Heel veel diersoorten hebben moeite met het steeds warmer wordende klimaat, zo vertellen wetenschappers ons. Maar nu hebben onderzoekers een diersoort gevonden die juist gedijt bij al die warmte: het aantal Adéliepinguïns neemt gestaag toe, terwijl het ijs zich terugtrekt.
Dat stellen wetenschappers van de universiteit van Minnesota. Het wijst erop dat de pinguïns – in tegenstelling tot andere pooldieren – hun voordeel doen met de steeds warmer wordende aarde.
Zee-ijs
Adéliepinguïns zijn ongeveer 46 tot 75 centimeter groot. Ze leven alleen in gebieden waar zee-ijs voorkomt, maar hebben ijsvrij land nodig om te kunnen broeden.
Antarctica
De onderzoekers bestudeerden een kolonie Adéliepinguïns op het Beaufort-eiland in de Rosszee, een diepe baai in Antarctica. Ook verzamelden ze eerdere observaties van deze kolonie die teruggingen tot het jaar 1958. Ze ontdekten dat de kolonie tussen 1958 en 2010 met 84 procent was gegroeid, terwijl het ijs zich in deze periode had teruggetrokken en de temperaturen waren gestegen. De gemiddelde zomertemperatuur in het gebied was sinds het midden van de jaren tachtig met ongeveer een halve graad Celsius per decennium toegenomen.
Groter leefgebied
Uit het onderzoek blijkt dat het leefgebied van de Adéliepinguïns aan de zuidelijke kust van het eiland sinds 1958 71 procent groter was geworden. Tussen 1983 en 2010 was het leefgebied maar liefst 20 procent groter geworden. Aan de noordzijde van het eiland bleef de hoeveelheid ijs tussen 1958 en 1983 nagenoeg gelijk, maar tussen 1983 en 2010 trok het ijs zich zo’n 543 meter terug.
Jongen
De onderzoekers ontdekten ook dat minder jonge Adéliepinguïns het eiland inruilden voor een ander eiland. In plaats daarvan bleven ze op het Beaufort-eiland waar dankzij het terugtrekkende ijs steeds meer ruimte kwam. Dat schrijven de onderzoekers in het blad PLoS ONE.
In de toekomst hopen de wetenschappers ook andere populaties Adéliepinguïns te gaan bestuderen. Dan zal moeten blijken of ook deze populaties baat hebben bij een veranderend klimaat.