Op het eerste gezicht een doorsnee spiraalstelsel, maar schijn bedriegt: sterrenstelsel UGC 11397 herbergt een superzwaar zwart gat van 174 miljoen zonsmassa’s. Dankzij Hubble’s scherpe blik zien we hoe dit kosmische monster stof en sterren verslindt – verstopt achter een stofwolk.
Het licht deed er 250 miljoen jaar over om ons te bereiken, maar nu toont de Hubble ruimtetelescoop een verbluffend detailportret van sterrenstelsel UGC 11397. Dit ogenschijnlijk gemiddelde spiraalstelsel in het sterrenbeeld Lier (Lyra) blijkt allesbehalve alledaags. Onder zijn elegante spiraalarmen schuilt een onstilbare honger: een superzwaar zwart gat dat zich volpropt met gas, stof en complete sterren.
UGC 11397
Hubble’s opname toont UGC 11397 van opzij, waardoor het stelsel ovaal oogt. Twee slanke spiraalarmen ontvouwen zich vanuit een goudkleurige kern, omzoomd door donkere stoffilamenten als kosmische rivieren. Verder naar buiten gaan de armen over in een ijle, blauwgetinte halo – het resultaat van jonge, hete sterren die in stervormingsgebieden oplichten. De heldere kern fonkelt als een mysterieus baken.

Verborgen hart
Waarom is dit ‘gemiddelde’ stelsel zo bijzonder? Het antwoord ligt in zijn kern, waar een zwart gat van 174 miljoen zonsmassa’s woekert. Terwijl materie naar dit monster spiraliseert, verhit het tot miljoenen graden en zendt het een kakofonie van straling uit – van röntgenflitsen tot radiogolven. Toch blijft veel verborgen: een dikke, donutvormige stofwolk blokkeert het zicht op de kern in optisch licht.
Seyfert-geheimen
Net die sluier verraadt UGC 11397 als Type 2 Seyfert-stelsel – een klasse van actieve sterrenstelsels, waarvan de centrale motoren alleen via hoogenergetische straling te detecteren zijn. Röntgensatellieten doorprikten eerder al de stofgordel die dit opmerkelijke sterrenstelsel huist, en onthulden de extreme activiteit ervan. Zonder die hoogenergetische waarnemingen hadden astronomen dit zwarte gat niet snel herkend, de dichte stofwolk eromheen werkt sterk verhullend.

Deze foto maakt deel uit van een groter project: Hubble onderzoekt honderden soortgelijke stelsels om de raadsels ervan te ontrafelen, antwoorden op vragen zoekende zoals hoe zwaar deze zwarte gaten precies zijn, hoe ze zo snel in het vroege heelal konden ontstaan en hoe er nog altijd sterren in deze extreme omgevingen gevormd worden. Bij UGC 11397 speurt de telescoop naar sporen van stervorming vlak bij de chaos van het zwarte gat – een gebied waar materie onder intense straling en zwaartekracht wordt vermalen.
De historische NGC-catalogus (New General Catalogue), samengesteld door John Dreyer in 1888, bevat bijna 8.000 objecten in het diepere heelal – van nevels tot sterrenstelsels – gebaseerd op 19e-eeuwse visuele waarnemingen. Iconische objecten zoals de Andromedanevel (NGC 224) behoren hiertoe. De modernere UGC-catalogus (Uppsala General Catalogue), gepubliceerd in 1973 door Zweedse astronomen, richt zich uitsluitend op sterrenstelsels (ruim 12.900 stuks) en gebruikt fotografische data van de Palomar Sky Survey (gebaseerd op observaties in de jaren 1950-’60). Waar NGC vooral historisch waardevol is en nog steeds gebruikt wordt om ‘klassieke’ objecten te identificeren, dient UGC als sleutelbron voor statistische studies naar morfologische kenmerken van sterrenstelsels, zoals de centrale balk in UGC 11397 van dit artikel. Sommige sterrenstelsels dragen beide labels: zo heet UGC 2774 óók NGC 1349 – een elliptisch stelsel in het sterrenbeeld Stier. Beide catalogi vullen elkaar aan in ons begrip van het heelal.
Slot
UGC 11397 bewijst dat schoonheid bedrieglijk kan zijn. Achter zijn sierlijke spiralen gaat een kosmische fabriek schuil, waar materie verdwijnt in de eeuwige duisternis van een zwart gat – en waar Hubble helpt de laatste geheimen van deze stille verslinders te ontsluieren.
Bekijk de foto op de hoogste resolutie door hier te klikken. Of bekijk de foto in ESA Skyview door hier te klikken.