Astronomen vermoeden dat rond een planeet die draait rond de ster Kepler-1625 een maantje cirkelt.
De afgelopen jaren zijn er duizenden (kandidaat-)exoplaneten ontdekt. Je zou – afgaand op wat je in ons eigen zonnestelsel ziet – verwachten dat ook verscheidene van deze exoplaneten manen bezitten. Maar het opsporen van die exomanen is zeer lastig gebleken. En tot op heden is het onderzoekers dan ook nog niet gelukt om een exomaan te ontdekken.
Vermoedens
Maar wellicht komt daar dit najaar verandering in. In dit paper stellen onderzoekers namelijk dat ze sterke aanwijzingen hebben gevonden dat rond een ster op zo’n 4000 lichtjaar hier vandaan een planeet met een exomaantje cirkelt. En vervolgwaarnemingen met Hubble – gepland voor oktober dit jaar – zouden uit kunnen wijzen of de onderzoekers het bij het juiste eind hebben.
Het onderzoek
De astronomen bestudeerden 284 door Kepler ontdekte exoplaneten. De omvang van de exoplaneten varieerde sterk: sommige waren ongeveer net zo groot als de aarde. Anderen waren qua grootte meer vergelijkbaar met Jupiter. De planeten stonden stuk voor stuk relatief dicht bij hun moederster: de afstand tot de ster lag tussen de 0,1 en 1 AU (1 AU is de gemiddelde afstand tussen de aarde en de zon). De onderzoekers bestudeerden in totaal meer dan 6000 overgangen (momenten waarop de planeten voor hun ster langsbewegen). Tijdens zo’n overgang bedekt de planeet kortstondig (een deel van) de moederster, waardoor de helderheid van die ster afneemt. In die dipjes zochten de onderzoekers naar aanwijzingen dat rond één van die planeten tevens een maan cirkelde. Uiteindelijk vonden ze die aanwijzingen bij één exoplaneet: Kepler-1625b.
Kepler-1625b
Kepler-1625b zou qua grootte vergelijkbaar zijn met Jupiter, maar wel zo’n tien keer zwaarder zijn. Ook staat de planeet veel dichter bij zijn moederster dan Jupiter bij onze zon staat. De vermeende maan die rond Kepler-1625b cirkelt, zou qua grootte vergelijkbaar zijn met Neptunus. “Hoewel het bestaan van een maan zo groot als Neptunus in de literatuur niet verwacht werd, kunnen we het bestaan ervan op basis van die gronden natuurlijk niet uitsluiten,” zo schrijven de onderzoekers. Wel zullen we – als manen ter grootte van Neptunus echt bestaan – moeten na gaan denken over hun ontstaan. Want aangenomen wordt dat de manen van Jupiter en Saturnus ontstaan zijn uit een accretieschijf rond deze planeten. Maar “het lijkt duidelijk dat een maan van dit type niet gevormd kan zijn in een accretieschrijf rond een planeet”. Hoe zou Kepler-1625b dan aan zijn maan zijn gekomen? Mogelijk heeft de planeet het object met zijn zwaartekracht ingevangen, zo stellen de onderzoekers.
Hubble
Voor nu hoeven we ons echter over de ontstaansgeschiedenis van de maan van Kepler-1625b nog niet druk te maken. Eerst maar eens bewijzen dat de exomaan daadwerkelijk bestaat. De onderzoekers benadrukken op dit moment dat ze slechts een hint voor het bestaan van de exomaan hebben gevonden. “De Kepler-data volstaan niet als we zeker willen zijn van het bestaan van deze exomaan,” zo schrijven de onderzoekers. “Pas na de observaties met de Hubble Space Telescope hebben plaatsgevonden, zou elke bewering omtrent het bestaan van deze maan geloofwaardiger kunnen worden.”
In 2013 beweerden onderzoekers voor het eerst dat ze mogelijk een exomaan hadden ontdekt. In 2014 leek het weer raak te zijn. Maar beide vermoedens draaiden op niets uit. Of het signaal rond Kepler-1625 hetzelfde lot beschoren is, zal dit najaar blijken. Eén ding weten we na al die eerdere teleurstellingen in ieder geval zeker: het vinden van een exomaan is moeilijk. Des te groter zal dan ook de vreugde zijn als we er daadwerkelijk eentje aantreffen.