Nieuw wetenschappelijk onderzoek suggereert dat intelligent leven zoals wij dat kennen geen toevallige uitzondering is, maar een natuurlijk gevolg van planetaire evolutie.
Als je naar de sterrenhemel kijkt, vraag je je misschien weleens af of we alleen zijn in het universum. Wetenschappers van Penn State University presenteren nu een nieuw perspectief op deze eeuwenoude vraag. Hun onderzoek, gepubliceerd in het vakblad Science Advances, werpt een verfrissende blik op de waarschijnlijkheid van intelligent leven in het heelal.
Een natuurlijk proces
Tot nu toe werd vaak gedacht dat het ontstaan van intelligent leven een reeks van bijna onmogelijk toevallige gebeurtenissen vereiste. Dit zogenoemde ‘moeilijke stappen’-model ging ervan uit dat de kans op mensachtig leven elders in het universum verwaarloosbaar klein was. Deze theorie baseerde zich op de observatie dat het ongeveer 5 miljard jaar duurde voordat mensen verschenen, terwijl onze planeet naar verwachting nog maar ongeveer 1 miljard jaar bewoonbaar zal zijn. Volgens dit model was het ontstaan van intelligent leven dus een zeer zeldzame gebeurtenis, omdat er een groot aantal onwaarschijnlijke mijlpalen gehaald moest worden voordat de planeet onbewoonbaar werd.
Nieuw perspectief
Het nieuwe model van de Penn State-onderzoekers biedt een fundamenteel ander inzicht. In plaats van te kijken naar de totale levensduur van de zon, richten zij zich op de geleidelijke ontwikkeling van planetaire omstandigheden. Hun bevindingen tonen aan dat cruciale evolutionaire stappen, zoals het ontstaan van complexe cellen of meercellig leven, niet zozeer afhangen van zeldzame toevalligheden, maar eerder van het moment waarop de omgeving er klaar voor is.
Met andere woorden: het paradigma verschuift van ‘onwaarschijnlijke gebeurtenissen’ naar ‘waarschijnlijke uitkomsten wanneer de juiste omstandigheden aanwezig zijn’. Zodra een planeet de noodzakelijke omgevingscondities ontwikkelt, zoals specifieke zuurstofniveaus of temperaturen, wordt de evolutie van complex leven een voorspelbaarder proces.
Mensen waren ‘op tijd’
“Dit is een significante verschuiving in hoe we denken over de geschiedenis van het leven”, legt Jennifer Macalady, hoogleraar geowetenschappen aan Penn State, uit. “Het suggereert dat de evolutie van complex leven minder met geluk te maken heeft en meer met de wisselwerking tussen leven en omgeving.”
Een cruciale factor in de evolutie op aarde is bijvoorbeeld zuurstof. Volgens deze nieuwe theorie kan complex dierlijk leven pas ontstaan nadat fotosynthetiserende microben en bacteriën voldoende zuurstof in de atmosfeer hebben gebracht. “Wij stellen dat intelligent leven niet afhankelijk is van een reeks gelukkige toevallen”, zegt hoofdauteur Dan Mills. “Mensen ontstonden niet ‘vroeg’ of ‘laat’ in de geschiedenis van de Aarde, maar precies op het moment dat de omstandigheden daartoe geschikt waren.”
Een nieuwe tijdschaal
Het onderzoeksteam, bestaande uit zowel astrofysici als geobiologen, pleit voor een andere kijk op evolutionaire tijdschalen. “We zijn van mening dat we onze voorspellingen niet moeten baseren op de levensduur van de zon, maar op een geologische tijdschaal, omdat dat is hoe lang het duurt voordat de atmosfeer en het landschap veranderen”, verklaart Jason Wright, hoogleraar astronomie en astrofysica.
Het team heeft concrete onderzoeksprojecten voorgesteld om het model te testen. Zo willen de onderzoekers de atmosfeer van exoplaneten onderzoeken op biomarkers zoals zuurstof, en bestuderen hoe eencellig en meercellig leven zich ontwikkelt onder uiteenlopende omgevingsomstandigheden.
“Dit nieuwe perspectief suggereert dat het ontstaan van intelligent leven misschien toch geen schot in het duister is”, concludeert Wright. “In plaats van een reeks onwaarschijnlijke gebeurtenissen, kan evolutie een voorspelbaarder proces zijn dat zich ontvouwt wanneer de mondiale omstandigheden het toelaten. Ons raamwerk geldt niet alleen voor de Aarde, maar ook voor andere planeten, wat de kans vergroot dat elders leven kan bestaan dat vergelijkbaar is met het onze.”