Wetenschappers van het Johns Hopkins Kimmel kankercentrum hebben een statistisch model gemaakt, waar de kans op kanker uiteen wordt gezet. De conclusie is dat de meeste kankers ontstaan door willekeurige mutaties in genen, oftewel door ‘pech’ in plaats van door omgevingsfactoren (roken, alcohol, ongezond dieet) of door erfelijke genafwijkingen.
“Alle kankers ontstaan door een combinatie van pech, omgeving en erfelijke afwijkingen”, vertelt wetenschapper Bert Vogelstein van de Johns Hopkins universiteit. “We hebben een model gemaakt dat uitlegt in welke mate iedere factor bijdraagt aan de ontwikkeling van kanker. Wanneer mensen hun hele leven roken, maar geen kanker krijgen, dan wordt vaak gezegd: ‘dat komt door goede genen’. Maar in werkelijkheid hebben de meesten gewoon geluk gehad.”
“Tweederde van alle kankers ontstaat door willekeurige DNA-mutaties wanneer stamcellen splitsen”, vervolgt biowiskundige Cristian Tomasetti. “Kortom, een gezonde levensstijl helpt om bepaalde kankers te voorkomen, zoals bijvoorbeeld longkanker en huidkanker, maar dit geldt lang niet voor alle tumoren. We moeten onderzoeken hoe we zulke kankers in een vroeg stadium kunnen ontdekken.” Het onderzoek van Vogelstein, Tomasetti en collega’s verschijnt vandaag in het wetenschappelijke journaal Science.
Stamcellen zijn heel nuttig, want ze maken nieuwe cellen aan, wanneer ons lichaam beschadigd is. Een nadeel is dat stamcellen informatie kopiëren en dat daar wel eens iets fout kan gaan. Hoewel het al lange tijd bekend is dat kanker kan ontstaan door genmutaties, is dit voor het eerst dat wetenschappers de verhouding tussen omgevingsfactoren en genmutaties vaststellen. Het feit dat 65% van alle kankers ontstaan door willekeurige mutaties is zorgelijk voor diegenen die werken aan een gezonde levensstijl.