? En daar is Badger samen met collega’s, onder wie onderzoeker Kathryn McClain, achter gekomen. De vliegensvlugge vogeltjes beschikken over twee unieke manieren om door gaten heen te komen die amper een halve spanbreedte groot zijn.

“We hebben een vliegarena opgezet die uit twee delen bestaat en vroegen ons af hoe we de vogels konden trainen om door een gat van 16 vierkante centimeter te vliegen in de afscheiding die de arena in twee helften verdeelt. Toen kwam Kathryn op het geweldige idee om afwisselende beloningen te gebruiken”, vertelt Badger, die uitlegt dat er aan de voederbak van de beestjes alleen een beetje suikeroplossing werd toegevoegd als ze wisten terug te keren naar het voederbakje aan de overkant, om de kolibries, die een spanwijdte hebben van zo’n 12 centimeter, aan te moedigen heen en weer te fladderen.

Steeds kleinere gaatjes
Toen dat lukte, gingen de onderzoekers het een beetje moeilijker maken. De diameter waar de vogels doorheen moesten zien te komen, ging van 16 naar 12 naar uiteindelijk 6 centimeter, een halve spanwijdte dus. Ondertussen filmden ze de manoeuvres van de vogeltjes. Maar daarna begon het pas: om te achterhalen hoe de kolibries het precies voor elkaar kregen, schreef Badger een computerprogramma waarmee de positie van de snavel kon worden gevolgd op het moment dat ze de opening naderden en erdoorheen gingen. Ook werd de locatie van de uiteinden van de vleugels in kaart gebracht om hun vleugelposities uit te rekenen als ze door het gat vlogen.

Een prachtige kolibrie. Foto: OGPhoto

Dat maakte een hoop duidelijk. De kolibries gebruikten namelijk twee unieke strategieën. Ze bleven even kort voor de opening zweven om hem eerst te bestuderen, voordat ze er zijwaarts doorheen gingen. Daarbij bewogen ze één vleugel vooruit terwijl ze de tweede juist achter zich hielden. Ze vormden daarmee bijna een kruis, terwijl ze nog steeds met hun vleugels fladderden om door de opening te komen. In de tweede strategie bewogen ze hun vleugels juist allebei naar achter, strak tegen hun lichaam aan, en schoten ze als een soort kogel vooruit met hun snavel eerst. Daarna bewogen ze hun vleugels direct voorwaarts en begonnen ze weer te fladderen toen ze veilig door het gat waren.

Steeds meer zelfvertrouwen
Hoe slim de kolibrietjes zijn, blijkt wel uit hun aanpak: in het begin als ze nog niet precies weten hoe groot het gat is, kiezen ze voor de eerste, voorzichtigere methode. Maar hebben ze die eenmaal een paar keer gedaan, dan krijgen ze meer zelfvertrouwen en schieten ze volgens de tweede methode door het gat heen met hun snavel vooruit. Alleen bij de kleinste openingen van minder dan een spanbreedte wijd hadden de vogels geen keus dan met hun vleugels naar achter erdoorheen te gaan om botsingen te voorkomen.

Met behulp van deze twee strategieën lukt het die kleine kolibrietjes dus om ondanks hun gebrekkige vermogen om hun vleugels in te klappen toch door kleine gaatjes te vliegen in hun zoektocht naar voedsel. Eerst bewegen ze nog langzaam en voorzichtig zijwaarts vliegend door het gat, maar als ze stoerder worden gaan ze gewoon met hun snavel eerst. En dat gaat bijna altijd goed. Slechts één keer in het experiment kwam een vogel vol in botsing met de afscheiding, maar ook toen herstelde hij snel en deed een succesvolle tweede poging om bij zijn lekkere suikerhapje aan de andere kant van de ruimte te komen.

Bronmateriaal

"Sideways maneuvers enable narrow aperture negotiation by free-flying hummingbirds" - Journal of Experimental Biology
Afbeelding bovenaan dit artikel: app1rwd / Getty (via Canva.com)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd