Mentaal boekhouden: we doen het allemaal, maar is dat wel zo slim?

Hoe denkbeeldige potjes en budgetten je kunnen ruïneren.

Vandaag mogen we je trakteren op een voorpublicatie uit het nieuwste boek van hoogleraar psychologie, Dan Ariely en cabaretier Jeff Kreissler: Geld en gedrag. Het boek onthult hoe geld knoeit met ons brein en laat zien dat we veel minder rationeel met onze centen omgaan dan we zelf misschien denken. In deze voorpublicatie zoomen we in op een bijzondere valkuil waar we allemaal intrappen: het mentale boekhouden, handig met het oog op onze cognitieve beperkingen, maar een ramp voor de portemonnee.

“Jane heeft alles tot in de puntjes georganiseerd en houdt het huishoudpotje zorgvuldig in de gaten, en ze vindt het heerlijk! Ze weet dat haar gezin elke maand een vast bedrag kan besteden aan bepaalde zaken. € 200 aan vermaak. € 600 aan de boodschappen. Ze zet elke maand geld opzij voor onderhoud, de belastingen en medische zorg, ook al heeft ze die maand geen kosten. Ze bergt het geld voor elke uitgavenpost op in een envelop met opschrift, zodat ze, als ze met haar man uit eten wil, in het ‘uit eten’-envelopje kan kijken om te zien of ze het zich kunnen veroorloven. Vakanties worden niet al te lang van tevoren gepland. Als er aan het einde van het jaar nog geld over is in de diverse envelopjes, zet ze dat opzij voor de vakantie. Op die manier heeft het gezin de afgelopen tien jaar mooie reizen kunnen maken. Jane houdt niet van de maand oktober, omdat er dan zeven vrienden en familieleden jarig zijn, en het cadeau-envelopje in een vloek
en een zucht leeg is. Dit jaar koos ze er niet voor om neef Lou niets te geven, of om het vermaak-envelopje aan te spreken om hem een cadeautje te kunnen geven, maar bakte ze een taart voor hem. Hij was 63 er erg blij mee. Ze was daarna wel erg moe.

Jane laat ons een extreem voorbeeld van mentaal boekhouden zien, een andere manier om over geld te denken die ook weinig van doen heeft met reële waarde. Het idee van mentaal boekhouden werd voor het eerst beschreven door Dick Thaler. De kerngedachte is dat we in ons financiële gedrag net zo opereren als bedrijven en organisaties. Als we voor een grote organisatie werken, weten we dat elke afdeling elk jaar een nieuwe begroting krijgt, om daar naar behoeven uit te putten. Als een afdeling te snel door haar geld heen is, jammer dan. Het afdelingshoofd krijgt geen nieuw geld totdat het nieuwe boekjaar is aangebroken. In welke zin is deze benadering van budgetteren relevant voor onze persoonlijke financiën? In ons privé-leven wijzen we ook geld toe aan categorieën, of posten. We zetten geld opzij voor kleren en entertainment, de huur, de energierekening, beleggingen en lekkernijen. We hoeven ons niet aan dit budget te houden, maar budgetteren doen we. En net zoals voor bedrijven geldt, als we al het geld in een bepaalde categorie opmaken, is dat jammer, maar helaas: we kunnen het niet bijvullen (en als dat wel kan, voelen we ons daar schuldig over). Aan de andere kant, als er geld overblijft in een categorie, vinden we het geen enkel probleem om het uit te geven.

Afbeelding: igorovsyannykov / Pixabay.

We doen het allemaal
Misschien gaan we niet zover als Jane, die alles in enveloppen stopt, maar we maken allemaal gebruik van mentaal boekhouden, bewust dan wel onbewust. Een voorbeeld. Stel, we hebben net $ 100 uitgegeven aan een kaartje voor die nieuwe show op Broadway. Als we op de dag van de première aankomen bij de kassa kijken we in onze portemonnee en ontdekken we tot onze grote schrik dat we het kaartje zijn kwijtgeraakt. Gelukkig hebben we nog wel een biljet van $ 100 in onze portemonnee zitten. Zouden we een nieuw kaartje kopen? Als mensen deze vraag moeten beantwoorden, zal een overgrote meerderheid zeggen: nee. Ze hebben immers al geld betaald voor het kaartje, maar dat kaartje is weg, jammer maar helaas. Als we vervolgens aan mensen vragen om zich voor te stellen dat ze toch een nieuwe kaartje kochten, hoeveel zouden ze dan zeggen dat ze in totaal kwijt waren aan het avondje uit? De meeste mensen zouden $ 200 zeggen – de kosten van het oude kaartje én het nieuwe kaartje. Stel nu dat de dag wat anders liep. We hebben geen kaartje van tevoren gekocht, maar willen nog steeds dolgraag naar het theater. Bij de kassa trekken we onze portemonnee en ontdekken we tot onze grote schrik dat we een biljet van $ 100 kwijt zijn. O nee! We zijn $ 100 armer. Gelukkig hebben we nog een biljet van $ 100. Zouden we nu het kaartje kopen of naar huis gaan? In dit geval zou het merendeel van de mensen toch het kaartje kopen. Wat heeft dat verlies van $ 100 immers te maken met het avondje uit? En als we, net als de meeste mensen, toch een kaartje zouden kopen, hoeveel zouden we dan menen kwijt te zijn? In dit geval zouden de meeste mensen $ 100 zeggen.

Logische logica
Hoewel mensen in beide situaties anders zouden reageren, doen ze vanuit economisch perspectief bekeken in wezen hetzelfde. In beide gevallen is er een plan om naar het theater te gaan en is er een papiertje met een waarde van $ 100 kwijt (het biljet of het kaartje). Maar vanuit menselijk perspectief bezien is er een wezenlijk verschil. In het ene geval was het kwijtgeraakte papiertje een kaartje voor het theater; in het andere geval ging het om valuta. Hoe kan een stukje papier nou voor zoveel verschil zorgen? Laten we even teruggaan naar bedrijven en hun begrotingen. Als we budget hebben voor theaterkaartjes en dat budget opmaken (voor een theaterkaartje), vullen we het budget niet meer aan. We krijgen dus geen nieuw kaartje. Maar als we bankbiljetten kwijtraken, biljetten die we dus niet kunnen uitgeven aan specifieke artikelen, vinden we niet dat dat uit een specifieke budgetcategorie komt. We zien dan ook niet de noodzaak om dat ten koste te laten gaan van die bewuste categorie. Dat betekent weer dat er nog steeds geld zit in onze entertainmentcategorie, omdat het verloren geld uit de algemene begroting afkomstig was. Het verlies houdt ons dus niet tegen om te genieten van een avondje patriottische, grove poppenliederen. Die logica klinkt logisch. Wat klopt er dan niet?

WIST JE DAT…

…het boek ‘Geld en gedrag‘ pas op 29 maart verschijnt? Jij hebt dan ook de primeur! En als je Scientias HERO bent – of wordt – hebben we helemaal aan het eind van dit artikel nog meer goed nieuws voor je!

We doen het continu
Vanuit een puur rationeel perspectief bezien zouden onze uitgave-beslissingen niet beïnvloed mogen worden door denkbeeldige begrotingsposten, hoe die ook verschillen in vorm, locatie of tijdstip. Maar dat worden ze wel. We maken ons continu schuldig aan dit mentale boekhouden. Denk maar aan de manieren waarop we ons geld op verschillende ‘rekeningen’ zetten:

  • We zetten geld op betaalrekeningen zonder rente, maar onderhouden ook een saldo op creditcardrekeningen met hoge rente.
  • De hele stad Las Vegas is een fantastisch voorbeeld van mentaal boekhouden. We gaan naar Vegas en zetten al ons geld op een mentale Vegas-rekening. Als we winnen met blackjack, prima. Mooi meegenomen. Als we verliezen, geen zorgen, we hadden dat geld toch al gereserveerd voor Vegas. Maar de waarheid is, ook al kunnen we het geld op elke gewenste mentale rekening zetten: het blijft ons geld. Het voelt alleen anders.” Het volgende fabeltje illustreert dat heel mooi: “een man ging met 5 dollar roulette spelen, had enorm veel geluk en stond op een gegeven moment bijna 300 miljoen in de plus. Vervolgens maakte hij een verkeerde keuze en verloor hij alles weer. Toen hij weer in de hotelkamer kwam en zijn vrouw vroeg hoe hij het gedaan had, antwoordde hij: ‘Ik heb $ 5 verloren.’ Als wij die man zouden zijn, zouden we zeker het gevoel hebben dat we meer dan $ 5 hadden verloren, maar waarschijnlijk zouden we niet het gevoel hebben dat we $ 300 miljoen hadden verloren. Die $ 5, het bedrag waarmee we de avond waren begonnen, is immers het enige geld dat echt als óns geld aanvoelt. We zouden elke gewonnen dollar, van de eerste tot de driehonderd miljoenste, als ‘winst’ categoriseren. In dit geval zouden we weliswaar $ 300 miljoen uit ons winstpotje hebben verloren, maar we zouden het gevoel hebben slechts $ 5 van ons eigen geld te zijn kwijtgeraakt.

Geen van die scenario’s snijdt hout als we bedenken dat al het geld dat we uitgeven, sparen, vergokken of opdrinken feitelijk afkomstig is uit de grote hoop van ‘ons geld’. Het zou niet mogen uitmaken hoe we het geld benoemen, aangezien het allemaal van ons is. Maar zoals we al eerder hebben uitgelegd, wijzen we geld toe aan mentale categorieën, en deze categorisering bepaalt hoe we vanaf dat moment over dat geld denken, of we er problemen mee hebben om het uit te geven (en aan wat) en hoeveel we aan het einde van de maand nog overhebben.

Afbeelding: derneuemann / Pixabay

Onze cognitieve beperkingen
Mentaal boekhouden is geen rationele benadering op geld, maar als we rekening houden met de realiteit van alledag en onze cognitieve beperkingen, kán het een handige strategie zijn. In de echte wereld is het extreem lastig om rekening te houden met alternatieve kosten en de ingewikkelde compromissen van financiële transacties. Mentaal boekhouden geeft ons een handig trucje in ons besluitvormingsproces. Telkens als we iets kopen, zoals koffie, kunnen we niet steeds denken: ‘Dit kan ook een onderbroek zijn, of een gedownloade film op iTunes, of een liter benzine, of welke andere evenwaardige aanschaf dan ook, nu of in de toekomst.’ In plaats daarvan gebruiken we mentaal boekhouden als methode om die koffie als onderdeel van onze ‘voedingspost’ te beschouwen. Op die manier hoeven we alleen maar rekening te houden met de alternatieve kosten die bij die post horen. Dat beperkt ons in ons denken, maar maakt het proces wel beter beheersbaar. Het vereenvoudigt de rekensom. Vanuit dit perspectief bezien is mentaal boekhouden nog steeds niet rationeel, maar het is wel zinvol, zeker gezien onze beperkte rekenkundige capaciteiten.”

Lekker plooibaar
Terug naar de hoofdvraag. Want we hebben gezien dat we ons allemaal en continu schuldig maken aan mentaal boekhouden en dat dit trucje voortvloeit uit onze cognitieve beperkingen, maar is dat erg? In andere woorden: kan dat mentale boekhouden uitmonden in een compleet ander resultaat dan je met al die potjes en budgetten voor ogen had, namelijk geldzorgen of zelfs jouw faillissement? In theorie wel. Want het probleem is dat we nogal inconsequente mentale boekhouders zijn. “Net als in bedrijven is mentaal boekhouden geen panacee, omdat er veel onduidelijkheden meespelen. Net zoals sommige bedrijven door middel van ‘creatief boekhouden’ gebruikmaken van mazen in de wet, maken wij gebruik van onze flexibele uitgavenlogica. We veranderen de regels en verzinnen verhalen om onze uitspattingen te rechtvaardigen. Mark Twain heeft zo’n geval van creatieve manipulatie van de regels beschreven. Toen hij zichzelf tot één sigaar per dag had beperkt, ging hij op zoek naar steeds grotere sigaren, totdat hij er een had gevonden die zo enorm was dat hij hem ‘als kruk’ had kunnen gebruiken. Sociaal wetenschappers noemen deze vorm van creatieve boekhouding ‘plooibaar mentaal boekhouden’.” Een paar voorbeeldjes:

  • We kunnen onze mentale boekhouding wat plooien als we een meevaller hebben. “Zonder er al te veel over na te denken kunnen we dat meevallertje meerdere keren uitgeven, en toestaan dat ons goede gevoel over dat lekkere bedrag onze krimpende spaartegoeden verdoezelt. We gaan ons te buiten en maken onszelf wijs dat al die aankopen gedekt zijn door die ene meevaller, ook al is die betreffende post allang uitgeput.”
  • “En soms, als we er onverhoopt in slagen wat geld te sparen, belonen we onszelf door geld uit te geven aan luxeartikelen die we normaal gesproken niet zouden aanschaffen, hoewel sparen op één mentale rekening ook inhoudt dat je dat niet tenietdoet door geld van een andere rekening op te nemen. Als dat gebeurt – niet altijd, maar vaak genoeg – belonen we goed gedrag met gedrag dat dat goede gedrag meteen weer ondermijnt. € 100 per week sparen is een goed begin, maar dat succes vieren door € 50 uit te geven aan iets wat we anders niet zouden hebben gekocht (zoals een etentje of een cadeautje), helpt ons niet verder met onze financiële toekomst.
  • Een andere methode van creatief boekhouden is integreren. Dat doen we als we vinden dat twee verschillende uitgaven in feite één uitgave zijn door de kleinere uitgave als het ware toe te wijzen aan dezelfde categorie als de grotere. Op die manier maken we onszelf wijs dat we maar één grote uitgave doen, wat psychologisch minder belastend is dan een grote én een kleine uitgave. Zo tellen we bijvoorbeeld de € 200 van een cd-wisselaar op bij de € 25.000 van een auto en beschouwen we beide uitgaven als één ge- 78 heel. Of we kopen een huis voor € 500.000 en tuinmeubilair voor € 600, zodat we lekker op het terras kunnen zitten. We scharen alles onder de aanschafprijs van het huis, en niet onder aparte posten voor huis en tuinmeubilair. Door de uitgaven op die manier te combineren krijgen we niet het gevoel dat we twee keer verlies hebben geleden (het huis én het tuinmeubilair) uit twee verschillende posten (onderdak én inrichting).
  • We spelen ook vals door een verkeerde categorisering te gebruiken. Zo wilde Jane geen geld uitgeven aan een cadeautje voor neef Lou, en dus stond ze uren in de keuken om een taart voor hem te bakken. Die tijd en inspanningen hebben een bepaalde waarde: vier uur die ze ook aan iets anders had kunnen besteden, zoals op de bank zitten of geld verdienen met werk. Was haar tijd financieel gezien méér waard dan de € 15 die ze aan een fotolijstje had kunnen uitgeven? Waarschijnlijk wel (hoewel zelf een taart bakken ook emotionele waarde heeft). Als we puur kijken naar geld – waar het Jane om ging – is € 15 inruilen voor vier uur hard werken een slechte beslissing, maar wel een beslissing die ze nam vanwege slechte categorisering.

Al deze missers zijn te herleiden naar het feit dat onze persoonlijke mentale boekhoudregels specifiek noch afgedwongen zijn. “Vaak gaat het om vage, onuitgewerkte gedachten, en dus is het gemakkelijk om de mazen te vinden als we die willen of nodig hebben. Zoals we al eerder hebben gezien, als we de keuze hebben, zullen de meesten van ons voor de gemakkelijke weg kiezen. We kiezen dan voor de meest aanlokkelijke optie en gebruiken vervolgens alle mogelijke trucjes om onze beslissing te rechtvaardigen zonder er al te veel over te hoeven nadenken, ook als die beslissing betekent dat we onszelf voor de gek houden. De moeite die we nemen om niet te hoeven nadenken is onbegrensd.”

Goed nieuws voor alle Scientias HERO’s! Zij ontvangen het e-book ‘Geld en gedrag’ over anderhalve week – slechts enkele dagen na verschijnen – in hun mailbox! Ben je nog geen Scientias HERO, maar wil je dit e-book ook hebben? Meld je dan voor 1 april aan. Je betaalt eenmalig 25 euro en mag je dan een jaar lang Scientias HERO noemen! Dat betekent dat je elk kwartaal een populair-wetenschappelijk ebook in je mailbox krijgt én de redactie van Scientias.nl steunt. Dankzij jouw bijdrage kunnen we Scientias.nl in de lucht houden en mooie artikelen blijven schrijven. En afgelopen kwartaal konden we dankzij onze HERO’s zelfs de Scientias-app lanceren! Wil je meer weten of jezelf direct als HERO aanmelden? Klik dan hier! Dankjewel!

Bronmateriaal

Afbeelding bovenaan dit artikel: nattanan23 / Pixabay

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd