In je darmen krioelt het van de bacteriën, gisten en schimmels. Bij fanatieke koffiedrinkers ziet dit microbioom er echter net even anders uit dan bij andere mensen, blijkt uit nieuw onderzoek.
Het darmmicrobioom speelt een belangrijke rol bij de spijsvertering, de opname van voedingsstoffen en de stoelgang. Het heeft zelfs impact op je psychische gezondheid en je immuunsysteem. Bij iedereen is het microbioom anders, met verschillende hoeveelheden van bepaalde bacteriën en andere typen micro-organismen.
Link tussen voedsel en darmen
Dit microbioom is niet iets statisch. Het verandert onder invloed van ons eetpatroon, onze omgeving en zelfs de darmen van mensen om ons heen. Professor Tim Spector vertelde aan Newsweek over zijn onderzoek: “Onze bevindingen versterken het idee dat er een specifieke link bestaat tussen het voedsel dat we eten en de microben in onze darmen, wat betekent dat we enorme invloed hebben op onze gezondheid door de voedselkeuzes die we maken.”
Hij vervolgt: “Deze nieuwe ontdekking laat zien hoe inzichtelijk gegevens over het darmmicrobioom kunnen zijn bij het nauwkeurig ontcijferen van iemands dieet. Dat is cruciaal om mensen te helpen hun dieet en darmgezondheid te verbeteren door hun microben te voeden met wat ze graag hebben.”
Gezondheidsvoordelen van koffie
Wetenschappers van ZOE, het voedingswetenschapsbedrijf dat het onderzoek uitvoerde, kozen ervoor zich op koffie te richten om de relatie tussen ons dieet en ons darmmicrobioom te onderzoeken. In hun studie, die maandag in Nature verscheen, schrijven ze dat ze de impact van koffie hebben onderzocht, omdat het breed geconsumeerd wordt, gezondheidsvoordelen lijkt te hebben – zoals het verlagen van het risico op hartziekten, type 2-diabetes en bepaalde soorten kanker – en omdat mensen koffie vaak ofwel regelmatig consumeren, of helemaal niet, in tegenstelling tot andere voedingsmiddelen en dranken.
“De gezondheidsvoordelen van koffie zijn waarschijnlijk te danken aan de complexe chemische samenstelling”, legt Spector uit. “Koffie, dat wordt gemaakt door bonen te fermenteren, bevat honderden verbindingen die aanwezig zijn in zowel cafeïnehoudende als cafeïnevrije koffie. Die verbindingen bestaan onder andere uit een reeks polyfenolen, die het darmmicrobioom voeden en kunnen helpen bij het verlagen van de bloedsuikerspiegel en bloeddruk.”
Eén groot verschil
Eerder onderzoek door dezelfde wetenschappers heeft aangetoond dat, van 150 verschillende voedingsmiddelen, koffie het sterkst leek te zijn verbonden met de samenstelling van het darmmicrobioom. De wetenschappers voerden hun onderzoek uit met gegevens van 22.800 mensen uit de VS en het Verenigd Koninkrijk, die gedetailleerde informatie over hun dieet hebben aangeleverd, plus openbare gegevens van nog eens 54.200 mensen uit 211 andere studies.
Ze vergeleken onder meer poepsamples en vonden één groot verschil tussen koffiedrinkers en niet-koffiedrinkers: het aantal bacteriën van de soort Lawsonibacter asaccharolyticus. Mensen die regelmatig koffie dronken, hadden tot acht keer hogere niveaus van deze bacterie dan degenen die geen koffie dronken, en dit verschil bleef consistent bij mensen over de hele wereld.
Onduidelijke gevolgen
Het onderzoeksteam weet niet welke impact hogere niveaus van L. asaccharolyticus op mensen kunnen hebben, maar stellen dat het waarschijnlijk verband houdt met de gezondheidsvoordelen van koffie. Het is opmerkelijk, zeggen de onderzoekers zelf ook, hoe veel effect één enkel drankje kan hebben op het microbioom van mensen.
Eerder schreven we al hoe wetenschappers terugkomen op het advies om weinig tot geen koffie te drinken tijdens de zwangerschap. In Scandinavië is het veel normaler dan hier dat zwangere vrouwen koffie drinken. “Scandinaviërs behoren tot de grootste koffieconsumenten ter wereld. Ze drinken minstens vier kopjes per dag en er heerst weinig stigma op het drinken van koffie tijdens de zwangerschap”, zegt onderzoeker Gunn-Helen Moen. De onderzoekers keken bij tienduizenden gezinnen in Noorwegen naar de effecten van koffiedrinken door zwangere vrouwen op de ontwikkeling van hun kinderen. Ze konden geen nadelige gevolgen vinden. Ook was er geen groter risico op een lager geboortegewicht.