Wetenschappers hebben ontdekt dat mos op Hawaï zich al duizenden jaren kloont. En opvallend genoeg werkt dat prima!
De wetenschappers bestudeerden het mos Sphagnum palustre (gewoon veenmos). Dit mos moet ooit op Hawaï terecht zijn gekomen. Een lastige opgave, want hoe bereikten zaden van dit mos ooit dit eilandje? De onderzoekers bedachten dan ook dat het niet aannemelijk is dat het mos het eilandje meerdere malen bereikte. Het zou logischer zijn als het mos eenmaal geluk had en voet aan wal kreeg op Hawaï.
Diversiteit
De wetenschappers startten een onderzoek om te achterhalen of dat ook echt zo was. Ook bestudeerden ze de genetische diversiteit van het mos op Hawaï en vergeleken het met soortgelijk mos op andere plaatsen.
Eén bron
Het onderzoek levert de volgende conclusies op. Zo blijkt het mos op Hawaï inderdaad afkomstig te zijn van één bron. Deze bron zou zo’n 49.000 tot 51.000 jaar geleden op Hawaï zijn gearriveerd. Maar het wordt nog opvallender. Het mos blijkt zich namelijk aseksueel voort te planten. Het zet ‘nageslacht’ op de wereld door zichzelf te klonen. En dat al duizenden jaren lang!
Opvallend
Dat laatste is met name heel erg opvallend. Over het algemeen wordt aangenomen dat klonen op lange termijn geen slimme zet is. Wanneer twee organismen seks hebben, vermengen de genen zich. Dat leidt tot grote genetische diversiteit. En dat is belangrijk. Want een diverse samenleving is minder kwetsbaar.
Opvallend genoeg is de populatie S. palustre op Hawaï ondanks het feit dat deze zich middels klonen voortplant zeer divers. En kan deze zich dankzij die diversiteit al duizenden jaren handhaven. Blijkbaar sluit klonen genetische diversiteit niet uit. En blijkbaar betekent klonen niet dat een organsisme maar een relatief kort bestaan is beschoren.