Krijg je regelmatig te horen dat je geen toon kan houden? Daar kun je iets aan doen: oefenen en vervolgens blijven zingen. Dat blijkt uit onderzoek. Op toon zingen is blijkbaar niet zozeer een talent, maar meer aangeleerd.
Die conclusie trekken onderzoekers van de Northwestern University nadat ze de zangvaardigheden van drie groepen mensen bestudeerden: kleuters, kinderen in groep acht en jongvolwassenen. De onderzoekers waren vooral benieuwd hoe goed de proefpersonen in staat waren om toon te houden.
De resultaten
Uit het onderzoek blijkt dat de kinderen die in groep acht zaten daar aanzienlijk beter in waren dan kleuters. Dat is ergens logisch: op de basisschool wordt doorgaans veel gezongen. De jongvolwassenen scoorden een stuk minder goed: tijdens sommige taken zelfs amper zo goed als de kleuters. “Onze studie suggereert dat volwassenen die als kinderen beter presteerden die vaardigheid verloren toen ze stopten met zingen,” concludeert onderzoeker Steven Demorest.
Blijven oefenen
Volgens de onderzoekers is het voor de één gemakkelijker om toon te houden dan voor de ander. “Maar het is ook een vaardigheid die je kunt leren en ontwikkelen en het is belangrijk dat je je stem regelmatig blijft gebruiken.” Het is goed nieuws voor mensen die moeite hebben om op toon te zingen en regelmatig naar hun hoofd geslingerd krijgen dat ze geen muzikaal gehoor hebben. “Niemand verwacht van een beginnende violist dat deze direct goed klinkt, daarvoor moet je oefenen, maar van iedereen wordt verwacht dat hij of zij kan zingen. Wanneer mensen daar niet goed in zijn, vatten ze dat heel persoonlijk op, maar wij denken dat je vanzelf beter wordt als je meer zingt.”
De onderzoekers werken momenteel aan een middel om objectief te kunnen vaststellen hoe goed iemand kan zingen. In de toekomst kunnen bijvoorbeeld docenten dit gereedschap gebruiken om te achterhalen welke mensen werkelijk geen muzikaal gehoor hebben en waarvoor zingen altijd lastig zal zijn en mensen die gewoon wat meer moeten oefenen. “We moeten eerst begrijpen wat ‘normaal’ is wanneer we het hebben over zangontwikkeling. Wat mogen we verwachten van een vijfjarige? Een tienjarige? Zodra we dat weten, kunnen we de dingen waar kinderen mee worstelen identificeren en ze geven wat ze nodig hebben.”