Wetenschappers hebben ontdekt dat kieskeurige dames er eigenhandig voor zorgen dat de biodiversiteit gewaarborgd blijft.
En een grotere diversiteit vergroot de overlevingskansen van de soort. Kieskeurigheid kan dan ook cruciaal zijn. Dat schrijven de onderzoekers in het blad Nature.
Evolutietheorie
De evolutietheorie is heel duidelijk. Soorten die erin slagen om zich aan te passen, overleven. Soorten die dat niet lukt, verdwijnen. Maar die theorie kan niet verklaren waarom binnen bepaalde geslachten en soorten zo’n enorme diversiteit is. Zelfs wanneer deze soorten in hetzelfde gebied – waar ze zich toch op dezelfde manier aan zouden moeten aanpassen – leven. Een mooi voorbeeld zijn de cichliden die in het Victoriameer in Afrika leven. U zou denken dat één variant van deze vissen zich het beste aan het meer aanpast en overleeft. Maar in plaats daarvan zijn er heel veel verschillende varianten die naast elkaar bestaan (zie de foto hierboven).
Twee voorwaarden
Onderzoeker Leithen M’Gonigle denkt dat nu echter te kunnen verklaren. “Onze modellen laten zien dat soorten stabiel naast elkaar in hetzelfde leefgebied kunnen bestaan zolang aan twee eenvoudige voorwaarden wordt voldaan,” vertelt hij in een persbericht. “Ten eerste moet de verspreiding van de bronnen die ze gebruiken niet uniform zijn, zodat vrouwtjes met verschillende voorkeuren als het gaat om seks ook verschillende bronnen kunnen raadplegen. Ten tweede moeten vrouwtjes een prijs betalen voor hun kieskeurigheid namelijk door een beperking van hun overlevingskansen en vruchtbaarheid.”
Energie
En in veel van die gevallen wordt aan beide voorwaarden voldaan, zo legt onderzoeker Ulf Dieckmann in hetzelfde persbericht uit. “De verspreiding van bronnen is nooit uniform, zelfs niet in schijnbaar homogene leefgebieden zoals graslanden en meren.” En door kieskeurig te zijn, moeten vrouwtjes altijd een prijs betalen. Ze spenderen heel veel energie aan het vinden van de juiste man of het ontwijken van de onjuiste partner. Hierdoor worden hun overlevingskansen wat minder en ook de kans op nageslacht is wat kleiner dan bij vrouwtjes die met elk mannetje willen paren.
Wat deze kieskeurige vrouwtjes eigenlijk doen, is landgrenzen bepalen. Ze zullen bepaalde gebieden mijden omdat er mannetjes leven die ze niet aantrekkelijk vinden. En zo kunnen er in één leefgebied toch meerdere groepen ontstaan die zich elk op hun eigen manier ontwikkelen.