Om aan zijn dagelijkse aanbevolen hoeveelheid kilocalorieën te komen – naar schatting waren dat er zo’n 100.000 – nuttigde de megalodon naast enorme walvissen, ook wel eens iets kleinere zeebewoners.
Tot die conclusie komt een internationaal team van onderzoekers nadat ze gefossiliseerde tanden van de monsterachtige haaien analyseerden. De analyse wijst uit dat de megalodon een veel breder dieet kende dan gedacht, zo schrijven de onderzoekers in het blad Earth and Planetary Science Letters.
De megalodon – voluit Otudus megalodon – is de grootste roofvis die ooit op aarde heeft rondgezwommen. De haai kon meer dan 20 meter lang worden en domineerde de oceanen tussen 20 en 3 miljoen jaar geleden. Zijn eetlust moet lastig te stillen zijn geweest; onderzoekers schatten dat de megalodon een caloriebehoefte kende van zo’n 100.000 kilocalorieën per dag. En aangenomen wordt dat de haai in die behoefte voorzag door prooien te eten die in de voedselketen direct onder hem stonden. Maar het nieuwe onderzoek trekt die aanname nu in twijfel en suggereert dat de megalodon veel minder kieskeurig was en zijn neus ook niet optrok voor prooien die een wat lagere plaats in de voedselketen innamen.
Zink
Voor het onderzoek keken de wetenschappers specifiek naar de verhouding tussen twee zinkisotopen: zink-64 en zink-66. Wanneer organismen iets eten waar zink in zit, krijgen ze deze isotopen binnen en slaan ze deze op in hun spieren en organen. Maar niet in dezelfde mate; er wordt minder zink-66 opgeslagen dan zink-64. Een vis die een andere vis oppeuzelt, houdt daar dus minder zink-66 aan over dan zink-64. En wanneer een andere vis vervolgens die vis weer oppeuzelt, zal die daar naar verhouding wéér minder zink-66 aan overhouden. Zo raken zink-64 en zink-66 naarmate je hoger in de voedselketen komt, steeds meer uit verhouding. En zo kan de verhouding tussen die twee zinkisotopen dus meer inzicht geven in wie er onder en boven aan de voedselketen staat.
Reconstructie
Dat de megalodon in zijn tijd boven aan de voedselketen stond, staat buiten kijf. En aangenomen wordt dat de monsterachtige haai zijn eetlust stilde met prooien die direct onder hem in de voedselketen stonden. Maar klopt dat wel? Om dat te achterhalen, reconstrueerden de onderzoekers eerst de voedselketen uit de tijd van de megalodon. De megahaai stond daarbij – natuurlijk – bovenaan, met direct onder zich grote haaien, en daaronder kleinere haaien en de voorouders van moderne walvisachtigen en dolfijnen. Met daaronder weer vissen die zich tegoed deden aan mosselen, slakken en kreeftjes. Een vrij strikte hiërarchie lijkt zich af te tekenen. Maar de megalodon lijkt zich daar tijdens het eten weinig van te hebben aangetrokken. Hij deed zich namelijk lang niet alleen tegoed aan wat zich in de voedselketen direct onder hem ophield. Dat schrijven de onderzoekers nadat ze naast de verschillende organismen die ten tijde van de megalodon de mariene voedseleten vormden, ook verschillende populaties megalodon, bestudeerden.
Twee populaties, twee iets andere diëten
De wetenschappers bogen zich daartoe over tanden van megalodons die zijn teruggevonden in het Duitse Sigmaringen én megalodontanden die in het vier uur verderop gelegen Passau zijn ontdekt. Wat daarbij opvalt, is dat de verhouding tussen zink-64 en zink-66 in de in Passau teruggevonden tanden verschilt van die van de in Sigmaringen ontdekte tanden. Het hint erop dat de verschillende populaties megalodon ook een iets ander dieet kenden, waarbij de megalodons in Passau zich veel vaker dan in Sigmaringen tegoed deden aan prooien die wat lager in de voedselketen stonden. “Het wijst erop dat ze (de megalodons, red.) qua dieet veel flexibeler waren dan gedacht en dat het opportunistische supercarnivoren waren die in staat waren om dwars door de voedselketen hun voedsel te vergaren,” zo schrijven de wetenschappers in hun studie.
De megalodon at zeker grote prooien die direct onder hem in de voedselketen stonden. Als die er echter even niet waren of de kans zich voordeed om prooien die lager in de voedselketen stonden, te grijpen, was de megalodon zeker niet kieskeurig en deed hij zich ook rustig tegoed aan kleinere prooien. “Megalodon was flexibel genoeg om zich te voeden met zeezoogdieren en grote vissen, zowel aan de top van de voedselketen als op lagere niveaus – afhankelijk van wat er beschikbaar was,” concludeert onderzoeker Jeremy McCormack.