Nieuw onderzoek wijst er maar weer eens op dat meditatie niet alleen gevolgen heeft voor het moment waarop u mediteert, maar ook daarna nog invloed heeft op ons lichaam. Zo lijkt het erop dat onze hersenen na meditatie heel anders omgaan met emoties.
De onderzoekers verzamelden een flinke groep gezonde proefpersonen die nog nooit gemediteerd hadden. De groep werd in drieën gesplitst. De ene groep kreeg acht weken lang mindfulness meditatie. Hierbij leerden de proefpersonen zich bewust te worden van hun ademhaling, gedachten en emoties. De tweede groep kreeg acht weken lang compassie-meditatie waarbij de proefpersonen leerden om aardig en meelevend te zijn naar zichzelf en anderen. Een derde groep deed dienst als controlegroep en kreeg acht weken op rij informatie over de gezondheid aangeboden.
Angst
Drie weken voor de proefpersonen aan hun cursussen begonnen werden hun hersenen gescand terwijl ze naar negatieve, positieve of neutrale beelden keken. Ook werd vastgesteld hoe angstig de proefpersonen waren en of ze symptomen van depressie vertoonden. Drie weken na het experiment ondergingen de proefpersonen dat proces nogmaals.
Resultaat
De mensen die mindfulness meditatie hadden gevolgd, bleken tijdens de hersenscan die na afloop van het experiment werd gemaakt minder activiteit te vertonen in de amygdala (betrokken bij emotionele reacties) op zowel negatieve, als positieve en neutrale beelden. Dat was wel wat de onderzoekers verwacht hadden: ze dachten al dat deze vorm van meditatie ervoor zou zorgen dat mensen emotioneel stabieler zouden worden. In de groep die compassie-meditatie hadden gevolgd, nam de activiteit van de amygdala bij het zien van neutrale of positieve afbeeldingen af. De mensen uit deze groep die de compassie-meditatie buiten de cursus om ook thuis het vaakst hadden toegepast, vertoonden veel meer activiteit in dit deel van het brein bij het zien van negatieve beelden (beelden waarop mensen leden). De activiteit van de amygdala bij de controlegroep was voor het experiment net zo sterk als na het experiment.
Conclusie
“De twee verschillende soorten meditatietraining brachten verschillen in de reactie van de amygdala, een deel van het brein waarvan we al decennia weten dat het belangrijk is voor emotie, op beelden met een emotionele inhoud, teweeg,” concludeert onderzoeker Gaëlle Desbordes. “Het is voor het eerst dat meditatietraining het verwerken van emoties ook wanneer mensen niet aan het mediteren zijn, blijkt te beïnvloeden.” Het onderzoek wijst erop dat meditatie langdurige invloed heeft op het functioneren van het brein, en dan met name het verwerken van emoties, zo schrijven de onderzoekers in het blad Frontiers in Human Neuroscience.
“We denken dat deze twee vormen van meditatie andere aspecten van het brein bewerken. Aangezien compassie-meditatie ontwikkeld is om gevoelens van medeleven te versterken, is het logisch dat het de reactie van de amygdala op mensen die lijden, versterkt. Een toename in de activiteit van de amygdala hing ook samen met een afname in de scores op het gebied van depressie in deze groep, dat suggereert dat meeleven met anderen ook goed is voor jezelf.”