In het opwarmende Noordpoolgebied worden Wolfspinnen groter, waardoor ze voor meer nakomelingen zorgen en zich tot verschillend voedsel wenden. Inclusief soortgenoten.
Misschien denk je bij het woord kannibalisme niet gelijk aan een getoornd hoopje Wolfspinnen. Toch deinzen deze beestjes er niet voor terug om een hapje van elkaar te nemen. Onderzoekers zijn er in een nieuwe studie achtergekomen dat Alaskaanse Wolfspinnen zich steeds vaker te goed doen aan soortgenoten. De reden? Het opwarmende klimaat.
Wolfspinnen
“Wolfspinnen komen voor in bijna elk terrestrisch ecosysteem,” vertelt onderzoeker Amanda Koltz aan Scientias.nl. “Ze zijn onder andere te vinden in bossen en graslanden maar komen voornamelijk voor in toendragebieden. Wolfspinnen zijn opportunisten, wat betekent dat ze zich voeden met dat wat beschikbaar is. Ze reageren bovendien uiterst goed op veranderingen in hun omgeving, waardoor ze een goed voorbeeld zijn om de effecten van klimaatverandering te begrijpen.”
Groter
Onderzoekers kwamen al eerder tot de ontdekking dat naarmate het Noordpoolgebied warmer wordt, Wolfspinnen groter worden. “In jaren dat sneeuw eerder smolt, waren Wolfspinnen de zomer daarop groter dan voorheen,” licht Koltz de betreffende studie toe. “Vermoedelijk heeft dit ermee te maken dat Wolfspinnen meer tijd hadden om hun buikje rond te eten, waardoor ze groter worden.” Nu borduren wetenschappers hierop voort. De onderzoekers reisden af naar twee locaties in Alaska en namen hier plaatselijke Wolfspinnen onder de loep die van nature in lichaamsgrootte verschillen. “Ik vroeg me af of er een verband bestaat tussen enkele belangrijke kenmerken van een populatie spinnen – bijvoorbeeld hoeveel jongen er zijn versus het aantal volwassenen – en de ecologie van de Wolfspinnen,” vertelt Koltz.
De onderzoekers kwamen tot een wat merkwaardige ontdekking. “Ik ving minder jonge spinnen naarmate vrouwelijke Wolfspinnen groter waren,” vertelt Koltz desgevraagd. En dat is vreemd, aangezien grotere vrouwtjes voor meer nakomelingen zorgen. “We hadden daarom juist verwacht meer jonge spinnen rond grotere vrouwtjes te vinden. Dat we het tegendeel bewezen, suggereerde dat er ‘iets’ plaatsvond waardoor er rond grotere vrouwtjes minder jongen wisten te overleven. In eerste instantie dachten we dat dit te wijten was aan meer parasieten die zich mogelijk richtten op de eierzak (het spinsel waarin zich de eieren bevinden van sommige geleedpotigen, red.) van grotere vrouwelijke Wolfspinnen. Maar al gauw wisten we deze theorie te ontkrachten.”
Kannibalisme
Inderdaad, de werkelijke reden heeft niets met parasieten te maken. “Uit onze analyse blijkt dat daar waar de spinnen groter zijn, ze ook verschillende rooien eten,” legt Koltz uit. En je voelt ‘m waarschijnlijk al aankomen. De onderzoekers kwamen tot de wat lugubere ontdekking dat de Wolfspinnen zich aan elkaar te goed deden. Het blijkt dat de Wolfspinnen transformeren in ware kannibalen wanneer ze worden blootgesteld aan grotere dichtheden. Anders gezegd, doordat Wolfspinnen groter worden, produceren ze meer nakomelingen, waardoor het hol te vol dreigt te worden en ze daarom maar elkaar beginnen op te peuzelen. “Door soortgenoten te kannibaliseren verminder je de concurrentie omdat het aantal spinnen afneemt,” licht Koltz verder toe. “Het is dus een weerspiegeling van de toegenomen concurrentie tussen spinnen en hulpbronnen en niet noodzakelijkerwijs een teken dat ze liever elkaar opeten.”
Of kannibalisme de beestjes ook echt goed doet, is nog maar net de vraag. “Uit andere onderzoeken is gebleken dat Wolfspinnen die alleen soortgenoten eten, lang niet zo lang leven als de spinnen die een gevarieerder dieet volgen,” zegt Koltz. “Het betekent dat langdurige kannibalisme misschien niet echt voordelig is. Wolfspinnen zullen echter blijven kannibaliseren als andere prooien niet beschikbaar zijn of als de dichtheid te hoog dreigt te worden.”
Balans
Ondanks dat de hoeveelheid Wolfspinnen door een warmer klimaat toeneemt, betekent dit dus niet gelijk dat er straks buitensporig veel spinnen door het landschap krioelen. De populatie wolfspinnen in het wild reguleert zichzelf eigenlijk door te voorkomen dat een groot aantal jonge spinnen de volwassen leeftijd bereikt. “Hoeveel kannibalisme er plaatsvindt, hangt waarschijnlijk af van de hoeveelheid hulpmiddelen,” zegt Koltz. Kannibalisme is dus een belangrijke – maar ook een iet wat brute – manier om het aantal spinnen dat om dezelfde middelen concurreert, te beperken. “Meer spinnen resulteert dus in meer kannibalistisch gedrag.”
De bevindingen uit de studie hebben belangrijke implicaties. Want naarmate klimaatverandering doorzet en het Noordpoolgebied steeds verder opwarmt, zal ook de lichaamslengte van Wolfspin blijven toenemen, met alle gevolgen van dien. “Dit project richtte zich uitsluitend op het Noordpoolgebied,” zegt Koltz. “Maar mogelijk blijven onze bevindingen niet beperkt tot deze regio, of zelfs tot Wolfspinnen. De resultaten herinneren ons eraan dat veranderingen in lichaamsgrootte van ongewervelden als gevolg van klimaatverandering grote ecologische gevolgen kunnen hebben, waaronder veranderingen in concurrentie, voeding en de bevolkingsstructuur.”