‘Kunstmatige zoetstoffen verhogen mogelijk het risico op kanker’

Het einde van het voortdurende debat over de veiligheid van zoetstoffen, lijkt nog niet nabij.

Veel etenswaar en dranken bevatten kunstmatige zoetstoffen. Zoals de naam al doet vermoeden, worden deze zoetstoffen toegevoegd aan voedingsmiddelen in plaats van suiker, met de bedoeling ze even zoet te laten smaken maar dan met minder of zelfs geen calorieën. Al jaren zijn zoetstoffen echter onderwerp van discussie. Hoewel de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid vijftien zoetstoffen heeft goedgekeurd en veilig acht, beweren sommige wetenschappers dat bepaalde goedgekeurde zoetstoffen wel degelijk schadelijk en zelfs kankerverwekkend kunnen zijn.

Meer over zoetstoffen
Zoals gezegd worden zoetstoffen toegevoegd aan met name suikervrije producten om ze wat zoeter te maken. Je vindt ze bijvoorbeeld in light dranken, maar ook in suikervrije ontbijtkoek en zoetjes. Sommige zoetstoffen komen uit de natuur (een bekend voorbeeld is stevia, dat gewonnen wordt uit de steviaplant). Anderen worden industrieel gemaakt (zoals het bekende aspartaam). Omdat zoetstoffen – ongeacht of ze nu uit de natuur of de fabriek komen – toevoegingen zijn, worden ze vaak aangeduid met een E-nummer. Dat E-nummer krijgen zoetstoffen pas als ze – na gedegen onderzoek – veilig zijn bevonden door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid.

Omdat miljoenen mensen dagelijks zoetstoffen innemen, besloten onderzoekers in een nieuwe studie – nogmaals – de veiligheid van deze additieven te bestuderen. Daarbij was het team met name geïnteresseerd in de vraag of sommige zoetstoffen mogelijk het risico op kanker kunnen verhogen.

Studie
De onderzoekers analyseerden gegevens van 102.865 Franse volwassenen die deelnamen aan het zogenoemde ‘NutriNet-Santé-programma’; een onderzoeksprogramma dat in 2009 is gelanceerd en de eetgewoonten en het verband met de gezondheid van internetgebruikers bestudeert. Deelnemers schrijven zich vrijwillig in en beschrijven zelf hun medische geschiedenis, verstrekken sociaal-demografische gegevens en verschaffen informatie over hun dieet, levensstijl en gezondheid.

Verband
In de nieuwe studie verzamelden de onderzoekers eerst gegevens over de inname van kunstmatige zoetstoffen. “We keken onder andere naar acesulfaam-K (E950), aspartaam (E951), cyclamaat (E952), sacharine (E954), sucralose (E955), steviolglycosiden (E960) en aspartaam-acesulfaamzout (E962),” sommen onderzoekers Charlotte Debras en Mathilde Touvier van het Nutritional Epidemiology Research Team verbonden aan Franse Instituut voor Gezondheid en Medisch Onderzoek in gesprek met Scientias.nl op. “Acesulfaam-K (E950), aspartaam (E951) en sucralose (E955) worden het meest geconsumeerd door de bevolking en konden we dus ook het beste één voor één onderzoeken.”

Het team bestudeerde vervolgens welke deelnemers aan het onderzoeksprogramma na een follow-up de diagnose kanker hadden gekregen. Met behulp van statistische analyses werd daarna een mogelijk verband tussen de inname van kunstmatige zoetstoffen en het risico op kanker in kaart gebracht. Het team corrigeerde voor een reeks variabelen, waaronder de leeftijd, geslacht, opleiding, fysieke activiteit, roken, diabetes en het BMI.

Verhoogd risico op kanker
De studie leidt tot een vrij verontrustende conclusie. Want deelnemers die veel kunstmatige zoetstoffen consumeerden – met name aspartaam (E951) ​​en acesulfaam-K (E950) – bleken een groter risico te lopen om kanker te krijgen. “De resultaten suggereren een verband tussen de inname van kunstmatige zoetstoffen en een verhoogd risico op kanker – met name borstkanker en obesitas-gerelateerde kankers,” stellen Debras en Touvier. En dat zou betekenen dat kunstmatige zoetstoffen mogelijk toch geen veilige alternatieven voor suiker zijn.

Kanttekening
Er kunnen echter wat kanttekeningen worden geplaatst bij de studie-opzet en de mate van zekerheid van de bevindingen. Zo rapporteerden de deelnemers van het onderzoeksprogramma bijvoorbeeld zelf over hun voedingsinname, wat betekent dat dit niet een geheel betrouwbare weergave van de realiteit kan zijn. Bovendien zijn de meeste deelnemers vrouw, hebben een hoger opleidingsniveau en vertonen vaak gezondheidsbewust gedrag. Toch wijzen Debras en Touvier ook op de betrouwbare kant. “De studie is gebaseerd op een langlopend programma met een grote steekproefomvang en follow-ups,” vertellen ze. “Elke deelnemer geeft gedetailleerde informatie bij inschrijving en daarna regelmatig tijdens follow-ups. Bovendien worden er nauwkeurige gegevens verstrekt over de gezondheidstoestand, lengte, gewicht, lichamelijke activiteit, etc. Vragenlijsten betreffende het dieet zijn gevalideerd door middel van een interview met een getrainde diëtist en aangevuld met bloed- en urinemonsters.”

Volgens de onderzoekers betekenen de bevindingen dan ook dat de veiligheid van zoetstoffen niet kan worden gegarandeerd. “De resultaten zijn robuust en stabiel, ook na herhaalde uitgevoerde analyses,” aldus Debras en Touvier. “Bovendien is het in overeenstemming met verschillende experimentele onderzoeken.”

Causaal verband
Ondanks dat, is aanvullend onderzoek noodzakelijk om een daadwerkelijk causaal verband tussen de inname van zoetstoffen en het verhoogde risico kanker aan te tonen. “Zoals elke wetenschappelijke studie heeft ook deze een aantal beperkingen,” zeggen Debras en Touvier. “Op dit moment kan een causaal verband op basis van een enkele observationele studie dan ook niet onomstotelijk worden vastgesteld. Ook kan een omgekeerde causaliteit niet worden uitgesloten. De resultaten zullen dus gerepliceerd moeten worden in andere grootschalige cohorten. Ook zullen de onderliggende mechanismen moeten worden opgehelderd door verdere experimentele studies.”

Waarom?
Een prangende vraag is dan ook waarom sommige kunstmatige zoetstoffen eigenlijk kankerverwekkend zouden zijn. “Verschillende zaken zijn aannemelijk,” leggen Debras en Touvier desgevraagd uit. “Deels zou het mogelijke verband kunnen worden veroorzaakt door aan overgewicht gerelateerde metabole stoornissen. Maar ook andere zaken kunnen een rol spelen, zoals ontstekingen, bevordering van DNA-schade en remming van apoptose (geprogrammeerde celdood, red.). Ten slotte is al eens gesuggereerd dat niet-calorische kunstmatige zoetstoffen – denk aan sacharine (E954), sucralose (E955) en aspartaam (E951) – de darmflora aantasten. Dit zou op zijn beurt weer een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van sommige vormen van kanker. Maar wederom is aanvullend onderzoek nodig om de onderliggende mechanismen op te helderen.”

Water
Wie nu van plan is weer terug te schakelen op suiker; ook daar kun je beter mee oppassen. Het is namelijk bewezen dat een overmatige inname van suiker niet gezond is. Een teveel aan suiker leidt bijvoorbeeld tot overgewicht, diabetes type 2 en is het in eerdere studies in verband gebracht met slechtere schoolprestaties. En dus raden veel volksgezondheidsinstanties aan om de inname van zoetstoffen en suiker sowieso te beperken. “De Franse overheidsinstantie ANSES raadt bijvoorbeeld aan om geen kunstmatig gezoete en met suiker gezoete frisdranken te nuttigen en daarvoor in de plaats water te drinken,” zo citeren Debras en Touvier.

Al met al lijkt het voortdurende debat over de veiligheid van kunstmatige zoetstoffen nog niet ten einde. “Onze bevindingen ondersteunen het gebruik van kunstmatige zoetstoffen als veilige alternatieven voor suiker in voedingsmiddelen of dranken in ieder geval niet,” zo onderstrepen de onderzoekers. “De resultaten suggereren dat kunstmatige zoetstoffen, die wereldwijd in duizenden voedingsmiddelen en dranken worden verwerkt, in verband gebracht kunnen worden met een verhoogd risico op kanker. Hoewel dit zou moeten worden bevestigd door andere experimentele onderzoeken, biedt het nieuwe inzichten die belangrijk kunnen zijn voor de lopende herevaluatie van de veiligheidsrisico’s van zoetstoffen door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid en andere wereldwijde gezondheidsinstanties.”

Bronmateriaal

"Artificial sweeteners may not be safe sugar alternatives" - PLOS (via EurekAlert)

Interview met Charlotte Debras and Dr Mathilde Touvier

Afbeelding bovenaan dit artikel: Towfiqu barbhuiya via Pexels

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd