De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) moet steeds vaker dansen naar de pijpen van haar geldschieters. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van de BMJ Group.
Meer dan de helft van alle donaties van de invloedrijke Gates Foundation aan de WHO ging tussen 2000 en 2024 naar vaccinatieprogramma’s en polio, terwijl andere belangrijke gezondheidsthema’s zwaar ondergefinancierd bleven.
Het onderzoek, dat deze week is gepresenteerd in BMJ Global Health, werpt een kritisch licht op hoe geldstromen de prioriteiten van de WHO bepalen. De organisatie, die officieel onafhankelijk zou moeten opereren, blijkt in de praktijk sterk afhankelijk van externe donoren. En die hebben zo hun eigen voorkeuren.
Miljarden voor vaccins
In totaal schonk de Gates Foundation tussen 2000 en 2024 5,5 miljard dollar aan de WHO en daarvan ging ruim 3,2 miljard naar polio. 2,9 miljard werd besteed aan vaccinprojecten. Ter vergelijking: slechts 0,2 procent van het geld werd uitgegeven aan water en sanitaire voorzieningen en 0,7 procent aan het versterken van gezondheidssystemen. En dat terwijl juist die thema’s hoog op de prioriteitenlijst van de WHO staan.
De cijfers laten bovendien zien dat niet-overdraagbare ziekten, zoals hart- en vaatziekten, kanker en diabetes, in het verdomhoekje zitten, terwijl ze verantwoordelijk zijn voor 74 procent van alle sterfgevallen wereldwijd, waarvan driekwart in lage- en middeninkomenslanden.
Donoren bepalen
De WHO krijgt haar geld uit twee bronnen: verplichte bijdragen van lidstaten en vrijwillige donaties van landen en organisaties. Maar inmiddels komt maar liefst 90 procent van het WHO-budget uit die vrijwillige bijdragen en bijna al dat geld is ‘geoormerkt’. Dat betekent dat het alleen mag worden uitgegeven aan specifieke projecten die de donoren zelf bepalen.
De onderzoekers waarschuwen dat dit systeem de onafhankelijkheid van de WHO ondermijnt. “De verplichte bijdragen van lidstaten liggen ver onder het niveau dat nodig is om de strategische doelen van de WHO te financieren. Daardoor is de organisatie gedwongen te vertrouwen op vrijwillige bijdragen van donoren”, schrijven ze. “Het gevolg is dat de thema’s waar donoren wel interesse in hebben veel middelen krijgen, terwijl andere cruciale projecten niet van de grond komen of onderbemand blijven.”
Wat als de VS vertrekt?
De situatie wordt nog ingewikkelder nu de Verenigde Staten, momenteel de grootste geldschieter van de WHO, hebben aangekondigd in januari 2026 uit de organisatie te stappen. De VS droeg jarenlang het meeste bij aan de WHO, gevolgd door de Gates Foundation (met 9,5 procent van het totale budget sinds 2010), Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Als de Amerikaanse bijdrage wegvalt, zal dat de macht van private spelers zoals de Gates Foundation alleen maar vergroten. Daarmee komt de WHO nog verder onder invloed van partijen die hun eigen agenda nastreven, hoe goedbedoeld die ook mag zijn.
Toch wijzen de onderzoekers erop dat de schuld niet alleen bij de Gates Foundation ligt. “We moeten niet vergeten dat het de lidstaten zelf zijn die hebben nagelaten hun verplichte bijdragen te verhogen in lijn met de groeiende noden van de WHO”, schrijven ze. “Daardoor is de organisatie feitelijk gedwongen om afhankelijk te zijn van vrijwillige donaties.”
De WHO waarschuwde eerder al dat het huidige financieringsmodel op de lange termijn onhoudbaar is. Zonder structurele hervormingen blijft de organisatie kwetsbaar voor de invloed van grote donoren. Dit beperkt de WHO ernstig in haar vermogen om de gezondheid wereldwijd te verbeteren.
Met andere woorden: zolang lidstaten hun verantwoordelijkheid niet nemen, zijn het niet de artsen en wetenschappers die de koers van de WHO bepalen, maar de geldschieters.





