Als je veel op je scherm zit, doen je kinderen je na (en dat belemmert hun taalontwikkeling)

In een wereld waar beeldschermen niet meer weg te denken zijn, rijst de vraag: wat doet al dat turen naar schermpjes met de taalontwikkeling van kinderen? Wetenschappers uit Estland hebben ontdekt dat kinderen het schermgedrag van hun ouders nabootsen en dat dit een negatief effect heeft op de taalontwikkeling. 

Het onderzoeksteam nam het schermgebruik van meer dan 400 kinderen tussen de tweeënhalf en vier jaar onder de loep. Ze peilden daarnaast ook bij de ouders naar het schermgebruik van het hele gezin en de taalvaardigheden van de kleuters. Het resultaat was ontnuchterend. “Uit ons onderzoek blijkt dat de patronen van kinderen in schermgebruik vergelijkbaar zijn met die van hun ouders”, zegt Tiia Tulviste, een van de auteurs van de studie die in vakblad Frontiers in Developmental Psychology werd gepubliceerd. Dit klinkt misschien niet als een donderslag bij heldere hemel, maar de gevolgen zijn niet mis. Kinderen die veel tijd doorbrengen met tablets, smartphones en tv’s, blijken minder vlot in taal. Zowel hun woordenschat als grammaticale vaardigheden lopen een deukje op.

Videogames hebben grootste impact
Maar niet alle schermtijd is over één kam te scheren. De onderzoekers ontdekten dat vooral videogames een stevige knauw geven aan de taalontwikkeling. Of het nu de ouders of de kinderen zijn die gamen, het effect blijft hetzelfde. Tulviste wijst hierbij op een mogelijk cultureel aspect: “Voor Estse kinderen bestaan er maar weinig ontwikkelingsgerichte computerspellen voor deze leeftijdsgroep. Games in een vreemde taal met beperkte interactiviteit of alleen visuele inhoud bieden waarschijnlijk geen rijke mogelijkheden voor het leren van mondelinge taal- en communicatievaardigheden.”

Ook Educatieve content is niet geweldig
Nu rijst de vraag: hoe zit het dan met educatieve apps en e-books? Hoewel deze op het eerste gezicht veelbelovend lijken, blijkt uit het onderzoek dat geen enkele vorm van schermgebruik een positief effect heeft op de taalontwikkeling van jonge kinderen. Tulviste benadrukt: “Hoewel het lezen van e-books en het spelen van sommige educatieve spelletjes taalleermogelijkheden kunnen bieden, vooral voor oudere kinderen, toont onderzoek aan dat tijdens de eerste levensjaren de alledaagse face-to-face verbale interactie tussen ouder en kind de meest invloedrijke factor is.” 

Momentopname voor de coronapandemie
Het onderzoek werpt ook licht op een groter probleem: de concurrentiestrijd tussen schermtijd en ‘echt’ contact. Tijd is nu eenmaal eindig, en elke minuut die aan een scherm wordt besteed, is er één minder voor direct menselijk contact. Juist die alledaagse interacties, waarbij kinderen actief betrokken zijn, blijken goud waard voor de taalontwikkeling.

Toch is het niet allemaal kommer en kwel. De onderzoekers benadrukken dat hun studie een momentopname is van vóór de coronapandemie. Het is goed mogelijk dat de verhoudingen sindsdien zijn verschoven. Bovendien volgt het onderzoek de kinderen niet over een langere periode, waardoor we niet weten hoe de effecten zich op de lange termijn ontwikkelen.

Alles met mate
Wat kunnen we hieruit leren? Het lijkt erop dat de oude wijsheid ‘alles met mate’ ook hier opgaat. Hoewel schermen niet per definitie slecht zijn, is het duidelijk dat ze geen vervanging kunnen zijn voor echt menselijk contact, zeker niet in de cruciale eerste levensjaren. Voor ouders die nu dus in paniek hun tablets willen weggooien: geen zorgen. Het gaat erom bewust om te gaan met schermtijd en voldoende ruimte te maken voor ‘ouderwets’ praten, spelen en voorlezen. Want uiteindelijk zijn het die momenten van échte interactie die onze kinderen helpen uitgroeien tot welbespraakte volwassenen. En als je het echt niet kan laten, kijk dan samen met je kind, liefst naar leeftijdsgeschikte content

Bronmateriaal

"Weekend screen use of parents and children associates with child language skills" -
Afbeelding bovenaan dit artikel: Emily Wade / Unsplash

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd