Dat sporten goed is voor de gezondheid, is al millennialang bekend. Maar zelfs als je er niet in slaagt om ermee af te vallen, heeft het significante voordelen. Onderzoekers van de Universiteit van Michigan ontdekten namelijk dat mensen met obesitas die jarenlang trouw sporten, ‘gezonder’ buikvet hebben dan hun niet-sportende tegenhangers.
Het onderzoeksteam richtte zich op het onderhuids vetweefsel en vergeleek twee groepen volwassenen met obesitas: een groep die minstens vier keer per week sportte gedurende gemiddeld 11 jaar, en een groep die nooit regelmatig had gesport. De wetenschappers namen stukjes buikvet van beide groepen en ontdekten opmerkelijke verschillen. Het vetweefsel van de sporters vertoonde veel gezondere eigenschappen, zoals een betere vetopslag en minder ontstekingsbevorderende cellen. Om hun bevindingen verder te testen, kweekten de onderzoekers vetweefsel in het laboratorium met cellen van zowel sporters als niet-sporters. Ook in dit experiment ontwikkelden de cellen van sporters zich tot vetweefsel dat efficiënter vet kon opslaan, wat de eerdere resultaten bevestigde.
Meer bloedvaten en mitochondriën
Zo bevatte het vetweefsel van de actieve groep meer bloedvaten en mitochondriën (de energiecentrales van de cel die verantwoordelijk zijn voor het omzetten van voedingsstoffen in energie), wat wijst op een verbeterde stofwisseling en energieproductie. Ook was er een hogere concentratie van gunstige eiwitten aanwezig, terwijl de hoeveelheid collageen die de stofwisseling kan verstoren en het aantal cellen die ontstekingen bevorderen juist lager was. Deze kenmerken zorgen ervoor dat het vetweefsel van de sporters beter in staat is om vet op te slaan, een eigenschap die op het eerste gezicht misschien paradoxaal lijkt, maar in werkelijkheid een teken is van een gezondere vetopslag.
Onderhuids in plaats van rond de organen
Het onderhuids vetweefsel, waar dit ‘gezonde vet’ wordt opgeslagen, is de gunstigste plek om vet op te slaan. Door de opslagcapaciteit hier te vergroten, vermindert de behoefte van het lichaam om vet op te slaan op ongewenste plekken, zoals rond de organen of in de organen zelf. “Regelmatig sporten lijkt je vetweefsel zo te veranderen dat je lichaamsvet op een gezondere manier wordt opgeslagen”, zegt Jeffrey Horowitz, hoofdauteur van de studie, die in vakblad Nature Metabolism werd gepubliceerd. “Dit is vooral belangrijk als je wat in gewicht aankomt, wat bijna iedereen overkomt naarmate we ouder worden.”
Meer onderzoek nodig
De bevinding suggereert dat de positieve effecten van sporten diep geworteld zijn in de biologie van onze vetcellen, zelfs als dit niet direct leidt tot gewichtsverlies. Maar hoewel dit onderzoek nieuwe inzichten biedt, roept het ook vragen op. Horowitz benadrukt het belang van langetermijnstudies die mensen volgen vanaf het moment dat ze beginnen met sporten. Dat was tijdens deze studie niet het geval. Daarnaast is het volgens de wetenschapper interessant om te onderzoeken of bepaalde vormen of intensiteiten van lichaamsbeweging een groter effect hebben op de kwaliteit van het vetweefsel.
Nog altijd beter om gewoon af te vallen
Hoewel sommige soorten vet ‘gezonder’ kunnen zijn dan andere, betekent dit nog steeds niet dat obesitas goed voor je is. Het is belangrijk om te benadrukken dat obesitas, ongeacht de kwaliteit van het vetweefsel, vaak gepaard gaat met een verhoogd risico op tal van ernstige gezondheidsproblemen. Chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, type 2 diabetes, en bepaalde vormen van kanker blijven sterke associaties hebben met obesitas. Zelfs als het vetweefsel gezondere eigenschappen vertoont door regelmatige lichaamsbeweging, kan een overmatige hoeveelheid vet – vooral als dit een gevolg is van een ongezonde levensstijl – de algehele gezondheid negatief beïnvloeden.