Dankzij de uitstekend bewaard gebleven maaginhoud weten we nu wat deze dinosaurus 110 miljoen jaar geleden kort voor zijn dood allemaal verorberde.
Het is 2011. En onderzoekers stuiten in het westen van Canada op de fossiele resten van een enorme plantenetende, gepantserde dinosaurus: Borealopelta markmitchelli. Het onfortuinlijke beest – dat bij leven zo’n 1300 kilogram moet hebben gewogen – kwam zo’n 110 miljoen jaar geleden om het leven, maar niet voor hij nog één keertje zijn buik had rond gegeten.
Zeldzaam
En onderzoekers zijn er nu – dankzij het feit dat ook de maag van de dinosaurus uitstekend bewaard is gebleven – in geslaagd om te achterhalen wat de dino precies op het menu had staan. Het is bijzonder, zo stelt Jim Basinger, één van de onderzoekers die de twijfelachtige eer had om in de 110 miljoen jaar oude maaginhoud te duiken. “Het is heel zeldzaam om de maaginhoud van een dinosaurus te vinden. En de maag die we uit deze gefossiliseerde Nodosauridae (een groep van gepantserde dinosaurussen, waartoe ook B. markmitchelli gerekend kan worden, red.) hebben gehaald, is verreweg de bestbewaarde dinosaurusmaag die tot op heden is teruggevonden.”
De maaginhoud
Een analyse van de maaginhoud onthult dat deze dinosaurus als laatste maaltijd vooral behoorlijk wat bladeren van varens naar binnen werkte. Ook werden er wat takjes aangetroffen en resten van mossen. “Daarnaast zat er ook behoorlijk wat houtskool in de maag, afkomstig van verbrande fragmenten van planten,” vertelt onderzoeker David Greenwood. “Dat wijst erop dat het dier naar voedsel zocht in een recent afgebrand gebied en als het ware handig gebruik maakte van de brand en daaropvolgende snelle opkomst van varens, iets wat je vaak in een verbrand landschap ziet gebeuren.”
Stenen
Daarnaast troffen de onderzoekers in de maag van de dinosaurus ook stenen terug. Waarschijnlijk slikten de dinosaurussen deze in om hun spijsvertering te bevorderen. Dat gedrag kennen we ook van hedendaagse vogelsoorten, zoals ganzen.
Kieskeurig
Wie denkt dat deze dinosaurus klakkeloos allerhande vegetatie naar binnen werkte, heeft het echter mis. Alles wijst erop dat B. markmitchelli best kieskeurig was. Onderzoekers trekken die conclusie nadat ze aan de hand van gefossiliseerde plantenresten die in de buurt van de dinosaurus zijn teruggevonden, reconstrueerden wat er in het leefgebied van de dino allemaal groeide. Het onderzoek wees uit dat er verschillende soorten varens in het gebied groeiden. Maar de dinosaurus at voornamelijk slechts één soort. Ook liet hij de veelvuldig in het gebied voorkomende coniferen en cycaden links liggen.
Eerder konden onderzoekers op basis van bijvoorbeeld de tanden van plantenetende dinosaurussen al wel speculeren over wat zij voornamelijk aten. Maar met de vondst van deze maag en inhoud kunnen onderzoekers voor het eerst met zekerheid – en heel gedetailleerd – vaststellen wat zo’n plantenetende dinosaurus naar binnen werkte. “Deze nieuwe studie verandert wat we weten over het dieet van grote plantenetende dinosaurussen,” aldus onderzoeker Caleb Brown. “Onze resultaten zijn ook opmerkelijk, omdat ze ons meer kunnen vertellen over de interactie tussen de dinosaurus en zijn omgeving, iets waar we vaak niets over kunnen zeggen op basis van het skelet van een dinosaurus alleen.”
Dankzij de maaginhoud van B. markmitchelli kunnen onderzoekers bovendien heel nauwkeurig vaststellen wanneer deze dinosaurus het loodje legde. Zo wijzen de goed bewaard gebleven plantfragmenten erop dat dat kort na zijn laatste maaltijd moet zijn geweest. En onderzoekers denken zelfs te weten in welk seizoen het is gebeurd. “De planten wijzen erop dat de laatste maaltijd en dood van het dier ergens tussen het einde van de lente en hartje zomer moet hebben plaatsgevonden,” aldus Brown.