Dat komt omdat mensen die een optimistische kijk hebben, minder bang zijn voor de uitkomsten van hun taken, zo blijkt uit nieuw onderzoek aan de Universiteit van Tokio.
Het idee dat optimisten niet altijd realisten zijn, klopt aardig. Mensen die de wereld door een roze bril bekijken kunnen namelijk reële risico’s over het hoofd zien, blijkt uit eerder onderzoek. Waarschuwingen als “roken is dodelijk” werken bijvoorbeeld niet als mensen inschatten dat die kans klein zal zijn, legde onderzoeker Tali Sharot eerder uit aan Scientias.nl. Maar ook ideeën als dat het coronavirus vast niet zo erg is of dat we de opwarming van de aarde wel op tijd zullen stoppen, laten de keerzijde van positiviteit zien, stellen studies: als we té optimistisch zijn, weerhoudt dat ons er namelijk van om in actie te komen.
Toch hoeven we ook niet allemaal het glas als half-leeg te zien. Een gezonde dosis optimisme heeft namelijk ook vele voordelen. Zo kunnen optimisten beter omgaan met angsten voor toekomstige gebeurtenissen, hebben zij minder kans op hart- en vaatziekten en leven ze langer. Onderzoekers van de Universiteit van Tokio hebben in een recent onderzoek een nieuw voordeel van optimisme gevonden: het voorkomt uitstelgedrag.
Toekomstbeelden
Dat concludeert onderzoekster Saya Kashiwakura van de Graduate School of Arts and Sciences aan de Universiteit van Tokio. Samen met professor Kazuo Hiraki ondervroeg ze bijna driehonderd Japanse twintigers over hun ideeën over stress en welzijn, en hoe die voor hen in de loop van de tijd zijn veranderd. Daarvoor moesten de deelnemers graven naar ervaringen rondom stress en welzijn van tien jaar geleden tot nu, en nadenken over hun verwachtingen hierover voor de komende tien jaar.
Stress
Op basis van de antwoorden werden de deelnemers ingedeeld in verschillende groepen. In eerste instantie werden ze gegroepeerd op basis van hun toekomstverwachtingen. Binnen deze groepen keken de onderzoekers naar de mate van uitstelgedrag onder deelnemers. Uit die onderverdeling bleek dat niet alleen de mate van al eerder ervaren stress een rol speelt bij uitstelgedrag, maar ook hoe de deelnemers naar die stress kijken en hoe dat beeld erover door de tijd heen veranderde. “Optimistische mensen die geloven dat de stress in de toekomst niet zal toenemen, blijken minder snel ernstige uitstelgewoonten te hebben”, licht Kashiwakura toe.
Opruimen in plaats van studeren
Dat angst voor de toekomst een veroorzaker is voor uitstelgedrag, herkent de onderzoekster uit haar eigen leven. “Al sinds mijn jeugd heb ik last van uitstelgedrag. Ik ruimde mijn kamer op als ik moest studeren voor een toets en gaf prioriteit aan aikidobeoefening (krijgkunst, red.) boven mijn postdoctorale onderzoek. Deze gewoonte om belangrijke taken uit te stellen is een constante uitdaging geweest”, aldus Kashiwakura. De aanleiding voor het onderzoek was dan ook een persoonlijke, vertelt de onderzoekster. “Toen ik besefte dat ik de toekomstige impact van mijn daden niet onder ogen wilde zien, besloot ik dat mijn gedrag moest veranderen.”
Onderwijs
De onderzoekers willen met deze kennis nieuwe manieren ontwikkelen om mensen optimistischer naar zaken te laten kijken om zo uitstelgedrag tegen te gaan. “We hopen dat onze bevindingen nuttig zullen zijn in de onderwijssector”, vertelt Kashiwakura. “Wij geloven namelijk dat studenten betere resultaten zullen behalen en een groter welzijn zullen ervaren als ze hun neiging tot uitstelgedrag wetenschappelijk kunnen begrijpen en actief kunnen werken aan het verbeteren ervan, in plaats van zichzelf de schuld te geven.”
Die kennis heeft Kashiwakura in haar eigen leven al geholpen. “Deze bevinding heeft me geholpen een luchtiger perspectief op de toekomst te krijgen, wat heeft geleid tot een directere aanpak en minder uitstelgedrag.”
Weg met deadlines
Om iets gedaan te krijgen, leggen we onszelf of anderen vaak deadlines op. Maar opvallend genoeg blijkt dat het stellen van géén deadline het meest effectief is. Volgens de onderzoekers komt dat door het principe ‘van uitstel komt afstel’. Bovendien geven deadlines het belang en de urgentie van een taak aan. “Een langere deadline vertelt mensen dat de taak niet urgent of belangrijk is, wat hen toestemming geeft om uitstelgedrag te vertonen.”