Een piepkleine zeeslak vliegt onderwater. Hij beweegt zich op dezelfde manier voort als vliegende insecten. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Dr. David Murphy van de Johns Hopkins universiteit.
Murphy en zijn collega’s observeerden zeevlinders, namelijk de Limacina helicina. Deze diertjes leven voornamelijk in de Noordelijke IJszee en maken grote onderwaterwebben van slijm om plankton te vangen. Ze zijn lastig te vinden, omdat deze zeeslakken niet groter zijn dan een centimeter en een kleurloos slakkenhuis hebben. Murphy en zijn collega’s filmden de zeevlinders op zeer hoge snelheid, waardoor de bewegingen later in slowmotion geobserveerd en geanalyseerd konden worden.
Wat blijkt: de kleine zeeslak klappert met zijn vleugeltjes. Deze vleugeltjes bevinden zich op de plek waar normaal gesproken de voet van een slak groeit. Het is opvallend dat de Limacina helicina als een bij vliegt. De meeste zwevende of drijvende heterotrofe organismen – oftewel zoöplankton – gebruiken hun aanhangsels als peddels.
Vragen
Het is belangrijk dat nu duidelijk is hoe deze zeevlinders zichzelf voortbewegen, omdat het gedrag van deze diertjes zo beter in kaart kan worden gebracht. Hoe vinden ze voedsel? Hoe komen ze aan een partner? En hoe voorkomen deze zeeslakken dat ze worden opgegeten?
Migrerende koolstofputten
Daarnaast is het belangrijk om te weten hoe zoöplankton in oceanen migreert, omdat dit een van de grootste bewegingen van biomassa op onze planeet is. Zoöplankton vormt weer een voedselbron voor heel veel andere dieren. Daarnaast bestaat het slakkenhuis van een zeeslak uit calciumcarbonaat. Wanneer het diertje sterft, zinkt het slakkenhuis naar de bodem, waardoor er een koolstofput ontstaat.