Alleen ons sterrenstelsel telt zeker al 100 miljard planeten. En waarschijnlijk zelfs meer. Met die indrukwekkende schatting komen wetenschappers.
“Het is een onthutsend aantal, als je erover nadenkt,” merkt onderzoeker Jonathan Swift van het California Institute of Technology op. Het betekent dat gemiddeld elke ster in ons sterrenstelsel één planeet heeft.
Kepler-32
De onderzoekers baseren hun schatting op een onderzoek naar Kepler-32. Dit is een ster in ons sterrenstelsel die vijf planeten telt. Deze planeten zijn zeer representatief voor de meeste planeten in de Melkweg en kunnen ons dus een goed beeld geven van hoe de meeste planeten ontstaan en hoeveel planeten ons sterrenstelsel ongeveer telt. Bovendien behoort de ster waar deze planeten om draaien tot een klasse sterren die veel in ons sterrenstelsel voorkomt: ongeveer driekwart van de sterren in ons sterrenstelsel behoort tot deze klasse (spectraalklasse M).
Oriëntatie
De ster en de planeten zijn dus niet zo heel bijzonder. Waarom kozen de onderzoekers er dan toch voor om juist Kepler-32 onder de loep te nemen? Simpel: de Kepler-telescoop kan planeten enkel ontdekken als hun oriëntatie gunstig is en de rand van een planetair systeem op de telescoop gericht is. Kepler kijkt dan exact tegen de baan die de planeten om de ster maken, aan. Dus elke keer als een planeet voor de ster langs beweegt, ziet Kepler het licht van de ster geblokkeerd worden. Door de door Kepler waargenomen veranderingen in de helderheid van de ster te analyseren, kunnen onderzoekers conclusies trekken over de eigenschappen van de planeten. Bijvoorbeeld hoe groot ze zijn, hoe lang een rondje rond de ster duurt, enzovoort. In het geval van Kepler-32 is de oriëntatie helemaal goed en kan de Kepler-telescoop dus veel van de vragen die onderzoekers over planeten hebben, beantwoorden.
Berekening
Maar kan de telescoop ons ook helpen om te achterhalen hoeveel planeten ons sterrenstelsel telt? De onderzoekers stellen dat de telescoop ons in ieder geval aan een schatting kan helpen. Ze bestudeerden Kepler-32 om te achterhalen hoe groot de kans is dat sterren uit de spectraalklasse M de juiste oriëntatie hebben om Kepler te laten weten dat ze een planeet bevatten. Vervolgens combineerden ze die kans met het aantal planetaire systemen dat Kepler kan detecteren. Daaruit blijkt dat er voor elke ster in ons sterrenstelsel ongeveer één planeet moet zijn. En aangezien onze Melkweg ongeveer 100 miljard sterren telt, zou dat betekenen dat er dus 100 miljard planeten zijn.
Nog meer?
En waarschijnlijk zijn het er nog meer, zo benadrukken de onderzoekers. Hun studie beperkt zich namelijk tot planeten die dicht om een ster uit de spectraalklasse M draaien. Planeten die om andere soorten sterren cirkelen zijn dus buiten beschouwing gelaten. Het is daarom niet ondenkbaar dat onze Melkweg in werkelijkheid veel meer planeten telt: mogelijk 200 miljard, oftewel gemiddeld twee planeten voor elke ster in ons sterrenstelsel.
De implicaties van dit onderzoek zijn verreikend. De rol die de Kepler-telescoop daarin speelt, mogen we niet onderschatten. Rode dwergen geven voornamelijk infrarood licht af en zijn dus met het blote oog niet te zien. “Kepler heeft ons in staat gesteld om naar het heelal te kijken en te weten te komen dat daar meer planeten dan sterren zijn.”