Lang niet alle kangoeroes hupten, sommige familieleden liepen net zoals wij

De grappige sprongen die hedendaagse kangoeroes maken is zonder twijfel één van hun meest kenmerkende eigenschappen. Maar wie denkt dat kangoeroes zich altijd al op deze bijzondere manier voortbewogen, heeft het mis.

Hedendaagse kangoeroes hebben grote, gespierde achterpoten waarmee ze zichzelf lanceren en zo met gemak een paar meter door de lucht overbruggen. Nagenoeg alle kangoeroes die vandaag de dag leven, klein en groot, bewegen zich al huppend voort. En hoewel het één van hun meest kenmerkende eigenschappen is, hebben onderzoekers nu ontdekt dat niet alle kangoeroes die ooit hebben geleefd zich op deze bijzondere manier voortbewogen. Want in vervlogen tijden bestonden er familieleden die er liever een ander gangetje op nahielden.

Voortbeweging
Kangoeroes (Macropodidae) zijn hele fascinerende dieren. Het zijn de enige grote zoogdieren die zich al springend verplaatsen. “In sommige opzichten zijn ze heel vergelijkbaar met herbivoren, zoals herten (denk aan hun dieet en sociaal gedrag),” vertelt onderzoeker Christine Janis in gesprek met Scientias.nl. “Maar als het gaat om de manier waarop ze zich verplaatsen, verschillen ze enorm.” In de nieuwe studie bestudeerden de onderzoekers de voortbeweging van kangoeroes en hun verwanten (denk aan wallaby’s, boomkangoeroes en de muskuskangoeroerat) die de afgelopen 25 miljoen jaar leefden. En daaruit blijkt dat veel uitgestorven kangoeroes helemaal niet springend vooruitkwamen.

Grote kangoeroes
Sterker nog, het loopje van hedendaagse kangoeroes (waarbij ze met hoge snelheid en een bijzonder goed uithoudingsvermogen meters door de lucht springen) was waarschijnlijk zelfs een zeldzaamheid onder alle grote geslachten. Zelfs de directe voorouders van hedendaagse grote kangoeroes – zoals de rode en de grijze reuzenkangoeroe – bewogen zich waarschijnlijk niet huppend voort. En dat is ook niet zo vreemd. Moderne, grote kangoeroes zijn spectaculaire verspringers, maar geen één weegt er meer dan 100 kilo (de meeste wegen zelfs nog geen 70 kilo). En dat terwijl sommige uitgestorven verwanten wel meer dan 200 kilo konden wegen! Dan is springen, zoals je je waarschijnlijk wel kunt voorstellen, een ongelofelijke opgave. “De kleinere soorten hebben misschien wat rond gehupt, maar de grotere waren meestal te fors om te springen,” stelt Janis. “Bovendien beschikten ze niet over de juiste aanpassingen van de ledematen die kangoeroes tegenwoordig hebben om langdurig te springen.”

Deze illustratie laat het verschil zien tussen het hielbeen van springende (links) en wandelende (rechts) kangoeroes. Afbeelding: Nuria Melisa Morales-Garcia

Hoe dan wel?
Een prangende vervolgvraag is dan natuurlijk: als uitgestorven kangoeroes niet sprongen, hoe kwamen ze dan vooruit? Nou, op vrijwel dezelfde manier als wij. “De Sthenurus (een aparte uitgestorven onderfamilie die zich zo’n 15 miljoen jaar geleden afsplitste van alle moderne kangoeroes, red.) had aangepaste ledematen, waardoor hij op twee poten kon lopen,” legt Janis uit. Deze kangoeroe kwam dus net als wij, stap voor stap, vooruit. “Met uitzondering van de vroegste en de kleinste, gaven de meeste dieren hier waarschijnlijk de voorkeur aan.” Daarnaast wandelden er lang geleden ook nog gigantische wallaby’s over de aarde, de zogenoemde Protemnodon. Zij waren nauw verwant aan hedendaagse, grote kangoeroes, maar waren nóg een stuk groter. “De Protemnodon hadden korte voeten en krachtige armen,” vertelt Janis. “We denken dan ook dat deze dieren zich op vier poten voortbewogen. Ze konden misschien ook een beetje springen, maar deden dit waarschijnlijk zelden.”

Vier poten
Kortom, lang niet alle kangoeroes die ooit over de wereld hebben gestruind, hupten dus. De vroegst erkende, basale soorten kangoeroes die uit het late Olioceen tot het midden Mioceen stammen (een tijdperiode van 25 tot 15 miljoen jaar geleden) gebruikten waarschijnlijk alle vier hun ledematen. Deze kangoeroes hadden een klein lichaam en wogen minder dan twaalf kilo, grotere exemplaren van meer dan twintig kilo verschenen pas in het late Mioceen (ongeveer 10 miljoen jaar geleden), wat samenviel met toenemende droogte. De diversiteit aan loopjes van kangoeroes verdween vervolgens in het Laat Pleistoceen, toen veel grote soorten niet alleen in Australië, maar ook op veel andere continenten uitstierven.

Simplistisch
Springen is dus slechts één van de vele manieren waarop kangoeroes zich voortbewegen, zowel in het verleden als tegenwoordig. Hoewel we ons kangoeroes vooral springend inbeelden, gebruiken ze ook vandaag de dag nog weleens vier poten wanneer ze zich langzaam verplaatsen. Grote soorten gebruiken zelfs hun staart als vijfde ledemaat. Waarom kangoeroes overigens ooit begonnen te springen, is in nevelen gehuld. “Ik denk dat kangoeroes al vanaf het allereerste begin van hun evolutie wat hebben gehupt,” zegt Janis. “Tegenwoordig springen alle kangoeroes, behalve de kleine muskuskangoeroerat. Waarom ze er ooit mee zijn begonnen, is nog altijd een mysterie.”

Droogte
Kortom, volgens Janis zijn ‘huppende kangoeroes in feite de uitzondering in de evolutie van de kangoeroe’. “Tot 50.000 jaar geleden waren ze veel diverser,” vertelt ze. “Dit heeft er mogelijk mee te maken dat Australië er destijds heel anders uitzag dan nu.” Waarom nagenoeg alle kangoeroes vandaag de dag springen en de andere loopjes zijn uitgestorven, heeft volgens de onderzoeker waarschijnlijk tevens met het veranderende leefgebied te maken. “Toen Australië droger werd, moesten kangoeroes grotere afstanden afleggen om voedsel en waterbronnen te bereiken,” licht Janis toe. “Hedendaagse kangoeroes kunnen heel efficiënt lange afstanden afleggen, terwijl de andere soorten dat niet konden. Bovendien zijn moderne kangoeroes voornamelijk graseters, terwijl veel andere soorten boombladeren en struiken aten, die in drogere klimaten minder talrijk werden.”

Met de studie willen de onderzoekers het één en ander rechtzetten. “Het is belangrijk om te beseffen dat de wereld van vandaag de dag niet noodzakelijkerwijs representatief is voor zelfs maar het recente verleden,” onderstreept Janis. “De diversiteit aan grote zoogdieren is sterk afgenomen – en blijft afnemen.” Omdat we vandaag de dag alleen maar springende kangoeroes kennen, betekent dus niet dat er altijd alleen maar springende kangoeroes hebben bestaan. Weten we dat ook weer.

Bronmateriaal

"Skipping evolution: some kangaroos didn’t hop, scientists explain" - University of Bristol

Interview met Christine Janis

Afbeelding bovenaan dit artikel: ross1248 van Getty Images Signature (via canva.com)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd