Waarom kiezen sommige mannelijke vogels ervoor om tijdens het paringsseizoen een groepje te vormen en samen indruk te maken op de vrouwtjes? Wetenschappers testten of de aanwezigheid van verwanten hierin een rol speelt.
Op de Afrikaanse savanne verzamelt een enorme kudde gnoes zich terwijl een groepje leeuwen ongeïnteresseerd in de schaduw ligt te luieren. Een grote vlucht spreeuwen tekent prachtige figuren tegen de ondergaande zon. En onder de wateroppervlak laat een school vissen zich gezapig met de stroming meevoeren. Overal waar we kijken, zien we dieren die samenkomen en groepen vormen. Maar waarom? Het leven in groep heeft verschillende voordelen. Bijvoorbeeld, in een groep is de individuele kans op predatie kleiner of is het makkelijker om voedsel te verzamelen. Maar er zijn ook diverse nadelen, zoals competitie tussen de groepsleden of het doorgeven van parasieten en ziektes. Door deze voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen, kunnen biologen vaak verklaren waarom bepaalde soorten wel of niet in groep leven. Een fenomeen dat echter nog niet helemaal begrepen wordt, is de vorming van leks bij vogels. Tijdens de baltstijd komen alle mannetjes samen op een plek om voor de gunsten van een vrouwtje te strijden. Een bekend voorbeeld is de Korhoen (Tetrao tetrix), een hoendersoort die ook in Nederland en België voorkomt. De hanen komen voor zonsopgang samen, blazen hun verenkleed op en produceren hun kenmerkende paringsroep.
Lekvorming
Het is dus nog niet helemaal duidelijk waarom bepaalde vogelsoorten een lek vormen tijdens het paarseizoen. Er zijn dan ook verschillende hypothesen geformuleerd. Ten eerste, het is mogelijk dat de vrouwtjes liever paren met mannetjes die een groep vormen. Hierdoor wordt de kans op predatie kleiner en kunnen de vrouwtjes makkelijker het beste mannetje uitkiezen. Ten tweede, de hotshot hypothese stelt voor dat de vorming van een lek een bijproduct is van minderwaardige mannetjes die aantrekkelijke soortgenoten opzoeken om hun eigen kans op een paring te vergroten. Het derde alternatief is de hotspot hypothese, die suggereert dat mannetjes clusteren op plekken waar veel vrouwtjes aanwezig zijn. En tenslotte, de meest recente hypothese steunt op het idee van kin selectie of verwantschapsselectie.
Kin Selectie
Om deze laatste hypothese te begrijpen, moeten we eerst inzicht verwerven in het principe van kin selectie. In 1964 populariseerde Bill Hamilton dit concept, zodat het sindsdien ook bekend staat als ‘Hamiltons Regel‘. Kin selectie is een evolutionaire strategie die het reproductieve succes van een individu verhoogt door het helpen van verwanten bij hun reproductie. Omdat je heel wat genen deelt met jouw verwanten, bevoordeel je zo onrechtstreeks je eigen kansen. De befaamde evolutiebioloog J.B.S. Haldane stelde al lachend dat hij wel zou willen sterven voor twee broers of acht neven. Aangezien broers ongeveer de helft van hun genen delen en neven ongeveer een achtste, is dit een logische uitspraak. Kin selectie kan op deze manier ook de evolutie van altruïstisch gedrag verklaren.
Manakins
Drie wetenschappers van de Syracyuse University – Moira Concannon, Adam Stein en Albert Uy – wilden weten of kin selectie de vorming van leks kon verklaren. Daarvoor bestudeerden zij manakins (familie Pipridae), een groep tropische vogels die bekend staan om hun prachtige verenkleed en het vormen van leks. In Midden-Amerika komen twee soorten voor, Manacus candei met een wit verenkleed en Manacus vitellinus met een geel verenkleed. In het noordwesten van Panama vormen deze soorten gemengde leks en kruisen soms onderling. Uit vorige studies weet men dat de gele mannetjes een paringsvoordeel hebben over de witte mannetjes. Manakin-vrouwtjes hebben blijkbaar een zwak voor geel. Dit voordeel was er echter enkel als de groep groot genoeg was.
Om de kin selectie hypothese te testen, trokken de wetenschappers de jungle in en vonden zes gemengde leks. Hier vingen ze alle mannetjes en bepaalden de verwantschap tussen de vogels aan de hand van genetische merkers. Ze ontdekten dat gele mannetjes meer verwant waren aan elkaar binnen een lek dan tussen de verschillende leks. Dit ging echter niet op voor de witte mannetjes. In het geval van de gele soort (Manacus vitellinus) blijkt kin selectie dus de vorming van groepen te promoten, in tegenstelling tot de witte soort (Manacus candei). Dit suggereert dat kin selectie niet het belangrijkste mechanisme is voor lekvorming, maar weliswaar een versterkend effect kan hebben in bepaalde soorten. Gele mannetjes troepen dus samen om een groep te creëren die groot genoeg is zodat het reproductieve voordeel van hun gele verenkleed gestimuleerd wordt. Omdat zij nauw verwant zijn, maakt het niet uit welk mannetje het vrouwtje voor zich wint. Iedereen wint, behalve de witte mannetjes dan.
Jente Ottenburghs (1988) heeft sinds zijn Master Evolutie en Gedragsbiologie aan de Universiteit van Antwerpen een brede interesse voor evolutionaire biologie. Sinds mei 2012 werkt hij als PhD-student bij de Resource Ecology Group aan de Universiteit van Wageningen. Meer informatie over zijn onderzoek vindt u hier. En neem ook eens een kijkje op zijn blog waarop – hoe kan het ook anders – de evolutie eveneens centraal staat.