Wanneer mieren een keuze maken, moeten ze prioriteiten stellen. Die prioriteiten baseren ze op eerdere relevante ervaringen, zo blijkt nu uit nieuw onderzoek. En daarmee zijn mieren opnieuw intelligenter dan gedacht.
Onderzoekers verzamelden een aantal mieren van de soort Temnothorax rugatulus en confronteerden de mieren met een serie keuzes. Zo moesten de mieren telkens tussen twee nesten met elk verschillende kwaliteiten kiezen. Tijdens de ene keuze waren de ingangen van de nesten anders. Op een ander keuzemoment was de blootstelling aan licht in beide nesten anders. Aangezien de mieren een voorkeur hebben voor een kleine ingang en weinig licht, moesten ze prioriteiten stellen: ze konden het niet allemaal hebben. “Het is een beetje vergelijkbaar met mensen die een huis kopen,” vindt onderzoeker Stephen Pratt. “Er zijn zoveel opties om te overwegen: de grootte, het aantal kamers, de buurt, de prijs, een zwembad, enzovoort. Voor mieren is het net zo: hun holen kunnen donker, licht, groot of klein zijn. Met al die factoren is het heel onaannemelijk dat je een huis vindt dat alles heeft wat je in een huis zoekt.” En dus moeten mieren prioriteiten stellen: wat vinden ze de belangrijkste eigenschap van een toekomstig huis?
Op het moment dat mieren tijdens het experiment inderdaad voor die keuze stonden, gebeurde er iets opmerkelijks. Mieren bleken hun prioriteiten op basis van eerdere ervaringen aan te passen. Mieren die eerst een nest moesten kiezen op basis van de hoeveelheid licht die er binnenviel, vonden lichtinval wanneer ze aan het eind van de serie keuzes een definitief huis moesten kiezen, belangrijker dan de breedte van de ingang. En wanneer mieren eerst een keuze moesten maken voor een nest op basis van de breedte van de ingang, vonden ze lichtinval tijdens een later keuzemoment minder belangrijk. Het onderzoek wijst erop dat mieren – net als mensen – het verleden mee laten wegen wanneer ze verschillende opties tegen elkaar afwegen.
Het grote verschil tussen mensen en mieren is echter dat mieren de uiteindelijke keuze als kolonie maken. “Je hebt honderden van deze mieren en op de één of andere manier komen ze tot een overeenstemming,” stelt Pratt. “Hoe doen ze dat zonder iemand die de leiding heeft en ze vertelt wat ze moeten doen?” Nader onderzoek moet dat uitwijzen. “Dit helpt ons te achterhalen hoe collectieve besluitvorming werkt en hoe deze verschilt van individuele besluitvorming. En mieren zijn niet de enigen die collectieve beslissingen nemen: mensen doen dat ook.”