Nog geen half jaar geleden botsten wetenschappers de eerste deeltjes tegen elkaar met de Large Hadron Collider. Op dit moment produceert de deeltjesversneller 10.000 botsingen per seconde, aldus fysicus Andrei Golutvin. Dit zijn twee keer meer deeltjesbotsingen dan voorheen.
Het botsen van deeltjes is erg moeilijk. “Het is net zoiets als naalden over de Atlantische Oceaan gooien en er voor zorgen dat ze elkaar halverwege raken”, legt Steve Myers van CERN uit.
Door deeltjes met een enorme snelheid tot botsing te brengen, hopen de onderzoekers meer te weten te komen over het ontstaan van het universum en mysteries zoals zwarte materie en het nog nooit waargenomen, maar voor de fysica cruciale Higgs-deeltje. De grote vraag is dan ook: bestaat het wel?
“Het is duidelijk dat de LHC de nieuwe held van de stad is”, zegt groepsleider Mike Lamont. De directe ‘concurrent’ van de Large Hadron Collider – de Amerikaanse Tevatron deeltjesversneller – produceert namelijk niet zoveel deeltjesbotsingen als de LHC. Toch haalt de deeltjesversneller uit Geneve nog niet de hoge intensiteit van de Amerikaanse tegenhanger.
Toch is het de bedoeling dat de deeltjesversneller in de toekomst op volle energie werkt. Op dit moment draait de LHC op halve kracht, en produceert de machine botsingen waarbij 7 teraelectron volt vrijkomt. Later is het de bedoeling dat de botsingen 14 teraelectron volt produceren.