Microplastics zitten meters diep in de bodem – tot grote zorg van archeologen

Archeologen vonden de minuscule plastic deeltjes in bodemmonsters van wel 7 meter diep, wat correspondeert met de eerste of vroege tweede eeuw na Christus. Dat blijkt niet ongevaarlijk: de plastics kunnen archeologisch materiaal beschadigen.

Microplastics zijn kleine plastic deeltjes variërend van 1 μm tot 5 mm en zijn tegenwoordig overal te vinden. In ons voedsel, in onze verzorgingsproducten, in de lucht en in ons eigen lichaam. Ze komen onder meer in het milieu terecht doordat grotere plastic stukken langzaam afbreken, maar ook door de uitstoot van textielvezels en het gebruik van plastic in cosmetica. Dat is niet alleen slecht voor onze eigen gezondheid en die van de planeet: er kan ook veel kennis over vroegere culturen verloren gaan, blijkt nu uit nieuw onderzoek.

De kleine plastic deeltjes kunnen namelijk de chemie van de bodem veranderen en daardoor organisch materiaal aantasten, waardoor de archeologische overblijfselen in gevaar kunnen komen. Dat concluderen onderzoekers van universiteiten van York en Hull nadat ze bodemmonsters onderzochten die in 1988 werden genomen op archeologische vindplaatsen bij het Queens Hotel en de Wellington Row in York. In de studie werden 16 verschillende soorten microplastic-polymeer aangetroffen in zowel hedendaagse als gearchiveerde monsters.

Bodemchemie
De aanwezigheid van microplastics in de bodem is zorgwekkend, vinden de archeologen. De best bewaarde archeologische vindplaatsen, zoals de Viking-vondsten in Coppergate, bevinden zich bijvoorbeeld al eeuwenlang in een stabiele omgeving waardoor organisch materiaal goed bewaard is gebleven. Als er microplastics in deze omgeving zijn, dan kan dat ervoor zorgen dat het organisch materiaal nu wel vergaat, vertelt David Jennings, de CEO van York Archaeology. “De aanwezigheid van microplastics kan en zal de chemie van de bodem veranderen, waardoor mogelijk elementen worden geïntroduceerd die ervoor zorgen dat de organische resten gaan rotten. Microplastics kunnen daarmee de wetenschappelijke waarde van archeologische vindplaatsen in gevaar brengen.”

Microplastics in de jaren ’80
Dat ook zo diep in de grond microplastics aanwezig zijn, komt niet helemaal als een verrassing, vertelt professor John Schofield van de afdeling Archeologie van de Universiteit van York. “Dit bevestigt wat we hadden moeten verwachten: dat de archeologische vindplaatsen die voorheen werden beschouwd als ongerept en rijp voor onderzoek, in feite vervuild zijn met plastic.” Toch is het opvallend dat de deeltjes zijn aangetroffen in monsters die al in de jaren ‘80 zijn afgenomen. “Wij beschouwen microplastics als een zeer modern fenomeen omdat we er pas de afgelopen twintig jaar echt over hebben gehoord”, aldus Jennings. “Eigenlijk pas toen professor Richard Thompson in 2004 onthulde dat ze wijdverbreid zijn in onze zeeën. We zijn dus wel bekend met plastics in de oceanen en rivieren, maar zien nu pas dat ook ons historisch erfgoed giftige elementen bevat.”

Het onderzoeksteam benadrukt dat er meer onderzoek nodig is om precies te bepalen in welke mate microplastics de chemie van de bodem beïnvloeden en daarmee organisch materiaal aantasten. Dat kan grote gevolgen hebben voor het beheer van archeologische vindplaatsen. Op dit moment worden veel archeologische vondsten namelijk ‘in situ’ bewaard. Oftewel, op hun oorspronkelijke locatie zoals ook het geval is in Coppergate. “Maar als de aanwezigheid van microplastics de chemie van de bodem verandert, is het behoud van de archeologie ter plaatse in de toekomst wellicht niet langer passend”, concludeert Jennings.

Bronmateriaal

" The contamination of in situ archaeological remains: A pilot analysis of microplastics in sediment samples using μFTIR" - Science of The Total Environment

Afbeelding bovenaan dit artikel: Sansert Sangsakawrat van Getty Images (via CanvaPro)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd