De nieuwe bevindingen suggereren dat een vroege vorm van Homo erectus op Flores geïsoleerd raakte en gedurende ongeveer een miljoen jaar een drastische afname in lichaamsgrootte heeft doorgemaakt.
Onderzoekers hebben op het Indonesische eiland Flores zeer zeldzame menselijke fossielen aangetroffen. Het gaat om de gefossiliseerde overblijfselen van een familielid van Homo floresiensis, beter bekend als de ‘hobbit’. Tussen de gevonden resten bevindt zich een verrassend klein bovenarmbot van een volwassen persoon. “Dit uiterst zeldzame bot bevestigt dat de voorouders van Homo floresiensis uitzonderlijk klein waren,” zegt onderzoeker Adam Brumm. “Het laat zelfs zien dat ze nog kleiner waren dan we eerder dachten.”
Homo floresiensis
Homo floresiensis werd in 2003 op het Indonesische eiland Flores ontdekt en kreeg al snel de bijnaam ‘hobbit’. Die bijnaam heeft de mensachtige te danken aan zijn postuur: Homo floresiensis was amper één meter groot. Grote vraag was natuurlijk: van wie stamt deze kleine mensachtige af? Lang werd daarbij gekeken naar de veel grotere Homo erectus, de enige andere vroege mensachtige waarvan we zeker weten dat deze in het huidige Indonesië voorkwam. Een andere theorie stelt dat de hobbit een laat overgebleven afstammeling kan zijn van een oudere mensachtige uit Afrika, die vóór Homo erectus leefde en van nature klein van stuk was. Mogelijke kandidaten voor deze vroege soort zijn Homo habilis of de beroemde ‘Lucy’ (Australopithecus afarensis).
Eerdere vondsten
De recent ontdekte fossielen werpen nu nieuw licht op de vroege evolutie van Homo floresiensis. De resten werden niet, zoals in 2003, in de Liang Bua-grot in het westen van het eiland gevonden, maar in Mata Menge, 75 kilometer ten oosten van de grot. Deze locatie, gelegen in de dunbevolkte tropische graslanden van het So’a Basin, heeft eerder al verschillende menselijke fossielen opgeleverd, waaronder een kaakfragment en zes tanden, die uit een laag zandsteen zijn opgegraven die ongeveer 700.000 jaar geleden door een klein beekje is afgezet. De Mata Menge-fossielen, die 650.000 jaar ouder zijn dan die van Liang Bua, blijken van minstens drie verschillende personen afkomstig te zijn.
Mata Menge-fossielen
Onderzoekers kwamen al eerder tot de conclusie dat deze drie personen nog iets kleinere kaken en tanden dan Homo floresiensis moeten hebben gehad. Maar omdat er geen postcraniële botten (botten onder de nek) op deze locatie zijn gevonden, kon niet worden vastgesteld of de mensachtigen uit het So’a Basin even klein waren als, of misschien nog kleiner dan, Homo floresiensis. Het was bovendien ook onduidelijk tot welke soort de Mata Menge-fossielen behoorden. Sommige tanden lijken een tussenvorm te zijn tussen vroege Homo erectus en Homo floresiensis.
Nieuwe vondsten
Maar nu hebben onderzoekers in Mata Menge dus opnieuw menselijke fossielen opgegraven. Na datering blijken deze maar liefst 700.000 jaar oud zijn. Het belangrijkste is dat het team nu voor het eerst een postcraniaal bot heeft gevonden, namelijk een deel van een volwassen bovenarmbot.
De menselijke resten gevonden in Mata Menge bestaan nu uit tien fossiele exemplaren en behoren tot minstens vier personen, waaronder twee kinderen. Ze lijken anatomisch sterk op Homo floresiensis van Liang Bua en kunnen als een oudere versie van deze soort worden beschouwd. Hoewel deze vroege vorm een directe voorouder van de hobbit is, had hij minder gespecialiseerde tanden dan zijn latere afstammeling uit Liang Bua.
Het bovenarmbot
Na een grondige analyse komen de onderzoekers tot de ontdekking dat het kleine bovenarmbot aan een volwassen persoon toebehoorde. Door de lengte van dit bot te meten, kon het team berekenen dat deze mensachtige ongeveer 100 centimeter lang was. Dat is ongeveer zes centimeter korter dan de geschatte lichaamslengte van het 60.000 jaar oude Homo floresiensis-skelet uit Liang Bua, dat op basis van de dijbeenlengte ongeveer 106 centimeter lang werd geschat.
Kleinste menselijke bot
De ontdekking van dit verrassend kleine bovenarmbeen is om verschillende redenen opmerkelijk. “Dit 700.000 jaar oude volwassen bovenarmbot is niet alleen korter dan dat van Homo floresiensis, maar ook het kleinste bovenarmbot dat ooit is gevonden,” aldus Brumm. Dit suggereert dat de vroege voorouders van Homo floresiensis al opvallend klein waren. Mogelijk zijn ze gedurende een relatief korte tijdspanne flink gekrompen.
Tanden
De twee recent gevonden tanden uit Mata Menge zijn ook opvallend klein. Eén van deze tanden vertoont kenmerken die het meest overeenkomen met vroege Homo erectus van Java. Deze gelijkenis weerlegt de theorie dat Homo floresiensis is afgeleid van een oudere, meer primitieve menselijke soort, waarvan geen fossielen zijn gevonden in Indonesië of de omliggende regio’s buiten Afrika. Mogelijk stamt Homo floresiensis dus toch van Homo erectus af.
Afname in lichaamsgrootte
Kortom, het kleine armbeen laat zien dat de sterke afname in lichaamsgrootte al vroeg in de geschiedenis van de Flores-homininen heeft plaatsgevonden. “De evolutionaire geschiedenis van de Flores-homininen is nog steeds grotendeels onbekend,” stelt Brumm. “Toch wijzen de nieuwe fossielen sterk op het idee dat het verhaal van de hobbit begon toen een groep vroege Aziatische mensachtigen, mogelijk Homo erectus, ongeveer een miljoen jaar geleden op dit afgelegen Indonesische eiland terechtkwam. Vervolgens zijn ze in de loop van de tijd een sterke afname in lichaamsgrootte ondergaan.”
De studie heeft belangrijke nieuwe inzichten opgeleverd over de vroege menselijke bewoners van het Indonesische eiland Flores. Bovendien biedt het waardevolle informatie over de evolutie van de nog altijd raadselachtige hobbitmens. Het laat maar weer eens zien hoe belangrijk fossiele vondsten zijn voor ons begrip van de complexe geschiedenis van onze eigen vroege voorouders.