Mensen die in de buurt wonen van concentratiekampen hebben nog altijd minder op met joden en vreemdelingen

Ook gaat hun steun vaker uit naar radicaalrechtse partijen. Dat blijkt uit een opmerkelijk nieuw onderzoek.

Onderzoekers van de Amerikaanse Rice University trekken die conclusies in het blad American Political Science Review. Ze baseren zich op een grootschalig onderzoek waarin de focus met name op Duitsland lag. Na de locatie van voormalige concentratiekampen in Duitsland te hebben vastgesteld, keken de onderzoekers onder meer naar de waarden en het kiesgedrag van hedendaagse Duitsers in de omgeving van die kampen. Ze ontdekten zo dat hedendaagse Duitsers die dichter bij voormalige concentratiekampen woonden, xenofober waren. Deze Duitsers waren minder tolerant naar Joden, moslims en immigranten toe en bovendien sterker geneigd om radicaalrechtse partijen te steunen.

Relatief klein effect
“De resultaten zijn robuust en consistent,” zo vertelt onderzoeker Jonathan Homola aan Scientias.nl. Tegelijkertijd moet hij benadrukken dat het om relatief kleine variaties gaat. “Volgens onze data is het leeuwendeel van de Duitse populatie vandaag de dag niet xenofoob en zelfs mensen die in de buurt van de voormalige concentratiekampen wonen, zijn niet xenofoob. Wat we ontdekten, is alleen dat mensen die dicht bij de kampen wonen, gemiddeld ietsje meer xenofoob zijn dan mensen die wat verder weg wonen.”

Cognitieve dissonantie
De opmerkelijke resultaten zijn volgens de onderzoekers te herleiden naar een psychologisch mechanisme dat ‘cognitieve dissonantie’ wordt genoemd. “Het idee is dat we allemaal bepaalde overtuigingen, waarden en ideeën hebben,” legt Homola uit. “Wanneer die overtuigingen in strijd zijn met wat we in de echte wereld zien, ervaren we cognitieve dissonantie: een gevoel van psychische stress. Aangezien dat onplezierig is, proberen we dat gevoel te sussen. Een mooi voorbeeld hiervan is de fabel over de vos en de druiven. Een hongerige vos wil wat druiven eten, maar ze hangen te hoog. Dat zorgt voor psychische stress. Aangezien de vos de wijnstok niet kan laten krimpen en de druiven niet op magische wijze te pakken kan krijgen, moet hij een andere manier zien te vinden om dat onplezierige gevoel te laten verdwijnen. Daarom vertelt hij zichzelf dat het waarschijnlijk heel zure druiven zijn. Laten we deze logica nu loslaten op onze studie en een tolerant individu in gedachten nemen dat woont in een gebied waar een concentratiekamp wordt gebouwd. Dit individu kan dan cognitieve dissonantie ervaren en wordt in sterkere mate dan mensen die op grotere afstand van het kamp leven, regelmatig geconfronteerd met de haat en terreur van het Nazi-regime. Aangezien dit individu het kamp niet zomaar kan laten verdwijnen, kan het de dissonantie eventueel oplossen door de eigen overtuigingen af te stemmen op die van het Nazi-regime.” In andere woorden: de afkeer van vreemdelingen of mensen die anders zijn dan zijzelf is voor mensen in de buurt van concentratiekampen een manier om enigszins in het reine te komen met wat er in hun omgeving gebeurt.

Volgende generatie
Dat Duitsers die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog in de nabijheid van concentratiekampen leefden, op deze manier omgingen met wat de Nazi’s in hun directe omgeving uitvoerden, is nog voor te stellen. Maar wat opvalt, is dat hedendaagse Duitsers – waarvan een groot deel de oorlog niet (bewust) heeft meegemaakt – die in de buurt van voormalige concentratiekampen wonen, er vergelijkbare overtuigingen op nahouden en ook ietsje minder tolerant zijn naar joden, moslims en immigranten toe. Hoe is dat te verklaren? “Wij stellen dat individuen tijdens het Nazi-tijdperk te maken hadden met cognitieve dissonantie en daardoor sterker geneigd waren om hun overtuigingen af te stemmen op die van het Nazi-regime. Vervolgens ondergingen deze overtuigingen een proces dat we ‘intergenerationele transmissie’ noemen. In andere woorden: we geloven dat ze – via familie en andere connecties binnen de gemeenschap – aan de volgende generatie werden doorgegeven en dat is de reden dat we deze patronen vandaag de dag nog steeds zien.”

Elders in Europa
En niet alleen in Duitsland. “We vonden hetzelfde patronen in elf verschillende Europese landen,” zo vertelt onderzoeker Jonathan Homola aan Scientias.nl. “Oostenrijk, België, Kroatië, de Tsjechische Republiek, Estland, Frankrijk, Duitsland, Letland, Litouwen, Nederland en Polen. Het is echter belangrijk om te benadrukken dat we buiten Duitsland minder uitgebreide data hebben. Dus hoewel we daar over het algemeen dezelfde patronen zien, kunnen we het door ons voorgestelde psychologische mechanisme erachter (de cognitieve dissonantie, red.) niet testen en alternatieve verklaringen voor de patronen niet zo goed uitsluiten als we dat in Duitsland kunnen doen. Vandaar dat we deze resultaten ook als ‘voorlopig’ bestempelen.”

Implicaties
Het onderzoek heeft volgens Homola een belangrijke implicatie. “Namelijk het idee dat haat die door relatief kortdurende instituten gepromoot wordt, decennialang gehandhaafd kan worden.” Tegelijkertijd – en dat is heel hoopgevend – kan er echter ook vrij gemakkelijk met de uit cognitieve dissonantie voortvloeiende haat worden afgerekend. “De effecten die wij zagen, zijn het sterkst rond kampen met simpele monumenten en zonder originele gebouwen en ze verdwijnen juist rond kampen met ervaringsgerichte monumenten en waar sommige originele gebouwen nog overeind staan. We denken dat het zien van de gebouwen van de instellingen waar deze wreedheden werden begaan, waarschijnlijk een krachtige indruk maakt op individuen die de kampen bezoeken. Het is dan ook mogelijk dat de aan de Holocaust gerelateerde educatie die in deze kampen plaatsvindt, ertoe leidt dat de effecten van cognitieve dissonantie die men in het Nazi-tijdperk ervoer, worden beperkt.”

Daarnaast kan het onderzoek mogelijk de hedendaagse polarisatie en buitensluiting van bepaalde groeperingen, helpen verklaren. Waar eerdere studies in een poging dit politieke klimaat te verklaren, zich nog voornamelijk lieten leiden door hedendaagse factoren, suggereert het onderzoek van Homola en collega’s dat het goed is om ook naar het verleden te kijken. “Onze studie introduceert een aanvullende, historische verklaring voor hedendaagse vooroordelen. Nu politieke ontwikkelingen in de VS en Europa intolerantie jegens gemarginaliseerde groepen weer in de schijnwerpers hebben geplaatst, is het belangrijk om te begrijpen hoe hedendaagse factoren en historisch erfgoed ervoor zorgt dat een politiek van buitensluiting weer aantrekkelijk wordt.”

Bronmateriaal

"Third Reich’s legacy tied to present-day xenophobia and political intolerance" - Rice University
Interview met Jonathan Homola
Afbeelding bovenaan dit artikel: peter89ba (via Pixabay)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd