Alle kunstenaars waren verdacht tijdens Eerste Wereldoorlog

Cartoon Kunstenaar

Een onschuldig kunstwerk of een verborgen boodschap? Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden kunstenaars over het algemeen gezien als spionnen. Maar was dit terecht?

Wanneer de Eerste Wereldoorlog in Engeland uitbreekt, krijgen kunstenaars het vrijwel meteen zwaar te verduren. Er heerste een paranoïde sfeer, zowel bij de overheid als bij de bevolking. Vele artistiekelingen worden gezien als spionnen. Er kwam zelfs een wet die het schilderen buitenshuis verbood. Maar was alle angst wel terecht? Waren er inderdaad zoveel kunstenaars die zich aan de kant van de Duitsers schaarden? Kunsthistoricus Dr. James Fox deed jarenlang onderzoek naar deze groep en hun kunstwerken en publiceert binnenkort een boek genaamd ‘Business unusual: British art and the First World War, 1914-1924’.

Een zelfportret van Philip Alexius de Laszlo.  Deze hofschilder zat twee jaar lang gevangen omdat hij werd verdacht van spionage door het publiek. Jaren later is zijn reputatie weer hersteld en bevindt hij zich weer in koninklijke kringen. Zo maakte hij onder andere een portret van de toen nog prinses Elizabeth, nu de koningin van Groot-Brittannië. Bron: Wikimedia Commons.
Een zelfportret van Philip Alexius de Laszlo. Deze hofschilder zat twee jaar lang gevangen omdat hij werd verdacht van spionage door het publiek. Jaren later is zijn reputatie weer hersteld en bevond hij zich weer in koninklijke kringen. Zo maakte hij onder andere een portret van de toen nog prinses Elizabeth, nu de koningin van Groot-Brittannië. Bron: Wikimedia Commons.
Philip de László
Eén van de verdachte kunstenaars was Philip de László, van origine een Hongaar die portretten schilderde van de elite. Wanneer hij in 1914 officieel een Britse onderdaan wordt maakt hem dat, samen met zijn contacten binnen de machtige eerste klasse, verdacht. Hij wordt dan ook gearresteerd en vastgehouden na een nieuwsbericht in de krant ‘John Bull’ waarin de kunstenaar wordt geportretteerd als een mogelijke spion. Want, zoals de mening van de schrijver luidde, hij ontving allerlei informatie tijdens zijn werk. Hij of zij schreef: “Ministers zijn altijd zo druk aan het werk dat zij vaak daarmee doorgaan terwijl de schilder een portret van hen maakt. Koning George loopt door de kamer en dicteert aan zijn secretaris terwijl hij ‘model zit’ ten behoeve van zijn portret.” Dit soort argwanende berichten van anderen was al genoeg in die tijd om een kunstenaar op te pakken en gevangen te zetten. Fox: “László werd constant beschuldigd in de media als één van de meest gevaarlijke spionnen van de oorlog en het volk riep dan ook om zijn executie. Na vele jaren van gevangenschap zonder een daadwerkelijke aanklacht werd hij vrijgelaten.” Ondanks het feit dat de kunstenaar onschuldig bleek te zijn had het incident “een enorme impact op zijn carrière en duurde het lang voordat hij weer helemaal de oude was.”

Waarom?
Maar waarom waren mensen zo paranoïde en vijandig ten aanzien van kunstenaars? Waar kwam het idee vandaan dat zij het land in gevaar brachten? Fox: “Ten eerste had het publiek nog maar recentelijk kennis gemaakt met boeken en films over spionage.” Eén van die boeken was geschreven door de grondlegger van de scouting; Robert Baden-Powell en genaamd ‘My adventures as a Spy’. In dat boek, dat werd gepubliceerd in 1915, onthulde de luitenant-generaal in het Britse leger verschillende spionagetechnieken. “Zo beschreef hij hoe hijzelf en andere collega’s zich hadden voorgedaan als kunstenaars en belangrijke militaire informatie in kunstwerken verborgen. Plannen van de vijand om forten, havens en industriële gebieden te bouwen en te gebruiken werden getekend in schetsen van glas-in-lood ramen of klimopbladeren.”

Om te voorkomen dat kunstenaars op ideeën werden gebracht werd ‘The Defence of the Realm Act’ (DORA) geïntroduceerd. Voortaan was het verboden om buiten te schilderen en te tekenen, maar ook om foto’s of dergelijke kunst te maken van militaire constructies, havens en andere dingen en plaatsen die de vijand kon gebruiken.

'An Apparently Innocent Landscape'. Deze afbeelding verscheen in de krant in 1914 en zorgde voor onrust onder de bevolking. Bron: The Illustrated War News (7 October 1914)
‘An Apparently Innocent Landscape’. Deze afbeelding verscheen in de krant in 1914 en zorgde voor onrust onder de bevolking. Bron: The Illustrated War News (7 October 1914)

Arrestaties
Volgens Fox werden tijdens de eerste maand van de oorlog zo’n 9.000 gevallen van spionage gerapporteerd. Vele waren vals en gebaseerd op de paranoïde getuigenissen van angstige burgers. Dit overkwam onder andere een artistiek Brits koppel, dat een huisje huurde in het zuidwesten van Engeland. Voor de bewoners in de omgeving was dit reden genoeg om te denken dat zij Duitse spionnen waren en drongen op een arrestatie aan bij de politie. Na een ondervraging werden zij vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. Maar een schooldirectrice was niet overtuigd en riep: “Als hij geen spion is, waarom draagt hij dan zo’n hoed?”. Van de honderden kunstenaars die tijdens de oorlog werden gearresteerd en ondervraagd werd uiteindelijk maar één schuldig bevonden: de uit Noorwegen afkomstige schilder Alfred Hagn. “Wanneer de politie onzichtbare inkt in zijn hotelkamer in Londen vindt, wordt hij veroordeeld tot de doodstraf,” vertelt Fox. Hagn ontloopt uiteindelijk zijn straf door in hongerstaking te gaan en om die reden wordt hij uitgeleverd aan Noorwegen.

Robert Baden-Powell liet het volk in zijn boek 'My adventures as a Spy' zien hoe geheime boodschappen in simpele tekeningen van  bladeren verstopt kunnen zitten.
Robert Baden-Powell liet het volk in zijn boek ‘My adventures as a Spy’ zien hoe geheime boodschappen in simpele tekeningen van bladeren verstopt kunnen zitten.
Sir John Lavery
Een opmerkelijke arrestatie was die van een zeer beroemde schilder genaamd Sir John Lavery. Ondanks het feit dat hij één van de meest gerespecteerde kunstenaars van Engeland was, werd ook hij opgepakt en verhoord. “Het was zijn bedoeling om mee te vechten in Frankrijk, maar vanwege ziekte kon dit niet doorgaan. Hij kreeg een andere opdracht van het leger: het schilderen van maritieme landschappen. Het land was zeer trots op de marine en dit zou goed zijn voor de moraal. Wanneer Lavery aankomt in Schotland en begint met het schilderen van de ‘Forth Bridge’ waar zich op dat moment een Britse vloot bevindt, gaat het mis: hij wordt gearresteerd. Ondanks het feit dat hij als enige toestemming had om buiten te schilderen, werd hij toch urenlang vastgehouden.”

Een negatief daglicht
De oorlog zorgde ervoor dat kunst in een negatief daglicht kwam te staan. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog werd het nog gezien als een onnodige activiteit maar later veranderde dat in ongepast en immoreel. Kunstenaars bevonden zich voortaan in het rijtje van andere buitenstaanders zoals Joden, pacifisten, buitenlanders, immigranten en profiteurs. Omdat er zoveel restricties waren opgelegd door de overheid werd er niet veel meer geschilderd. “Angst en wetten zorgden voor een flinke daling van de productie en daarmee ook de inkomsten.”

The Forth Bridge, Sir John Lavery, 1914. Tijdens het schilderen van dit schilderij werd Lavery opgepakt en urenlang vastgehouden op verdenking van spionage. Dit was echter niet het geval; hij had officiële toestemming. Bron: nationalgalleries.org
The Forth Bridge, Sir John Lavery, 1914. Tijdens het schilderen van dit schilderij werd Lavery opgepakt en urenlang vastgehouden op verdenking van spionage. Dit was echter niet het geval; hij had officiële toestemming. Bron: nationalgalleries.org

Hoewel de tijden zijn veranderd vindt Fox dat sommige dingen niet heel anders zijn dan in de Eerste Wereldoorlog. “Om terrorisme tegen te gaan hebben overheden het legaal gemaakt voor de politie om iedere burger die belangrijke plaatsen fotografeert of filmt aan te houden en te ondervragen,” vertelt Fox. “Het medium is anders nu maar we blijven achterdochtig wanneer het op beelden aankomt. Zo was ik laatst op het treinstation van Glasgow foto’s aan het maken van het mooie plafond. Ik werd gestopt door een politieman die mij vertelde dat dit verboden was. De paranoia rondom kunstenaars tijdens de oorlog lijkt nu misschien wat overdreven, maar zorgde er wel voor dat een grote groep mensen als buitenstaanders werd gezien. En dit soort achterdocht is er nog steeds.”

Omdat het dit jaar precies honderd jaar geleden is dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak zal Scientias.nl iedere maand een artikel omtrent de oorlog plaatsen. Elk artikel zal in het laatste weekend van de maand gepubliceerd worden. Eerder verschenen al de artikelen: Frederick William Harvey: een dichter in oorlogstijd, Nederland in de Eerste Wereldoorlog: hoe neutraal waren we werkelijk?, Nederland in de Eerste Wereldoorlog: een waar spionageparadijs en Shell Shock? Niet zeuren en terug naar het front: “Gij zult genezen!”.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd