De technologische wapenwedloop neemt een vlucht met onbemande en geautomatiseerde systemen, zoals hypersonische nucleaire raketten. De mensheid heeft daar geen schijn van kans tegen.
Wat er technisch zoal mogelijk is en waarvan we ons ook in Nederland al bedienen op het gebied van wapenontwikkeling, heeft Scientias.nl in het artikel Swarming, jamming & spoofing: welkom bij wapentechnologie anno 2020 recent al uit de doeken gedaan. Maar hoe zit het met de menselijke kant van deze technologische race? Hebben we systemen die de systemen bewaken en hoe controleren we dat deze niet misbruikt worden?
Airwars rapporteert burgerdoden
Het onlangs uitgebrachte rapport van Airwars, de internationale organisatie die burgerbelangen in conflictgebieden monitort, liegt er niet om: in Jemen alleen al zijn tussen 2017 en 2020 tenminste 86 burgers gedood in meer dan 230 luchtaanvallen met drones door de Verenigde Staten.
En drones zijn dan nog niet eens de ergste nachtmerrie in het moderne wapenarsenaal van menig land. Wim Zwijnenburg van Vredesorganisatie PAX, maakt zich dan ook ernstige zorgen over wapentechnologie anno 2020. “We zien een aantal ontwikkelingen die onze alertheid eisen. Ten eerste menen we dat de zogenaamde precisie van veel onbemande en geautomatiseerde wapens een schijnveiligheid biedt. Ze lijken daarmee heel betrouwbaar, maar is geen natuurlijk gegeven. Als je kijkt naar het gebruik van drones door de VS in allerlei geheime zogenaamde ‘doelgerichte executies’ bijvoorbeeld. In theorie zijn deze heel precies en kan er keurig alleen het doel worden gedood, zonder onschuldige slachtoffers te maken. In de praktijk zie je dat de data niet altijd betrouwbaar zijn en je er inderdaad heel precies, de verkeerde en vaak onschuldige mensen mee kan doden. Het wordt er voor de burger niet veiliger op zo.”
Hypersonische kernraketten
“Dan hebben het nog niet eens over hypersonic missile weapons. Dat zijn nucleaire raketten die vele malen sneller gaan dan het geluid en ook nog eens geautomatiseerd zijn. De VS en Rusland beschikken over deze wapens. Er zal geen tijd zijn om te schuilen of te reageren, de reactietijd is zo kort dat verdedigen of terugvuren heel lastig zal worden. Dan is het dus gewoon einde verhaal. Het gaat hier niet om het weg vagen van één stad, maar van een heel land,” waarschuwt Zwijnenburg die wijst op de gevolgen voor de balans in conflicten. “De afschrikkende werking die van de ouderwetse kernwapens uitging, is daarmee ook weg. De angst van een staat die deze wapens gebruikt en een tegenaanval vreest, is weg. Die tegenaanval heb je niet te vrezen, want daar zal geen tijd voor zijn. Daarmee is de wederzijdse angst die de boel in balans hield, voor een groot deel afgenomen.”
Geweld wordt laagdrempeliger
“En daar zit ‘m dan ook een andere ontwikkeling die we niet toejuichen: het gebruik van wapens wordt goedkoper door de moderne technologie en vergt ook steeds minder risicovolle inzet van militairen. Het is aantrekkelijker geworden om dit soort geweld te gebruiken in conflictgebieden en schaduwoorlogen. Als je als defensie jonge mannen en vrouwen hun leven in de waagschaal laat leggen door hen militair in te zetten, dan is dat politiek gevoeliger en zal men terughoudender zijn. Maar als je zo’n conflict kan aangaan zonder dat je militairen in gevaarlijk gebied hoeft te brengen, dan kun je eerder geneigd zijn dat conflict aan te gaan in plaats van te vermijden. De drempel om geweld te gebruiken wordt dus lager,” aldus Zwijnenburg.
Algoritmes in plaats van menselijke afweging
Ook Direct Energy Weapons, waarmee in kader van crowd control op hoge frequentie magnetische golven worden losgelaten op mensenmassa’s staan op het zorgenlijstje van organisaties als Pax en Airwars. “Trump is een voorstander van die wapens en heeft het gebruik bij verschillende gelegenheden overwogen, gelukkig nog niet ingezet. Het zijn hele nasty systemen, waarmee water in de huid wordt verhit en mensen een brandend effect ervaren, en je zelfs brandwonden kunt oplopen,” legt Zwijnenburg uit. Pax ziet tevens een toenemende trend in het gebruik van kunstmatige intelligentie, waarbij de machine de beslissing neemt in plaats van een mens. Afgezien van de twee reeds genoemde landen, spelen ook landen als Turkije, Israël, China, Groot-Brittannië en Frankrijk daar belangrijke rollen in. Zo worden er volgens Pax analisten van Google en Microsoft betrokken bij de ontwikkeling van algoritmes die data voor drones niet alleen verzamelen, maar ook verwerken. Dit betekent dat geweld wordt ingezet op basis van algoritmes, een zorgwekkende ontwikkeling, vindt Zwijnenburg. “De algoritmes worden ingezet op data die beweging en mensen moet kunnen herkennen. Daar komt dan dus geen menselijke afweging meer aan te pas. Israël bijvoorbeeld, heeft al raketten die algoritmes gebruiken, langs de grenzen staan. Turkije daarentegen, claimt weer dat zij beschikken over drones met camera’s die door middel van geautomatiseerde gezichtsherkenning hun doelwit selecteren en uitschakelen. Groot-Brittannië en Frankrijk hebben wapensystemen die tanks herkennen en op basis van deze herkenning automatisch uitschakelen.”
Roep om transparantie over inzet autonome wapens
Zwijnenburg benoemt tevens laserwapens die raketten en drones uit de lucht kunnen schieten en de inzet van nano-technologie, waarbij robotica van 1 tot 100 nanometers kunnen worden ingezet. “Al die ontwikkelingen leiden tot vragen of geweld niet te laagdrempelig wordt, of de data wel betrouwbaar is, of je niet moet vrezen van kopieergedrag van bepaalde gewelddadige groeperingen en tenslotte: hoe controleerbaar de inzet is. Frankrijk heeft laatst bekend gemaakt in de Sahel, vijftig vermeende militanten te hebben uitgeschakeld met drones. Hoe weten we zeker wie er is gedood en hoe? Zeker in gebieden waar weinig journalisten en hulpverleners aanwezig zijn, is het moeilijk de officiële gegevens te controleren. De transparantie van militaire acties wordt minder.”
Militaire discussie intensiveert
Terwijl defensies steeds makkelijker verdedigings- en aanvalswapens gebruiken, die autonoom acties kunnen ondernemen, is Nederland daar terughoudend in. Volgens bekend militair historicus Christ Klep is dat goed te verklaren. “Militairen hebben een haat-liefdeverhouding met de automatisering van wapenmateriaal en de interne discussie over de inzet van autonome wapens is dan ook cumulatief toegenomen. Het is in defensie niet zo vanzelfsprekend om gebruik te maken van nieuwe technologie als in bijvoorbeeld geneeskunde, waar artsen nieuwe mogelijkheden omarmen en veel makkelijker overstappen op bijvoorbeeld robotica te gebruiken in de chirurgie. Dat werkt anders voor een militair, die heeft een aantal basisprincipes, die zich moeilijk laten rijmen met het gebruik van autonome wapens. Zo is het juist een doel om de controle over de situatie te verkrijgen en te houden. Die controle geef je weg als machines menselijke keuzes laat maken. Dat is dus iets waar de gemiddelde militair niet dol op zal zijn.”
Een soldaat wil juist controle over de situatie
Volgens Klep is het in discussie van belang in welke defensiesegmenten de technologie wordt ingezet. “In het leger heb je veel meer techniek nodig dan alleen in het wapenmaterieel, je hebt bijvoorbeeld ook te maken met transport en logistiek. In die opzichten zie je de militaire weerstand tegen de inzet van robotica dan ook minder sterk dan autonomie in wapensystemen, zeker als het gaat om wapens waarmee je aanvalt in plaats van slechts verdedigt. Dan wil een militair op de rem kunnen trappen.”
Klep ziet de Nederlandse attitude tegenover robotica in aanvalssystemen dan ook niet snel veranderen. “Vanuit historisch perspectief is de mentaliteit niet verrassend. Het grote keuzemoment kwam na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog en de inzet van de atoombom. Dat was het moment waarop militairen meenden de zeggenschap te verliezen en dat er blijkbaar alleen een druk op de knop nodig is om een strijd te beslechten in plaats van menselijke inmenging.” De hoeveelheid knoppen zijn in defensies wereldwijd sindsdien echter alleen nog maar toegenomen evenals de bediening ervan. Daarmee zullen ook de vragen over de gevolgen voor mens, dier en planeet prangender blijken.