Wetenschappers hebben ontdekt dat zeker vijf mensen waarschijnlijk Alzheimer hebben ontwikkeld na een – inmiddels verboden – medische behandeling te hebben ondergaan. Zij ontwikkelden de ziekte decennia nadat ze mogelijk met amyloïde-bèta-eiwitten ‘besmette’ groeihormonen, afkomstig van overleden donoren, geïnjecteerd kregen.
Dat schrijven onderzoekers in het blad Nature Medicine. Hun studie handelt over vijf mensen die tussen 1959 en 1985 in Groot-Brittannië leefden en – in verband met een groeiachterstand – groeihormonen toegediend kregen en decennia later Alzheimer ontwikkelden. Het is volgens de onderzoekers geen toeval; ze zijn er tamelijk van overtuigd dat de groeihormonen – die afkomstig waren van overleden donors – besmet waren met eiwitten die met Alzheimer worden geassocieerd. En dat de ontvangers ervan daardoor de ziekte van Alzheimer hebben ontwikkeld.
Creutzfeldt-Jakob
Hoewel doktoren de groeihormonen met de beste bedoelingen toedienden, werd in 1985 al duidelijk dat deze behandeling niet zonder risico was. Een aantal ontvangers van de groeihormonen ontwikkelde namelijk de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. En dat was geen toeval; onderzoek wees uit dat sommige groeihormonen besmet waren met zogenoemde prionen: verkeerd gevouwen eiwitten die bij mensen neurodegeneratieve aandoeningen kunnen veroorzaken.
Alzheimer
In diezelfde tijd werd ook een eerste mogelijke link gelegd tussen de toediening van groeihormonen en de ziekte van Alzheimer. Want vervolgonderzoek wees uit dat sommige patiënten die na de behandeling de ziekte van Creutzfeldt-Jakob ontwikkelden in hun hersenen ook ophopingen van het met Alzheimer geassocieerde amyloïde-bèta-eiwit vertoonden (zie kader).
Alzheimer is een ziekte die in een klein deel van de gevallen erfelijk is en dus te herleiden is naar een afwijking in de genen. Bij het leeuwendeel van de Alzheimerpatiënten is echter geen erfelijke oorzaak te vinden. Hoe de ziekte bij hen precies ontstaat, is nog onduidelijk. Maar vaststaat dat de symptomen ervan – zoals verwardheid, achterdocht, ernstige geheugenproblemen – gepaard gaan met ophopingen van eiwitten die op scans gemaakt van de hersenen van Alzheimerpatiënten goed zichtbaar zijn. Het gaat dan heel concreet om amyloïde-bèta-eiwitten die tussen de zenuwcellen in de hersenen samenklonteren en zogenoemde ‘plaques’ vormen die de communicatie tussen hersencellen bemoeilijken.
Meer onderzoek
Het idee dat de toediening van groeihormonen afkomstig van overleden donoren voor sommige ontvangers weleens tot de ontwikkeling van Alzheimer kon leiden, won in 2018 verder terrein. Toen toonden onderzoekers namelijk aan dat sommige groeihormonen van overleden donoren die nog ergens opgeslagen lagen inderdaad besmet waren met amyloïde-bèta-eiwitten. En dat niet alleen: toen de onderzoekers deze groeihormonen – die dus al decennialang opgeslagen lagen – toedienden bij muizen, ontwikkelden de dieren opnhopingen van deze eiwitten. Het wees erop dat mensen die bloot waren gesteld aan besmette groeihormonen en niet bezweken waren aan de ziekte van Creutzfeldt-Jakob, door toedoen van de behandeling die ze als kind hadden ondergaan op termijn mogelijk Alzheimer zouden ontwikkelen.
Het nieuwe onderzoek
Voor het nieuwe onderzoek bestudeerden wetenschappers acht mensen die als kind – meestal meerdere jaren op rij – groeihormonen van overleden donoren hadden ontvangen en nu in verband met neurologische klachten doorverwezen waren naar het National Hospital for Neurology and Neurosurgery in Londen. Vijf van deze mensen hadden symptomen van dementie en waren al gediagnosticeerd met de ziekte van Alzheimer of voldeden in ieder geval aan alle criteria om daarmee gediagnosticeerd te worden. Deze mensen waren allemaal tussen de 38 en 55 jaar oud toen ze neurologische problemen ontwikkelden. Daarmee waren ze behoorlijk jong, wat erop wijst dat het geen ouderdomskwaal was. Genetisch onderzoek wees vervolgens uit dat de ziekte ook niet erfelijk was. En daarom zijn de onderzoekers er dan ook van overtuigd dat deze mensen de ziekte van Alzheimer verkregen na de medische behandeling die ze decennia eerder ondergingen.
Geen risico
Naar schatting zijn in Groot-Brittannië tussen 1959 en 1985 zeker 1848 mensen met groeihormonen afkomstig van overleden donoren behandeld. Nadat de behandeling in 1985 in verband werd gebracht met neurodegeneratieve aandoeningen, werd deze niet langer gebruikt. Wie groeihormonen nodig had, kreeg voortaan synthetische groeihormonen geïnjecteerd, waarmee geen ziekten kunnen worden overgedragen. En daarmee lopen ontvangers dus al decennialang geen risico meer om door toedoen van deze behandeling neurodegeneratieve aandoeningen te ontwikkelen, zo onderstrepen de onderzoekers. Ook zijn er op dit moment geen andere medische behandelingen bekend die tot de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer kunnen leiden. “Er is geen enkele suggestie dat de ziekte van Alzheimer tijdens dagelijkse activiteiten of routinematige medische zorg van het ene op het andere individu kan worden overgedragen,” zo stelt onderzoeker John Collinge. “De patiënten die wij beschrijven, ondergingen een specifieke en inmiddels al lang niet meer gebruikte medische behandeling waarbij materiaal werd geïnjecteerd waarvan we nu weten dat het besmet was met eiwitten die met ziektes in verband kunnen worden gebracht.”
Hoewel de transmissie die de onderzoekers beschrijven nu dus onmogelijk meer kan plaatsvinden, is het onderzoek wel uitermate relevant. Zo kan het wellicht bijdragen aan ons begrip van de nog altijd tamelijk mysterieuze ziekte van Alzheimer. “Onze resultaten suggereren dat Alzheimer en enkele andere neurologische aandoeningen vergelijkbare ziekteprocessen kennen als de ziekte van Creutzfeldt-Jakob en dat kan belangrijke implicaties hebben voor ons begrip en de behandeling van de ziekte van Alzheimer,” aldus Collinge.