Twee Oost-Antarctische gletsjers blijken tussen 2002 en 2016 18,5 miljard ton ijs per jaar te zijn kwijtgeraakt.
Dat schrijven onderzoekers van de Universiteit in Californië in een nieuw paper. De zeespiegel is in deze periode met 0,7 millimeter wereldwijd gestegen. Maar mochten de twee gletsjers volledig instorten, dan vertaalt dit zich waarschijnlijk in een zeespiegelstijging van zo’n 5 meter.
Metingen
De onderzoekers bestudeerden twee grote gletsjers in Oost-Arctica: Totten en Moscow University. Voor het onderzoek combineerden ze satellietgegevens van NASA met massabalansbenaderingen van regionale atmosferische klimaatmodellen. Ook metingen van ijsafvoer werden bij het onderzoek betrokken. Hoofdauteur Yara Mohajerani legt het verder uit. “Voor dit onderzoek hebben we een verbeterde methodologie met GRACE-gegevens gebruikt om het massale verlies te achterhalen in een snel veranderend gebied,” zegt ze. “Vervolgens hebben we deze gegevens vergeleken met andere onafhankelijke metingen, om een zo’n betrouwbaar mogelijk resultaat te verkrijgen.”
Oost-Antarctica
De resultaten zijn best verrassend. Zo wordt Oost-Antarctica door wetenschappers als veel stabieler gezien dan bijvoorbeeld West-Antarctica, of het Antarctische Schiereiland, waar op dit moment het grootste deel van de smelt op Antarctica plaatsvindt. Toch blijkt nu dat zelfs deze ijskap – de koudste plek op aarde – niet aan de opwarming kan ontsnappen.
“De gletsjers zijn kwetsbaar voor het binnendringen van warm oceaanwater,” zegt co-auteur Erig Rignot. “Hierdoor is er een aanzienlijke kans voor zeespiegelstijging.” Volgens de onderzoeker benadrukt dit dat de Oost-Antarctische gletsjers net zo belangrijk zijn om rekening mee te houden dan die op het westelijke deel van het continent.