Luchtvervuiling wereldwijd net zo schadelijk als roken: vooral in deze zes landen is het een probleem

Wat er uit de uitlaat van een auto komt of uit een fabriekspijp is niet alleen slecht voor het milieu, ook onze gezondheid komt het bepaald niet ten goede. Het kost de gemiddelde mens op Aarde 2,3 jaar van zijn leven. Dat komt neer op 17,8 miljard verloren levensjaren wereldwijd.

In Nederland is de afgelopen decennia de lucht fors schoner geworden, maar dat geldt niet voor andere delen van de wereld, blijkt uit nieuwe cijfers van de Air Quality Life Index (AQLI). Integendeel, gemiddeld genomen is de luchtvervuiling op onze planeet in 2021 alleen maar erger geworden. En dat heeft gevolgen voor onze gezondheid.

Net zo erg als roken
Zou overal ter wereld de norm voor fijnstof (PM2,5) van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) worden gehaald dan zouden we gemiddeld 2,3 jaar ouder worden. De data maken duidelijk dat luchtvervuiling – vooral afkomstig van verkeer, industrie en brand – nog steeds ’s werelds grootste externe risico is voor de volksgezondheid. De impact op de levensverwachting is vergelijkbaar met die van roken en meer dan drie keer zo groot als die van alcohol of onveilig water. De fijnstof in de lucht, en dan met name de kleinste deeltjes van maximaal 2,5 micrometer dik (PM2,5), kosten zelfs vijf keer zoveel levensjaren als auto-ongelukken. Blootstelling aan te veel fijnstof wordt gelinkt aan longziekten, hartaanvallen, beroertes en kanker.

Oneerlijk verdeeld
Dat gezegd hebbende: de gevaren van luchtvervuiling zijn extreem ongelijk over de wereld verdeeld. “Drie kwart van de impact van luchtvervuiling op de levensverwachting vindt plaats in slechts zes landen: Bangladesh, India, Pakistan, China, Nigeria en Indonesië. Daar sterven mensen een tot zes jaar eerder als gevolg van de ongezonde lucht die ze inademen”, zegt Michael Greenstone, professor en bedenker van de AQLI, aan de University of Chicago. “In de afgelopen vijf jaar is er behoorlijk veel aandacht geweest voor de lokale data van de AQLI en de effecten van luchtkwaliteit op de gezondheid, maar het kan nog beter door bijvoorbeeld meer dagelijkse en lokale data te verzamelen.”

Meten is weten
Het is inderdaad zo dat veel vervuilde landen geen goede of onvoldoende meetpunten hebben voor de luchtkwaliteit. Dat speelt vooral in Azië en Afrika. Die twee continenten zijn goed voor bijna 93 procent van de verloren levensjaren door luchtvervuiling. Met name het zuiden van Azië is ernstig vervuild. Bangladesh, India, Nepal en Pakistan bezetten de top vier van landen met de meeste luchtvervuiling. Toch deelt respectievelijk slechts 6,8 en 3,7 procent van de overheden in die werelddelen data over de luchtkwaliteit met hun burgers. Ook is er in maar ruim een derde van de Aziatische landen en nog geen 5 procent van de Afrikaanse landen een luchtkwaliteitsnorm, de meest basale grondslag voor beleid.

Meer geld nodig
Een tweede probleem is dat er veel te weinig geïnvesteerd wordt in de verbetering van de luchtkwaliteit, met name in de landen waar dat het hardst nodig is. Zo is er wel een internationaal fonds voor onder meer ziektes als aids, malaria en tbc waar jaarlijks 4 miljard dollar heen gaat, maar er is geen equivalent voor de aanpak van luchtvervuiling. Om precies te zijn ontvangt het hele Afrikaanse continent minder dan 300.000 dollar aan ontwikkelingshulp om de luchtkwaliteit te verbeteren. Aziatische landen, buiten China en India, krijgen net iets meer: 1,4 miljoen. Ter vergelijking: Europa, de VS en Canada ontvangen ondertussen 34 miljoen dollar per jaar volgens het Clean Air Fund.

“Tijdige, betrouwbare, openbare luchtkwaliteitsdata kunnen de ruggengraat vormen voor de samenleving en de overheid om luchtvervuiling aan te pakken. Ze leveren de informatie die mensen en overheden missen en leiden tot beter geïnformeerde beleidsmaatregelen”, zegt directeur bij AQLI, Christa Hasenkopf. “We zien een enorme kans om een rol te spelen in het verbeteren hiervan en de infrastructuur te bouwen die nu nog mist.” Want meten is weten: als je niet precies weet hoe het met de luchtkwaliteit gesteld is, voel je ook weinig urgentie om er iets aan te doen.

Het gaat de goede kant op
In de westerse wereld is de luchtvervuiling de afgelopen decennia fors afgenomen. De lucht in de Verenigde Staten is bijna 65 procent schoner sinds 1970, wat Amerikanen 1,4 levensjaren extra oplevert. Europa heeft een vergelijkbare ontwikkeling doorgemaakt, maar hier is het verschil tussen West- en Oost-Europa groot. Bosnië is het meest vervuilde land van Europa.Volgens een recent rapport van de Europese milieuorganisatie EEA zijn ook andere Oost-Europese landen en Noord-Italië sterk vervuild met PM2,5. Dat komt deels doordat daar nog hout en kolen worden gebruikt om huizen te verwarmen, wat veel vervuilender is dan gas of zonnepanelen. In het geval van Noord-Italië speelt de ligging van de Povlakte een rol. In Nederland is de luchtvervuiling vergelijkbaar met grote delen van Duitsland en België. Maar in Scandinavië is de lucht bijvoorbeeld beduidend schoner. Ook in de meeste Zuid-Europese landen en het Verenigd Koninkrijk is de lucht niet zo vies als hier.
China verdient ook een vermelding. Het land heeft een opmerkelijke vooruitgang geboekt in zijn ‘oorlog tegen de luchtvervuiling’. De vervuiling is er tussen 2013 en 2021 met 42,3 procent afgenomen, waardoor de Chinezen gemiddeld 2,2 jaar langer leven.

Bronmateriaal

"jaarrapport AQLI" - University of Chicago
Afbeelding bovenaan dit artikel: TzahiV / Getty (via Canva.com)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd